HET IMMUUNSYSTEEM
COMPONENTEN IMMUUNSYSTEEM
Natuurlijk
Actieve immuniteit
Geïnduceerd
Immuniteit
Adaptieve (speciefieke)
immuniteit
Natuurlijk
Aangeboren (niet-
Passieve immuniteit
specifieke) immuniteit
Geïntroduceerd
KERNBEGRIPPEN IMMUUNSYSTEEM
o Immuniteit:
= Het vermogen om infectie en ziekte te weerstaan.
o Immuunsysteem:
= Het natuurlijk afweermechanisme dat je beschermt tegen lichaamsvreemde
stoffen en ziekten.
o Immuniteitsstelsel:
= Het geheel van moleculen, cellen, structuren, organen en interacties die de
immuniteit van het lichaam mogelijk maken.
o Adaptieve (specifieke) immuniteit:
= Niet bij de geboorte aanwezig.
= Verdedigt tegen specifieke bedreigingen.
= Afhankelijk activiteit van lymfocyten.
= Uitsluitend verworven door blootstelling aan een specifiek antigeen, of wanneer
antilichamen worden toegediend die uit een andere bron afkomstig zijn.
o Aangeboren (niet-specifieke) immuniteit:
= Maakt geen onderscheid tussen de ene bedreiging en de andere.
= Bestaat uit fysieke barrières, fagocyterende cellen, immunologische surveillance,
interferonen, het complementsysteem, ontsteking een koorts.
= Anatomische en andere verdedigingsmechanismen.
, CASUS 1 | Samenvatting Immuunsysteem Bieke Robbyns 1VE
o Actieve immuniteit:
= Ontwikkelt zich als reactie op blootstelling aan antigeen.
o Passieve immuniteit:
= Ontstaat door overdracht van antistoffen van iemand anders.
o Natuurlijke, verworven, ACTIEVE immuniteit:
= Ontstaat na blootstelling aan antigenen in de omgeving.
o Geïntroduceerde, verworven, ACTIEVE immuniteit:
= Ontstaat na toediening van antigenen om een ziekte te voorkomen.
o Natuurlijke, PASSIEVE immuniteit:
= Verkregen door overdracht van antistoffen van de moeder via de placenta of de
moedermelk.
o Geïntroduceerde, PASSIEVE immuniteit:
= Verkregen door toediening van antistoffen om infectie te bestrijden.
o Vaccin:
= Een preparaat dat is bereid om een immuunreactie teweeg te brengen. Het bevat
die de of een inactieve ziekteverwekker of antigenen van die ziekte verwekken.
= Oraal of via een intramusculaire of subcutane injectie toegediend.
o Immuunrespons:
= Inactiveren of de vernietiging van ziekteverwekkers, afwijkende cellen en vreemde
stoffen
12COMPONENTEN SPECIFIEKE AFWEER
Specifieke afweer: het
lymfestelsel
Lymfeklieren/ Lymfoïde Lymfoïde
Lymfevaten weefsels Lymfocyten
lymfeknopen organen
(Lymfefollikels)
Bv.
Bv. Axillaire
lymfeknopen T-cellen Thymus
lymfevaten
in de hals Mucosa
geassocieerde
Lymfeknopen Bv. Ductus lymfoïde
weefsels B-cellen Milt
lendenen thoracicus
(MALT) in de
tractus
Bv. Ductus digestivus,
Lymfeknopen respiratorius
lymphaticus NK-cellen Keelamandel
pelvis en
dexter
urgonenitalis
Inguinale
Bv. Cisterna Appendix
lymfeknopen
chyli
Lymfevaten