Hoofdstuk 3 en 4 8 oktober 2020
COMMUNICATIE (RELATIEGERICHTE BEGELEIDING)
3 ONDERZOEKENDE HOUDING
3.1 KENMERKEN VAN EEN ONDERZOEKENDE HOUDING
Onderzoekende houding begint met een gezonde nieuwsgierigheid en is een
essentieel element voor het begrijpen van gedrag. Een onderzoekende houding
kenmerkt zich door volgende 5 aspecten: kritisch willen zijn, willen begrijpen, willen
bereiken, willen delen en willen vernieuwen
3.1.1 KRITISCH ZIJN
Naar (verschillende aspecten) van jezelf en andere. Deze ‘deskundige twijfel’ geeft
aanzet tot kritisch stellen van vragen over verschillende onderwerpen.
Kritisch onderzoekende houding: je neemt geen genoegen met het begin van
(zelf)inzicht, je vraagt door. Is vriendelijk, alert en blijft verwonderd.
Deskundige twijfel: je trekt geen antwoorden in twijfel, je gaat telkens een stap verder
om de kern naar boven te halen en werkelijk inzicht te verwerven.
3.1.2 WILLEN BEGRIJPEN
Is het doorgronden v/d dieperliggende oorzaken van gedrag. Je onderzoekt
betekenissen van fenomenen/feiten die ons omringen.
Je vind het belangrijk om de feiten, gevoelens en gedachten te achterhalen en verder
te kijken naar achterliggende redenen die bijzondere inzichten op leveren zodat er een
brede visie over het gedrag gecreëerd kan worden.
3.1.3 WILLEN BEREIKEN
Om te weten te komen wat de drijvende krachten van gedrag zijn heb je
doorzettingsvermogen, gedrevenheid, discipline, geduld en enthousiasme nodig.
Het past om door te zetten om alles over jezelf en de ander te weten te komen, zorg dat
je niet te opdringerig wordt. Je moet tijdig kunnen stoppen met vragen en tijdig
afronden.
3.1.4 WILLEN DELEN
Is het uitleggen, toelichten, jezelf laten zien, openstaan voor ideeën en bevindingen van
jezelf en anderen open houding is heel belangrijk: verbreed je blik, leert je
verschillende perspectieven, laat zien dat je in je onderzoekend houding communicatief
sterk en sociaal vaardig bent.
Voel je niet direct aangevallen, maar probeer rustig te luisteren naar wat andere over
jou te zeggen hebben. Ga na of je jezelf erin kan vinden, ja? Leer eruit, Nee? Leg het
naast je neer.
1
, Hoofdstuk 3 en 4 8 oktober 2020
3.1.5 WILLEN VERNIEUWEN
Is de bereidheid om te veranderen van gedrag, het is nodig om origineel/creatief te
zijn/denken on mogelijkheden.
Het gaat erom dat je goed weet wat jij belangrijk vind in het begeleiden en ondersteunen.
Vanuit deze principes/uitgangspunten kan je jou/andere hun keuzes
maken/verantwoorden in samenwerking met de cliënt kan enkel wanneer je zelf
bewust bent van jouw principes/uitgangspunten.
Nieuwe dingen ontwikkelen, vernieuwende ideeën hebben en je intuïtie volgen zijn een
groot goed. Kies voor associatief denken: hierbij kun je putten uit verschillende
psychologische, filosofische of religieuze stromingen en hun bijhorende
methodieken/toepassingen.
3.2 ASPECTEN VAN PERSOONLIJKHEID
Voor je aan zelfonderzoek start, bespreken we enkele elementen die een rol spelen in je
persoonlijkheid.
3.2.1 INVLOED OP DE OMGEVING
Verschil tussen hoe je naar jezelf kijkt en hoe de omgeving dit doet. Degene met
wie jij omgaat, geeft een interpretatie van jou gedrag deze interpretatie zegt iets meer
over zijn karaktereigenschappen. Er is een verschil tussen wat de ene persoon laat zien
en wat de andere laat zien.
Er zijn twee kanten van jezelf: de primaire kant (de kant dat je voelt, denkt en ervaart)
en de secundaire kant (de kant hoe je naar de primaire kant kijkt en hierover
reflecteert).
3.2.2 HET EIGEN REFERENTIEKADER
Referentiekader wordt gevormd door: opvoeding, cultuur, religie, opgedane ervaringen,
wat je leert, hoort, leest en vooral zaken die je ervaren hebt en veel waarde aan schenkt.
Het is dynamisch: kan door nieuwe ervaringen veranderen, heeft veelte maken met
jouw motivatie en waardentoekenning.
Jouwreferentiekader in het contact:
Het is niet nodig om uw referentiekader zomaar uit te schakelen. Je moet zelf beslissen of
je je gevoelens/denkbeelden aan de andere bekend. Dit is makkelijker als vertrouwen en
sfeer creëert is dit al wat makkelijker.
3.2.3 OVERTUIGINGEN
Onbewuste overtuigingen: bepalen voor een groot deel ons gedrag (zijn conclusies uit
vroegere jeugdervaringen, die met elkaar verbonden zijn).
Overtuigingen geven je houvast en steun in werkelijkheid van elke dag. Wanneer dit
op de proef wordt gesteld, gaat het brein zich vaak verzetten kan veel
verwarring/onbegrip veroorzaken.
Het is moeilijk overtuigingen los te laten zorgt voor onzekerheid. Daarom is het
moeilijk deze te veranderen. Een mens is geneigd om alle waarnemingen te interpreteren
zodat de overtuigingen bevestigd kunnen worden geeft het brein rust en zekerheid.
2
COMMUNICATIE (RELATIEGERICHTE BEGELEIDING)
3 ONDERZOEKENDE HOUDING
3.1 KENMERKEN VAN EEN ONDERZOEKENDE HOUDING
Onderzoekende houding begint met een gezonde nieuwsgierigheid en is een
essentieel element voor het begrijpen van gedrag. Een onderzoekende houding
kenmerkt zich door volgende 5 aspecten: kritisch willen zijn, willen begrijpen, willen
bereiken, willen delen en willen vernieuwen
3.1.1 KRITISCH ZIJN
Naar (verschillende aspecten) van jezelf en andere. Deze ‘deskundige twijfel’ geeft
aanzet tot kritisch stellen van vragen over verschillende onderwerpen.
Kritisch onderzoekende houding: je neemt geen genoegen met het begin van
(zelf)inzicht, je vraagt door. Is vriendelijk, alert en blijft verwonderd.
Deskundige twijfel: je trekt geen antwoorden in twijfel, je gaat telkens een stap verder
om de kern naar boven te halen en werkelijk inzicht te verwerven.
3.1.2 WILLEN BEGRIJPEN
Is het doorgronden v/d dieperliggende oorzaken van gedrag. Je onderzoekt
betekenissen van fenomenen/feiten die ons omringen.
Je vind het belangrijk om de feiten, gevoelens en gedachten te achterhalen en verder
te kijken naar achterliggende redenen die bijzondere inzichten op leveren zodat er een
brede visie over het gedrag gecreëerd kan worden.
3.1.3 WILLEN BEREIKEN
Om te weten te komen wat de drijvende krachten van gedrag zijn heb je
doorzettingsvermogen, gedrevenheid, discipline, geduld en enthousiasme nodig.
Het past om door te zetten om alles over jezelf en de ander te weten te komen, zorg dat
je niet te opdringerig wordt. Je moet tijdig kunnen stoppen met vragen en tijdig
afronden.
3.1.4 WILLEN DELEN
Is het uitleggen, toelichten, jezelf laten zien, openstaan voor ideeën en bevindingen van
jezelf en anderen open houding is heel belangrijk: verbreed je blik, leert je
verschillende perspectieven, laat zien dat je in je onderzoekend houding communicatief
sterk en sociaal vaardig bent.
Voel je niet direct aangevallen, maar probeer rustig te luisteren naar wat andere over
jou te zeggen hebben. Ga na of je jezelf erin kan vinden, ja? Leer eruit, Nee? Leg het
naast je neer.
1
, Hoofdstuk 3 en 4 8 oktober 2020
3.1.5 WILLEN VERNIEUWEN
Is de bereidheid om te veranderen van gedrag, het is nodig om origineel/creatief te
zijn/denken on mogelijkheden.
Het gaat erom dat je goed weet wat jij belangrijk vind in het begeleiden en ondersteunen.
Vanuit deze principes/uitgangspunten kan je jou/andere hun keuzes
maken/verantwoorden in samenwerking met de cliënt kan enkel wanneer je zelf
bewust bent van jouw principes/uitgangspunten.
Nieuwe dingen ontwikkelen, vernieuwende ideeën hebben en je intuïtie volgen zijn een
groot goed. Kies voor associatief denken: hierbij kun je putten uit verschillende
psychologische, filosofische of religieuze stromingen en hun bijhorende
methodieken/toepassingen.
3.2 ASPECTEN VAN PERSOONLIJKHEID
Voor je aan zelfonderzoek start, bespreken we enkele elementen die een rol spelen in je
persoonlijkheid.
3.2.1 INVLOED OP DE OMGEVING
Verschil tussen hoe je naar jezelf kijkt en hoe de omgeving dit doet. Degene met
wie jij omgaat, geeft een interpretatie van jou gedrag deze interpretatie zegt iets meer
over zijn karaktereigenschappen. Er is een verschil tussen wat de ene persoon laat zien
en wat de andere laat zien.
Er zijn twee kanten van jezelf: de primaire kant (de kant dat je voelt, denkt en ervaart)
en de secundaire kant (de kant hoe je naar de primaire kant kijkt en hierover
reflecteert).
3.2.2 HET EIGEN REFERENTIEKADER
Referentiekader wordt gevormd door: opvoeding, cultuur, religie, opgedane ervaringen,
wat je leert, hoort, leest en vooral zaken die je ervaren hebt en veel waarde aan schenkt.
Het is dynamisch: kan door nieuwe ervaringen veranderen, heeft veelte maken met
jouw motivatie en waardentoekenning.
Jouwreferentiekader in het contact:
Het is niet nodig om uw referentiekader zomaar uit te schakelen. Je moet zelf beslissen of
je je gevoelens/denkbeelden aan de andere bekend. Dit is makkelijker als vertrouwen en
sfeer creëert is dit al wat makkelijker.
3.2.3 OVERTUIGINGEN
Onbewuste overtuigingen: bepalen voor een groot deel ons gedrag (zijn conclusies uit
vroegere jeugdervaringen, die met elkaar verbonden zijn).
Overtuigingen geven je houvast en steun in werkelijkheid van elke dag. Wanneer dit
op de proef wordt gesteld, gaat het brein zich vaak verzetten kan veel
verwarring/onbegrip veroorzaken.
Het is moeilijk overtuigingen los te laten zorgt voor onzekerheid. Daarom is het
moeilijk deze te veranderen. Een mens is geneigd om alle waarnemingen te interpreteren
zodat de overtuigingen bevestigd kunnen worden geeft het brein rust en zekerheid.
2