VZC: oncologie
Hoofdstuk: Oncologie
1. Hematologische oncologie
= de meest voorkomende ziektebeelden op een afdeling hematologie en
stamceltransplantatie
1.1 De hematopoëse
= de vorming van het bloed
- Vindt plaats in het beenmerg
- Alle verschillende bloedcellen komen voort uit hematopoëtische stamcellen
(HSC)
- Wordt gereguleerd door groeifactoren
o Erytopoëtine (= epo)
o Granulocyte colony- stimulating factor (= G- CSF)
o Trombopoëtine (= TPO)
De hematopoëtische stamcellen (HSC)
- Ontwikkelen zich tot voorlopercellen
- Zullen gaan ontwikkelen in een bepaalde richting (= differentiëren) tot
volwassen erytrocyten, leukocyten en trombocyten
Hematologische maligniteiten:
Maligniteit = een kwaadaardige afwijking
- Bij veel hematologische maligniteiten doen zich tijdens de hematopoëse
fouten voor in de stam- of voorlopercellen
- Gevolg is dat deze stam- of voorlopercellen niet meer uitrijpen (=
differentiëren)
- O.a. bij acute leukemie, ongelimiteerd doorgaan met delen zoals bij
chronische leukemie, lymfeklierkanker of multipel syndroom
1.2 Leukemie
= bloedkanker dat ontstaat door een ophoping van kwaadaardige witte
bloedcellen in het beenmerg
- Maligne leukocyten komen voort uit een hematopoëtisch
stamcel/voorlopercel waarin genetische afwijkingen ervoor gezorgd
hebben dat de cel niet meer kan uitrijpen (= acute leukemie) OF
ongelimiteerd kan doorgaan met delen (= chronische leukemie)
Lymfoïde leukemie
= wanneer leukemiecellen voortkomen uit een stamcel/voorlopercel die zich
normaal zou ontwikkelen tot een lymfocyt
,Myeloïde leukemie
= ontstaat uit een stamcel/voorlopercel die zich normaal zou ontwikkelen tot
granulocyt/rode bloedcel/bloedplaatjes
Prognose verschillende typen leukemie
= verschillend tussen acute- en chronische leukemie
Acute leukemie
= ontstaat in een korte tijd en heeft een agressief beloop
- Onrijpe cellen (= blasten)
- Snel progressief
- Klachten
- Intensieve behandeling
- Komt voor bij alle leeftijden
Chronische leukemie
= langer ziektebeloop en heeft soms geen directe behandeling nodig
- Meer uitgerijpte cellen
- Langzaam progressief
- Vaak geen klachten
- ‘Lichte’ behandeling
- Komt vooral voor bij oudere leeftijd
Soorten leukemie
ACUUT CHRONISCH
Lymfatisch ALL CLL
Myeloïde AML CML
Acute myeloïde leukemie (AML)
= een levensbedreigende aandoening die zonder een behandeling een prognose
heeft van 1-2 maanden
- De meeste patiënten zijn ouder dan 60 jaar
Risicofactoren AML
- Roken
- Eerdere behandeling met chemotherapie
- Radioactieve straling/toxische stoffen zoals benzeen
- Bij een groot deel van de patiënten wordt geen oorzaak voor het ontstaan
van AML gevonden
Symptomatologie
- Bij AML weinig specifiek
- Voorafgaand aan de diagnose vooral klachten van algemene malaise
o Veroorzaakt door pancytopenie (= vermindering van alle soorten
cellen in het bloed)
,Door de ophoping van blasten in het beenmerg zal dit ervoor zorgen dat
de aanmaak van de normale bloedcellen verdrongen wordt met als
gevolg:
- Anemie
o Bleekheid, moeheid, kortademigheid
- Leukopenie
o Keel- en luchtweginfecties gepaard met koorts
- Trombopenie
o Een verhoogde bloedingsneiging met optreden van neusbloeding,
tandvleesbloeding, versterkte menstruatie etc.
Algemene klachten AML:
- Moeheid
- Verhoogde bloedingsneiging
- Een (ernstige) infectie die meestal recent of bestaan hooguit enkele weken
Diagnostiek
- Wordt gedaan met een laboratoriumonderzoek waarin ze kijken naar
anemie, granulocytopenie en trombopenie
- Men voert een beenmergonderzoek uit voor uitsluitsel te geven
o Beenmerg toont een celrijk beeld met verdringing van de normale
erytrocyten
Grens diagnose AML:
= >20% blasten in het beenmerg
Behandeling
- Oncologieverpleegkundige en arts geven samen voorlichting over de ziekte
aan de patiënt
- Eerste doelstelling is het bereiken van complete remissie
o = wanneer bloedwaarden minder dan 5% blasten in het beenmerg
aanwezig is
A) Standaardbehandeling
= intensieve chemotherapie met een remissie inductiekuur gevolgd door een
consolidatiekuur
- Inductiekuur bestaat uit cytarabine en anthracycline
o Cytarabine cytostaticum/chemotherapie de inwerkt op de
kankercellen
o Anthracycline wordt gebruikt om veel soorten kanker te
behandelen en zal de DNA in kankercellen beschadigen waardoor
deze sterven
- Deze cyclus duurt 4 weken
o 1 week chemo
o 3 weken herstel
Dit geeft ook enkele bijwerkingen:
- Misselijkheid
, - Braken
- Haaruitval
- Langdurige pancytopenie
- Koorts bij neutropenie
- Mucositis
Na een remissie- inductiekuur:
- Volgt de consolidatiekuur die ook bestaat uit cytarabine en anthracycline
Na 2 cycli intensieve chemotherapie:
- Volgt een allogene stamceltherapie
B) Behandeling van de oudere patiënt
- Patiënten met co-morbiditeit krijgen een behandeling met een
hypomethylerend medicijn
o = patiënten met een verminderde conditie en/of chronische
aandoening
Wat doen hypomethylerende middelen?
= reactiveren genen van leukemiecellen waardoor ze ofwel gaan afsterven ofwel
gaan uitrijpen, deze middelen kennen een veel milder bijwerkingsprofiel dan
intensieve chemotherapie
- Bv. mucositis en haaruitval worden nauwelijks waargenomen
Prognose
- Altijd afhankelijk van de leeftijd, lichamelijke conditie van de patiënt en
een eerdere behandeling met chemotherapie
- Onder de 40 jaar is de 5 jaar overleving ongeveer 50%
- Boven de 70 jaar ongeveer 10%
Chronische leukemie
= wordt vaak bij toeval vastgesteld doordat er bij een bloedonderzoek een (forse)
leukocytose wordt vastgesteld
Symptomen
= patiënten hebben vaak vage aspecifieke symptomen
- Moeheid, verminderde eetlust, gewichtsverlies en een vol gevoel boven in
de buik t.g.v. een vergrote milt (= splenomegalie)
Behandeling
- Van CML en CLL is het sterk afhankelijk van het stadium of de fase waarin
de ziekte zich bevindt
- Behandeling is over het algemeen wel gunstig
Wat doet de oncologieverpleegkundige?
= moet bewust zijn van het beloop van deze ziektes en de (evt. blijvende)
gevolgen van de behandeling die de patiënt in een eerder stadium al heeft
doorgemaakt
Hoofdstuk: Oncologie
1. Hematologische oncologie
= de meest voorkomende ziektebeelden op een afdeling hematologie en
stamceltransplantatie
1.1 De hematopoëse
= de vorming van het bloed
- Vindt plaats in het beenmerg
- Alle verschillende bloedcellen komen voort uit hematopoëtische stamcellen
(HSC)
- Wordt gereguleerd door groeifactoren
o Erytopoëtine (= epo)
o Granulocyte colony- stimulating factor (= G- CSF)
o Trombopoëtine (= TPO)
De hematopoëtische stamcellen (HSC)
- Ontwikkelen zich tot voorlopercellen
- Zullen gaan ontwikkelen in een bepaalde richting (= differentiëren) tot
volwassen erytrocyten, leukocyten en trombocyten
Hematologische maligniteiten:
Maligniteit = een kwaadaardige afwijking
- Bij veel hematologische maligniteiten doen zich tijdens de hematopoëse
fouten voor in de stam- of voorlopercellen
- Gevolg is dat deze stam- of voorlopercellen niet meer uitrijpen (=
differentiëren)
- O.a. bij acute leukemie, ongelimiteerd doorgaan met delen zoals bij
chronische leukemie, lymfeklierkanker of multipel syndroom
1.2 Leukemie
= bloedkanker dat ontstaat door een ophoping van kwaadaardige witte
bloedcellen in het beenmerg
- Maligne leukocyten komen voort uit een hematopoëtisch
stamcel/voorlopercel waarin genetische afwijkingen ervoor gezorgd
hebben dat de cel niet meer kan uitrijpen (= acute leukemie) OF
ongelimiteerd kan doorgaan met delen (= chronische leukemie)
Lymfoïde leukemie
= wanneer leukemiecellen voortkomen uit een stamcel/voorlopercel die zich
normaal zou ontwikkelen tot een lymfocyt
,Myeloïde leukemie
= ontstaat uit een stamcel/voorlopercel die zich normaal zou ontwikkelen tot
granulocyt/rode bloedcel/bloedplaatjes
Prognose verschillende typen leukemie
= verschillend tussen acute- en chronische leukemie
Acute leukemie
= ontstaat in een korte tijd en heeft een agressief beloop
- Onrijpe cellen (= blasten)
- Snel progressief
- Klachten
- Intensieve behandeling
- Komt voor bij alle leeftijden
Chronische leukemie
= langer ziektebeloop en heeft soms geen directe behandeling nodig
- Meer uitgerijpte cellen
- Langzaam progressief
- Vaak geen klachten
- ‘Lichte’ behandeling
- Komt vooral voor bij oudere leeftijd
Soorten leukemie
ACUUT CHRONISCH
Lymfatisch ALL CLL
Myeloïde AML CML
Acute myeloïde leukemie (AML)
= een levensbedreigende aandoening die zonder een behandeling een prognose
heeft van 1-2 maanden
- De meeste patiënten zijn ouder dan 60 jaar
Risicofactoren AML
- Roken
- Eerdere behandeling met chemotherapie
- Radioactieve straling/toxische stoffen zoals benzeen
- Bij een groot deel van de patiënten wordt geen oorzaak voor het ontstaan
van AML gevonden
Symptomatologie
- Bij AML weinig specifiek
- Voorafgaand aan de diagnose vooral klachten van algemene malaise
o Veroorzaakt door pancytopenie (= vermindering van alle soorten
cellen in het bloed)
,Door de ophoping van blasten in het beenmerg zal dit ervoor zorgen dat
de aanmaak van de normale bloedcellen verdrongen wordt met als
gevolg:
- Anemie
o Bleekheid, moeheid, kortademigheid
- Leukopenie
o Keel- en luchtweginfecties gepaard met koorts
- Trombopenie
o Een verhoogde bloedingsneiging met optreden van neusbloeding,
tandvleesbloeding, versterkte menstruatie etc.
Algemene klachten AML:
- Moeheid
- Verhoogde bloedingsneiging
- Een (ernstige) infectie die meestal recent of bestaan hooguit enkele weken
Diagnostiek
- Wordt gedaan met een laboratoriumonderzoek waarin ze kijken naar
anemie, granulocytopenie en trombopenie
- Men voert een beenmergonderzoek uit voor uitsluitsel te geven
o Beenmerg toont een celrijk beeld met verdringing van de normale
erytrocyten
Grens diagnose AML:
= >20% blasten in het beenmerg
Behandeling
- Oncologieverpleegkundige en arts geven samen voorlichting over de ziekte
aan de patiënt
- Eerste doelstelling is het bereiken van complete remissie
o = wanneer bloedwaarden minder dan 5% blasten in het beenmerg
aanwezig is
A) Standaardbehandeling
= intensieve chemotherapie met een remissie inductiekuur gevolgd door een
consolidatiekuur
- Inductiekuur bestaat uit cytarabine en anthracycline
o Cytarabine cytostaticum/chemotherapie de inwerkt op de
kankercellen
o Anthracycline wordt gebruikt om veel soorten kanker te
behandelen en zal de DNA in kankercellen beschadigen waardoor
deze sterven
- Deze cyclus duurt 4 weken
o 1 week chemo
o 3 weken herstel
Dit geeft ook enkele bijwerkingen:
- Misselijkheid
, - Braken
- Haaruitval
- Langdurige pancytopenie
- Koorts bij neutropenie
- Mucositis
Na een remissie- inductiekuur:
- Volgt de consolidatiekuur die ook bestaat uit cytarabine en anthracycline
Na 2 cycli intensieve chemotherapie:
- Volgt een allogene stamceltherapie
B) Behandeling van de oudere patiënt
- Patiënten met co-morbiditeit krijgen een behandeling met een
hypomethylerend medicijn
o = patiënten met een verminderde conditie en/of chronische
aandoening
Wat doen hypomethylerende middelen?
= reactiveren genen van leukemiecellen waardoor ze ofwel gaan afsterven ofwel
gaan uitrijpen, deze middelen kennen een veel milder bijwerkingsprofiel dan
intensieve chemotherapie
- Bv. mucositis en haaruitval worden nauwelijks waargenomen
Prognose
- Altijd afhankelijk van de leeftijd, lichamelijke conditie van de patiënt en
een eerdere behandeling met chemotherapie
- Onder de 40 jaar is de 5 jaar overleving ongeveer 50%
- Boven de 70 jaar ongeveer 10%
Chronische leukemie
= wordt vaak bij toeval vastgesteld doordat er bij een bloedonderzoek een (forse)
leukocytose wordt vastgesteld
Symptomen
= patiënten hebben vaak vage aspecifieke symptomen
- Moeheid, verminderde eetlust, gewichtsverlies en een vol gevoel boven in
de buik t.g.v. een vergrote milt (= splenomegalie)
Behandeling
- Van CML en CLL is het sterk afhankelijk van het stadium of de fase waarin
de ziekte zich bevindt
- Behandeling is over het algemeen wel gunstig
Wat doet de oncologieverpleegkundige?
= moet bewust zijn van het beloop van deze ziektes en de (evt. blijvende)
gevolgen van de behandeling die de patiënt in een eerder stadium al heeft
doorgemaakt