thema 2 arbeidsmarkt
Hoofdstuk 1: De Arbeidsmarkt
1 De arbeidsmarkt in theorie
Vraag en aanbod van arbeid: Producenten gebruiken productiefactoren
(natuur, arbeid, kapitaal, ondernemerschap)
om goederen en diensten te produceren. De productiefactor arbeid omvat zowel handen- als
hoofdarbeid. Werknemers en werkzoekenden bieden hun arbeid aan en vormen samen de
beroepsbevolking (het arbeidsaanbod). Werkgevers zoeken werknemers en vertegenwoordigen
de vraag naar arbeid. Op de arbeidsmarkt ontmoeten vragers en aanbieders elkaar, en daar
wordt de prijs van arbeid, het loon (ook salaris of wedde), bepaald. Dit wordt visueel
ondersteund door het schema "productiefactoren en de arbeidsmarkt".
Evenwicht op de arbeidsmarkt: Theoretisch wordt aangenomen dat de arbeidsmarkt voldoet
aan de voorwaarden van volkomen concurrentie. Er is evenwicht als de gevraagde hoeveelheid
arbeid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid arbeid. Het loon dat hierbij tot stand komt, is het
evenwichtsloon. Een grafiek illustreert dit evenwicht waar de vraagcurve (Qv of Qd) en de
aanbodcurve (Qa of Qs) elkaar snijden.
Onevenwichten op de arbeidsmarkt: In de praktijk bestaat de arbeidsmarkt uit vele
deelmarkten voor verschillende beroepen. Dit kan leiden tot:
Een aanbodoverschot (werkloosheid): als het loon hoger is dan het evenwichtsloon, is het
aanbod van arbeid groter dan de vraag, wat leidt tot werkloosheid.
Een aanbodtekort: als het loon lager is dan het evenwichtsloon, is de vraag naar arbeid
groter dan het aanbod. Dit doet zich voor bij knelpuntberoepen, waar veel vacatures niet
ingevuld raken.
2 De beroepsbevolking
Samenstelling van de bevolking:
De totale bevolking omvat de bevolking op arbeidsleeftijd (meestal 15-64 jaar) en de niet-
actieve bevolking (jonger dan 15 of vanaf de wettelijke pensioenleeftijd).
De bevolking op arbeidsleeftijd bestaat uit de beroepsbevolking (ook actieve bevolking
genoemd) en de niet-actieve bevolking op arbeidsleeftijd.
, De beroepsbevolking is het totaal van de werkende bevolking en de werkloze bevolking. Dit
wordt vaak weergegeven in een schema "samenstelling bevolking".
Grootte van de beroepsbevolking: Deze wordt bepaald door:
De grootte van de totale bevolking: beïnvloed door natuurlijke aangroei (geboorten
minus sterfgevallen) en het migratiesaldo (immigratie minus emigratie).
Migratie wordt gestuurd door push- en pullfactoren (sociaal-politiek, economisch, milieu) .
Een positief migratiesaldo kan de beroepsbevolking vergroten.
De wettelijke pensioenleeftijd: een verhoging hiervan (in België naar 66 jaar in 2025 en 67
in 2030) vergroot de beroepsbevolking.
De leeftijdsopbouw van de bevolking: weergegeven door de bevolkingspiramide. Een
brede basis (veel jongeren) heeft een positieve invloed, een smalle basis (vergrijzing) kan
problemen opleveren. Voorbeelden zijn de bevolkingspiramides voor België 2022.
Hoofdstuk 1: De Arbeidsmarkt
1 De arbeidsmarkt in theorie
Vraag en aanbod van arbeid: Producenten gebruiken productiefactoren
(natuur, arbeid, kapitaal, ondernemerschap)
om goederen en diensten te produceren. De productiefactor arbeid omvat zowel handen- als
hoofdarbeid. Werknemers en werkzoekenden bieden hun arbeid aan en vormen samen de
beroepsbevolking (het arbeidsaanbod). Werkgevers zoeken werknemers en vertegenwoordigen
de vraag naar arbeid. Op de arbeidsmarkt ontmoeten vragers en aanbieders elkaar, en daar
wordt de prijs van arbeid, het loon (ook salaris of wedde), bepaald. Dit wordt visueel
ondersteund door het schema "productiefactoren en de arbeidsmarkt".
Evenwicht op de arbeidsmarkt: Theoretisch wordt aangenomen dat de arbeidsmarkt voldoet
aan de voorwaarden van volkomen concurrentie. Er is evenwicht als de gevraagde hoeveelheid
arbeid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid arbeid. Het loon dat hierbij tot stand komt, is het
evenwichtsloon. Een grafiek illustreert dit evenwicht waar de vraagcurve (Qv of Qd) en de
aanbodcurve (Qa of Qs) elkaar snijden.
Onevenwichten op de arbeidsmarkt: In de praktijk bestaat de arbeidsmarkt uit vele
deelmarkten voor verschillende beroepen. Dit kan leiden tot:
Een aanbodoverschot (werkloosheid): als het loon hoger is dan het evenwichtsloon, is het
aanbod van arbeid groter dan de vraag, wat leidt tot werkloosheid.
Een aanbodtekort: als het loon lager is dan het evenwichtsloon, is de vraag naar arbeid
groter dan het aanbod. Dit doet zich voor bij knelpuntberoepen, waar veel vacatures niet
ingevuld raken.
2 De beroepsbevolking
Samenstelling van de bevolking:
De totale bevolking omvat de bevolking op arbeidsleeftijd (meestal 15-64 jaar) en de niet-
actieve bevolking (jonger dan 15 of vanaf de wettelijke pensioenleeftijd).
De bevolking op arbeidsleeftijd bestaat uit de beroepsbevolking (ook actieve bevolking
genoemd) en de niet-actieve bevolking op arbeidsleeftijd.
, De beroepsbevolking is het totaal van de werkende bevolking en de werkloze bevolking. Dit
wordt vaak weergegeven in een schema "samenstelling bevolking".
Grootte van de beroepsbevolking: Deze wordt bepaald door:
De grootte van de totale bevolking: beïnvloed door natuurlijke aangroei (geboorten
minus sterfgevallen) en het migratiesaldo (immigratie minus emigratie).
Migratie wordt gestuurd door push- en pullfactoren (sociaal-politiek, economisch, milieu) .
Een positief migratiesaldo kan de beroepsbevolking vergroten.
De wettelijke pensioenleeftijd: een verhoging hiervan (in België naar 66 jaar in 2025 en 67
in 2030) vergroot de beroepsbevolking.
De leeftijdsopbouw van de bevolking: weergegeven door de bevolkingspiramide. Een
brede basis (veel jongeren) heeft een positieve invloed, een smalle basis (vergrijzing) kan
problemen opleveren. Voorbeelden zijn de bevolkingspiramides voor België 2022.