INLEIDING
● Problemen in de bouw
- 58% vd problemen in de bouw komen van vocht (damp, waterlek…)
- Oorzaken vocht:
➢ Inwendige condensatie
➢ Infiltratie via kelders, dak, terras, schrijnwerk…
➢ Oppervlaktecondensatie
➢ …
- Gevolgen vocht
➢ Loskomende afwerking
➢ Schimmelvorming
➢ Uitbloeiingen v zouten
➢ Hoge relatieve vochtigheid
→ conclusie: vochtproblemen zijn lastig omdat er zoveel mogelijke oorzaken zijn,
moeilijk om te achterhalen wat nu echt de juiste oorzaak is
,● Mogelijke aggregatietoestanden vocht:
- Vast, vloeibaar, gas (wij bekijken alleen vloeibaar en gas)
● Productie en aanvoer vochtproblemen
- Kan intern en extern ontstaan:
➢ Vb extern: opstijgend vocht vanuit de grond, regen, te hoge
grondwatertafel, lek, hoge relatieve vochtigheid
➢ Vb intern: hoge relatieve vochtigheid, lek, bad, douche…
- Vochtprobleem ontstaat enkel als materialen niet om kunnen met vocht of als er
probleem is met de constructieopbouw
● dampdiffusie
- Omdat natuur streeft naar evenwichtstoestand (stroomt van hoge concentratie
naar lage concentratie, of hoge naar lage temp.)
- Oorzaak v dampdrukverschillen in gebouw:
➢ Temperatuurverschillen
➢ Op bepaalde plaatsen dampproductie en andere
plaatsen niet
➢ Zout trekt vocht aan → kan aanleiding geven tot
dampdrukverschillen
- Hoeveelheid damptransport hangt af van:
➢ verschil in dampdruk tussen 2 punten
➢ Diffusieweerstand materiaal (sommige materialen zijn bestendig tegen
diffusie)
● dampconvectie
- = niet anders dan bij warmte
- Verschil in temperatuur, zorgt voor
➢ Verschil in dichtheid
➢ Verplaatsing luchtvolume
➢ Streven naar evenwichtstoestand
, - Warme lucht zet uit en zal aanwezige vocht aantrekken en opnemen
- Hoe warmer de lucht is, hoe meer vocht er kan worden opgenomen in die lucht
(warme lucht stijgt, dus het vocht stijgt mee)
- Vochtige lucht opwarmen kost meer energie dan droge lucht opwarmen
(- daarom komt er warme lucht uit haardroger om zo snel mogelijk het vocht eruit te
halen)
● Cappillariteit (vloeistof)
- = zuiging door een klein buisje (bvb: rietje in glas → water in rietje zal
hoger staan dan in rest vh glas)
➢ komt door cohesie in vloeistofdeeltjes (blijft samenhangen)
➢ Adhesie aan oppervlak van rietje (trekken vloeistofniveau beetje
omhoog)
➢ Uiteindelijk: opwaartse kracht
➢ Vloeistofniveau in buisje staat hol naar beneden door
zwaartekracht die vloeistof terug naar beneden trekt
➢ Groter buisje: meer adhesiekracht, maar toch vloeistofniveau in buisje
lager omdat zwaartekracht naar beneden groter is
➢ Kleiner buisje: vloeistofniveau dus hoger
➢ Dus: bakstenen met kleine poriën kunnen minder water opnemen maar
water kan wel hoger stijgen, bakstenen met grote poriën kunnen meer
water opnemen maar water komt niet zo hoog in gebouw
➢ Daarom vochtwerende laag of onderbreking tussen grond en baksteen
zodat vloeistof niet meteen in baksteen kan gaan
● Zwaartekracht (vloeistof)
- Vloeistof beweegt zich altijd naar beneden
- Streeft naar stabiel evenwicht zodat gravitatie-potentiële energie zo laag mogelijk
is
- Winddruk is externe kracht die kan zorgen voor meer water dat binnendringt
doordat wind de regen tegen de gevel blaast
● Voorwaarden vochtproblemen
- Vochtbron aanwezig
- Aanwezigheid route: Vocht moet geraken op plaats waar het een probleem kan
veroorzaken
- Aanwezigheid drijvende kracht: wind, verschil in dampdruk, hydroscopische
werking van een zout…
- Vatbaarheid vh materiaal: als materiaal niet bestendig is tegen vocht