Voortplantingssysteem fysiologie samenvatting
Functies voortplantingssysteem
ameten: mannelijke en vrouwelijke voortplantingscellen. Voortplantingsstelsel speelt een
G
belangrijke rol bij vorming, voeding en transport van deze gameten.
Onderdelen van het voortplantingsstelsel
onaden: geslachtsklieren die gameten en hormonen produceren
G
tractus genitalis: netwerk van buizen, kanalen en compartimenten die gameten opvangen en
transporteren.
ccessoire klieren en organen: klieren die vloeistoffen afscheiden die via kanalen het
A
voortplantingsstelsel of andere afvoerwegen bereiken externe geslachtsorganen: structuren
in het perineum die een rol spelen bij geslachtsgemeenschap.
In de testes (geslachtsklieren/ gonaden) vindt de spermatogenese plaats (vorming
spermacellen)
ractus genitalis bestaat uit epididymis, zaadleider, ejaculatiekanaal en urethra: zorgen voor
T
transport van de zaadcellen naar de buitenwereld.
ccessoire klieren zoals de zaadblaasjes en de prostaat scheiden vloeistoffen af in de
A
zaadleiders en de urethra die het transport van de zaadcellen vergemakkelijkt en dient als
voedingsbodem.
xterne geslachtsorganen: scrotum die de testes beschermt en op de juiste temperatuur
E
houdt en de penis voor het geslachtsgemeenschap + afvoer van urine en sperma.
Gonaden
onaden = testes: vorm van een afgeplat ei (5 cm lang en 3 cm breed) bevindt zich in het
G
scrotum (omgeven door een stevig, vezelig kapsel). Vanuit dit omhulsel lopen collagene
vezels in de testes waar tussenwanden vormen in de testes die ongeveer 250 lobjes
verdelen. Binnen die lobjes liggen opgerolde testiskanaaltjes in die wanden vindt
spermatogenese plaats. De ruimtes ertussen zijn gevuld met losmazig bindweefsel, rijke
bloedvaten en grote interstitiële endocriene cellen (produceren androgenen, bekendste
voorbeeld testosteron). De testiskanaaltjes monden dan uit in de epididymis (bijbal), waaruit
de zaadcellen naar de zaadleider worden afgevoerd.
Tractus genitalis
, anneer spermacellen de epididymis bereiken is de spermatogenese voltooid
W
(spermacellen getransporteerd naar de buitenwereld). Van de epididymis naar de
zaadleiders die hen naar de urethra vervoert = tractus genitalis.
pididymis: is het eerste deel van de tractus genitalis, een lange, strak opgerolde
E
gekronkelde buis op de testes en door de huid van het scrotum voelbaar is.
Spermacellen ondergaan verdere rijping, wanneer de spermacel het einde van de
epididymis heeft bereikt is ze fysiek rijp, maar nog steeds onbeweegelijk. Om een
functionele spermacel te worden: capacitatie ondergaan = activatie spermacel + gebeurt
wanneer zaadcellen in contact komen met klierproducten van de zaadblaasjes + worden
blootgesteld aan de omgeving binnen de vrouwelijke voortplantingsorganen. De epididymis
scheidt zelfs een stof af die voortijdige capacitatie voorkomt + beschadigde spermacellen
worden in de epididymis gerecycleerd.
aadleider: opslagplaats spermacellen (enkele maanden kunnen verblijven) ze zijn nog
z
inactief + trage stofwisseling. De zaadleider gaat over in het ejaculatiekanaal, korte buis
door de gespierde wand van de prostaat en mondt uit in de urethra.
Urethra: afvoer urine, uitstoot sperma.
ccessoire klieren: zaadvocht (semen) bestaat uit spermacellen en een vloeistof
A
geproduceerd door de accessoire klieren = grootste deel van deze vloeistof waarin
zaadcellen worden vermengd.
zaadvocht:
● beschermt spermacellen
● voorziening voedingsstoffen
● activeren spermacellen
aadblaasjes (vesiculae seminales): buisvormige klieren = zeer actief. 60% zaadvocht door
Z
de zaadblaasjes geproduceerd en bevat fructose: energiebron spermacellen. Wanneer
zaadcellen in contact komen met klierproducten van de zaadblaasjes, ondergaan ze
capacitatie: bewegen hun zweepharen en worden uiterst beweeglijk.
rostaat: klein gespierd orgaan rond de urethra onder de blaas. Verantwoordelijk voor
P
20-30% zaadproductie. Prostaatvocht is antibiotisch (voorkomt infecties in de urineweg van
de man). Peristaltische beweging: prostaatvocht rechtstreeks in de urethra afgegeven.
Externe geslachtsorganen: scrotum + penis
crotum: dunne huidlaag waarin de testes hangen. Lederhuis scrotum bevat laag glad
S
spierweefsel (musculus dartos): constante rustspanning (testes worden iets opgetrokken)
met daaronder een lage skeletspierweefsel (musculus cremaster): aangespannen = testes
dichter bij het lichaam. Door deze twee spieren is er een temperatuurregulatie (-1,1°C).
Penis
1) wortel: basisgedeelte, waarmee ze aan het lichaam is bevestigd
Functies voortplantingssysteem
ameten: mannelijke en vrouwelijke voortplantingscellen. Voortplantingsstelsel speelt een
G
belangrijke rol bij vorming, voeding en transport van deze gameten.
Onderdelen van het voortplantingsstelsel
onaden: geslachtsklieren die gameten en hormonen produceren
G
tractus genitalis: netwerk van buizen, kanalen en compartimenten die gameten opvangen en
transporteren.
ccessoire klieren en organen: klieren die vloeistoffen afscheiden die via kanalen het
A
voortplantingsstelsel of andere afvoerwegen bereiken externe geslachtsorganen: structuren
in het perineum die een rol spelen bij geslachtsgemeenschap.
In de testes (geslachtsklieren/ gonaden) vindt de spermatogenese plaats (vorming
spermacellen)
ractus genitalis bestaat uit epididymis, zaadleider, ejaculatiekanaal en urethra: zorgen voor
T
transport van de zaadcellen naar de buitenwereld.
ccessoire klieren zoals de zaadblaasjes en de prostaat scheiden vloeistoffen af in de
A
zaadleiders en de urethra die het transport van de zaadcellen vergemakkelijkt en dient als
voedingsbodem.
xterne geslachtsorganen: scrotum die de testes beschermt en op de juiste temperatuur
E
houdt en de penis voor het geslachtsgemeenschap + afvoer van urine en sperma.
Gonaden
onaden = testes: vorm van een afgeplat ei (5 cm lang en 3 cm breed) bevindt zich in het
G
scrotum (omgeven door een stevig, vezelig kapsel). Vanuit dit omhulsel lopen collagene
vezels in de testes waar tussenwanden vormen in de testes die ongeveer 250 lobjes
verdelen. Binnen die lobjes liggen opgerolde testiskanaaltjes in die wanden vindt
spermatogenese plaats. De ruimtes ertussen zijn gevuld met losmazig bindweefsel, rijke
bloedvaten en grote interstitiële endocriene cellen (produceren androgenen, bekendste
voorbeeld testosteron). De testiskanaaltjes monden dan uit in de epididymis (bijbal), waaruit
de zaadcellen naar de zaadleider worden afgevoerd.
Tractus genitalis
, anneer spermacellen de epididymis bereiken is de spermatogenese voltooid
W
(spermacellen getransporteerd naar de buitenwereld). Van de epididymis naar de
zaadleiders die hen naar de urethra vervoert = tractus genitalis.
pididymis: is het eerste deel van de tractus genitalis, een lange, strak opgerolde
E
gekronkelde buis op de testes en door de huid van het scrotum voelbaar is.
Spermacellen ondergaan verdere rijping, wanneer de spermacel het einde van de
epididymis heeft bereikt is ze fysiek rijp, maar nog steeds onbeweegelijk. Om een
functionele spermacel te worden: capacitatie ondergaan = activatie spermacel + gebeurt
wanneer zaadcellen in contact komen met klierproducten van de zaadblaasjes + worden
blootgesteld aan de omgeving binnen de vrouwelijke voortplantingsorganen. De epididymis
scheidt zelfs een stof af die voortijdige capacitatie voorkomt + beschadigde spermacellen
worden in de epididymis gerecycleerd.
aadleider: opslagplaats spermacellen (enkele maanden kunnen verblijven) ze zijn nog
z
inactief + trage stofwisseling. De zaadleider gaat over in het ejaculatiekanaal, korte buis
door de gespierde wand van de prostaat en mondt uit in de urethra.
Urethra: afvoer urine, uitstoot sperma.
ccessoire klieren: zaadvocht (semen) bestaat uit spermacellen en een vloeistof
A
geproduceerd door de accessoire klieren = grootste deel van deze vloeistof waarin
zaadcellen worden vermengd.
zaadvocht:
● beschermt spermacellen
● voorziening voedingsstoffen
● activeren spermacellen
aadblaasjes (vesiculae seminales): buisvormige klieren = zeer actief. 60% zaadvocht door
Z
de zaadblaasjes geproduceerd en bevat fructose: energiebron spermacellen. Wanneer
zaadcellen in contact komen met klierproducten van de zaadblaasjes, ondergaan ze
capacitatie: bewegen hun zweepharen en worden uiterst beweeglijk.
rostaat: klein gespierd orgaan rond de urethra onder de blaas. Verantwoordelijk voor
P
20-30% zaadproductie. Prostaatvocht is antibiotisch (voorkomt infecties in de urineweg van
de man). Peristaltische beweging: prostaatvocht rechtstreeks in de urethra afgegeven.
Externe geslachtsorganen: scrotum + penis
crotum: dunne huidlaag waarin de testes hangen. Lederhuis scrotum bevat laag glad
S
spierweefsel (musculus dartos): constante rustspanning (testes worden iets opgetrokken)
met daaronder een lage skeletspierweefsel (musculus cremaster): aangespannen = testes
dichter bij het lichaam. Door deze twee spieren is er een temperatuurregulatie (-1,1°C).
Penis
1) wortel: basisgedeelte, waarmee ze aan het lichaam is bevestigd