Woord Uitleg Regio
Exciterend Stimulerend
Inhiberend Afremmend
Depolarisatie Afname van het potentiaalverschil
Hyperpolarisatie Toename van het potentiaalverschil
Netwerken Groepen van neuronen
Neuron Zenuwcel in de hersenen, bouwsteen
in het zenuwstelsel
Rustpotentiaal Een ingebouwde manier om ruis een
klein beetje te onderdrukken
Actiepotentiaal vuren van neuronen
Eenvoudige neu- Ruggenmerg, 1 neuron in laag A, 1
ronenketen neuron in laag B, 1 neuron in laag C
Convergentie Meerdere cellen sturen naar 1 cel.
(convergeren) Verschillende axonen komen samen
bij 1 neuron.
Divergentie 1 neuron naar verschillende neuronen
Feedback Terugsturen van het actiepotentiaal
om zo neuron A te inhiberen
Feedforward De zender wordt niet het zwijgen
opgelegd, maar de ontvanger
Laterale inhibitie Zenuwcel vuurt, dit leidt tot inhibitie
van de zenuwcel die ernaast ligt. Dit
wordt gebruikt om heel precies te zijn.
Proprioceptie Zelfwaarneming. Het vermogen van
een organisme om de positie van het
eigen lichaam waar te nemen.
Sensatie Worden gedetecteerd door sen-
sorische receptoren.
Perceptie Interpretatie, ervaring, reactie op sen-
saties door cellen.
Transductie Omzetten van fysieke stimuli in veran-
dering van membraanpotentiaal in de
sensorische receptorcel.
Zintuig Bewuste ervaringen. Psychische func-
ties die ons al dan niet bewust infor-
matie verschaffen over de
gebeurtenissen in de materiële
wereld.
Sensorische re- Gespecialiseerd neuron (geen ont-
ceptor vanger op een dendriet). Het is een
cel die rechtstreeks de kwaliteit op-
pikt. Komt voor in gradaties (zoals een
, dimlamp). Ze hebben meestal geen
axon.
Receptief veld Locatie waar de stimulus zich moet
bevinden. Kan groter of kleiner zijn,
bestaat voor sensoren en neuronen
Adaptatie Alle mechanismen die er toe leiden
dat je zintuigen gevoelig zijn voor ver-
schillen in intensiteit.
Tint Wordt bepaald door de golflengte of
frequentie
Intensiteit of Amplitude van de curve
helderheid
Verzadigheid Zuiverheid van de golf
Fotonen Kleine pingpongballetjes die door de
zon gevuurd worden. Ze zijn vormloos
en reizen heel snel en ver. Ze botsen
tegen objecten en zij laten het licht
gedeeltijdelijk/volledig/niet door.
Schwanncellen Afwezig in de retina - daarom is vi- Perifere zenuw-
sueel stelsel verbonden aan CZS en stelsel
niet het PZS.
Oligodendrocyten Aanwezig in de retina, daarom is dit Retina
Astrocyten onderdeel van het CZS
Palioedeem Vochtophoping van de papil ook wel Kop van
de kop van de oogzenuw genoemd. oogzenuw
De retina Onderdeel van CZS waarin transductie In het oog
gaat plaatsvinden. Dit zorgt dan weer
voor visuele verwerking.
Optische Halen info uit netvlies/retina en sturen In de retina
zenuwen deze richting brein.
Regeneren van Opnieuw maken
cellen
Subarachnoïdale Ruimte in de hersenen waar hersen- In de hersenen
ruimte vocht zit
Optisch Optische schijf, hier zijn geen fotore- In het oog
zenuwhoofd ceptoren,
Fovea Put of kuil, wordt een beetje dunner. In het oog op de
Je kan hier het scherpst zien. Één op retina.
één verhouding fotoreceptoren en
bipolaire cellen, één op één verhoud-
ing bipolaire cellen en ganglioncellen.
Foveola Midden in de fovea In de fovea
CRY2 Basismechanisme voor transductie
verschilt bij een protist maar gelijkt
sterk op molecule,-n mechanismen
die voorkomen bij mensen
Euglena Gracilis Eencellige protist (dier noch plant)
(met flagellum) met een staartje leefde 800-1200
, miljoen jaar geleden
Negatieve Photo- Weg bewegen van het licht.
taxis
Staafjes en Twee soorten fotoreceptoren. Ze gaan In de retina
kegeltjes rechtstreeks reageren op fotonen door
(Fotoreceptoren lichtgevoelige proteïne. Ze hebben
laag 1) geen axonen (105 miljoen)
100 miljoen staafjes
5 miljoen kegeltjes
Bipolaire cellen Cellen met twee handjes, zijn een In de retina
(Laag 2) doorgeefluik. Ze hebben geen axonen
Ganglioncellen Hebben wel actiepotientaal. Conver- In de retina
(Laag 3) gentie (1 miljoen)
Amarcine cellen Laterale verbinding (geen axonen) In de retina
Fagocytose Recycleren van fotopigment in de fo- In de retina
toreceptoren door epithelium
Retinal Lipide uit vitamine A in de retina In de retina
Opsine Eiwit waar retinal aan gekoppeld In de retina
wordt
Rodopsine Staafjesrood, lichtgevoelig fotopig- In de retina
ment in de staafjes
Scotopisch zicht Zicht dat je hebt wanneer je enkel de
staafjes kan gebruiken, bv sterren-
licht.
Mesopisch zicht Zicht dat je hebt wanneer er al een
aantal kegeltjes gaan bijdragen. Je
spatiale discriminatie blijft beperkt
Fotopisch zicht Maximale staafjes stimulatie de beste
spatiale discriminatie.
Transductie bij Bij alle gewervelde dieren zo: fotore-
het zicht ceptoren worden geraakt door licht. -
hyperpolarisatie
Glutamaat Exciterende neurotransmitter die In de fotorecep-
zorgt voor actiepotentiaal in de gan- toren, bipolaire
glioncel. cellen.
ON-cellen Hyperpolarisatie door glutamaat. Wor- In de bipolaire
den door meer licht gedepolariseerd cellen
(aangezet). Afname van glutmaat. In de ganglion-
Staan in contact met kegeltjes cellen
OFF-cellen Depolarisatie door glutamaat. Worden In de bipolaire
bij meer licht afgezet. Hyperpolar- cellen
isatie. In de ganglion-
Staan in contact met kegeltjes cellen
Dwergcellen of P- Parvocellullaire lagen (LGN), weinig In de ganglion-
cellen kegeltjes en staafjes, traag en klein cellen, in de
receptief veld. LGN (parvocel-
lulair)