HOOFDSTUK 1: Basisprincipes van ontwikkelingspsychologie
📌 Wat is ontwikkeling en ontwikkelingspsychologie?
Ontwikkeling is het proces van lichamelijke, psychologische en sociale veranderingen
doorheen het leven.
Ontwikkelingspsychologie bestudeert deze veranderingen van baby tot oudere
volwassene, met aandacht voor wat ontwikkeling bevordert of belemmert. OF de studie van
continuïteit en verandering die zich voordoen doorheen de levensloop
° Wat blijft gelijk (continu), wat verandert?
° wat is die verandering als proces?
° wat maakt ons veerkrachtig door verandering, kwetsbaar?
Veerkracht = het vermogen om, door sterke adaptieve mogelijkheden, in moeilijke
omstandigheden weerstand te kunnen bieden cfr. Veer-kracht (spiraal: zie verder)
kwetsbaarheid = aanlegfactoren (temperament), persoonlijkheidsfactoren (geringe
frustratietolerantie, geringe stresstolerantie) relationele factoren (onbeschikbaarheid van
zorgfiguren, vroege verwaarlozing, …)
twee manieren om aan ontwikkelingspsychologie te doen:
1) Cognitieve ontwikkelingspsychologie: vanuit functies (motoriek, denken, geweten)
2) Psychoanalytische ontwikkelingspsychologie: vanuit vragen als: wat betekent
kindertijd voor de volwassenen die we worden, invloed van vroegere relaties op latere
(partner)relaties…: psychoanalytische ontwikkelingspsychologie We gaan niet
deterministisch denken maak probabilistisch m.a.w. de kan is groter dat…
Tijdens de les én op het examen wordt vaak gevraagd om gedrag te situeren binnen de
juiste ontwikkelingsfase en het juiste domein. Daarom is een goed begrip van fasen,
gehechtheid, ontwikkelingstaken, enz. essentieel.
🧭 De ontwikkeling situeren: ontwikkelingsfasen en -domeinen
Bij het bestuderen van ontwikkeling moet je steeds denken aan twee dingen:
1) In welke ontwikkelingsfase bevindt iemand zich?
2) Binnen welk domein of ontwikkelingslijn gebeurt dit gedrag of die verandering? (bijv.
ontwikkeling van het vroege ik, gehechtsheidsontwikkeling, psychoseksuele
ontwikkeling, sociale ontwikkeling,…)
📅 De 8 ontwikkelingsfasen (en leeftijden):
o Babytijd: 0 – 1,5 jaar (Bijv. Kindje Sylvie) Weet dat een kindje in deze fase heel snel
groeit, niet alleen de pasgeboren baby’s horen hierbij.
o Peutertijd: 1,5 – 3 jaar
o Kleutertijd: 3 – 6 jaar (Bijv. Froukje !Het kan dat je een deel van een vorige fase
meeneemt naar de volgende fase)
o Lagere schoolleeftijd: 6 – 12 jaar (Bijv. Leon en Kato)
o Adolescentie: 12 – 20 jaar (Bijv. ik)
o Jongvolwassenheid: 20 – 30 jaar (Bijv. Lotte)
o Middenvolwassenheid: 30 – 40/50 jaar (Bijv. mama en papa)
o Hogere leeftijd: vanaf ± 50 jaar (Bijv. meme en pepe)
🧩 Ontwikkelingsdomeinen: welke ‘lijnen’ van ontwikkeling zijn er?
Ontwikkeling is complex. Daarom spreken we over verschillende domeinen of
ontwikkelingslijnen die door elkaar heen lopen, zoals:
De ontwikkeling van het vroege ik:
Vroege zelfontwikkeling (Theorie van Stern)
Sociaal-affectieve (zelf)ontwikkeling (Theorie van Emde)
Separatie/individuatieproces (Theorie van Mahler)
Psychoseksuele ontwikkeling (Freud)
, Orale stadium
Anale stadium
Oedipale stadium
Latentie
Gehechtheidsontwikkeling (bij kinderen, volwassenen en koppels)
Deze theorieën komen verder in de cursus aan bod.
🧊 IJsbergmetafoor
Gedrag is slechts het topje van de ijsberg. Wat we zien aan gedrag, wordt gestuurd door wat
er onder de oppervlakte zit, zoals:
Emoties/ gevoelens
Motieven en verlangens
Intenties
Gehechtheidservaringen
Innerlijke conflicten
Ontwikkelingstaken
Bij elke ontwikkelingsfase wordt er dus een andere "ijsberg" actief – met andere
onderliggende processen.
Hoe krijg je zicht op de onderkant? : Wat maakt dat iemand zich zo gedraagt in functie van de
verlangens,…
Wanneer we enkel naar het gedrag kijken, missen we de invloed van de binnenwereld. Als we
deze zaken meenemen kunnen we emotioneel gaan afstemmen.
VOORBEELD: De Peuters willen autonoom worden. Wanneer de peuter een snoepje wil en de
mama zegt nee begint het kind te krijsen (Conflict: ik wil autonoom zijn, maar ik wil ook bij
mama zijn.) Wanneer je dan zegt dat je zonder hen zal vertrekken, krijgt het kind veel angst.
Wanneer je als ouder zegt: nee, je mag geen snoepje ik ga daar op jou wachten, maar ik ga
niet zonder jou weg.
Hoe meer een kind merkt dat een persoon naar hen luistert hoe meer ze die persoon zullen
opzoeken Wij willen dat de ouder die persoon wordt.
🧠 Basisprincipes van ontwikkelingspsychologie
1. Studie van verandering, continuïteit, transformatie en identiteit
Ontwikkelen betekent dat iemand verandert, groeit of zichzelf transformeert. Denk aan een
kind dat zelfstandiger wordt of een jongere die zijn identiteit zoekt.
Deze veranderingen komen vanuit ontwikkelingstaken en -fasen EN
ontwikkelingsinterferenties = wanneer iets tussenkomt bv, Wanneer een ouder op vroege
leeftijd sterft, kan het dat je als kind sneller volwassen wordt.
Deze veranderingen gaan vaak gepaard met angst of weerstand (bij ouder en kind).
Wanneer er een ontwikkelingssprong aankomt, gaat het kind vaak terugvallen op het
vertrouwde.
identiteit = een basis in onszelf waarin we ons in herkennen en vertrouwd aanvoelt : Daarom
is je identiteit creëren doorheen de jaren heel belangrijk.
M.a.w. toch is er altijd ook continuïteit: een kern (identiteit) die hetzelfde blijft, maar ook
steun zoeken bij vertrouwensfiguren. Dit zorgt ervoor dat
aanpassing mogelijk is en de angst niet te groot wordt.
Groei bevorderende invloeden: sociale steun, spontaan herstel,
veerkracht, karakter, therapie, culturele draagvlakken, ….
2. Ontwikkeling wordt beïnvloed door biologische,
psychologische en sociale factoren
, Je ontwikkeling wordt tegelijk beïnvloed door biologische, psychologische en sociale
factoren. Bijvoorbeeld: een kind met een moeilijk temperament (biologisch) dat opgroeit in
een warm gezin (sociaal) en leert omgaan met frustratie (psychologisch).
Belangrijk: als één van die factoren verandert, verandert vaak het hele systeem.
3. Ontwikkelingsgerichte preventie/interventie
Ontwikkelingspsychologie helpt je om gedrag te begrijpen binnen de context van de
ontwikkelingsfase. Je leert inschatten wat normaal gedrag is en wanneer er sprake is van
een probleem. Bijvoorbeeld: is het normaal dat een peuter driftbuien heeft? Ja, als het past
binnen zijn fase van autonomieontwikkeling.
👉 Zie ook het Eerste Stappenproject in je syllabus.
4. Ontwikkeling is ingebed in een relationele context
Je groeit niet alleen m.a.w. ontwikkeling is niet enkel het resultaat van maturatie. De relaties
die je hebt – vooral in je kindertijd – hebben een grote invloed op je ontwikkeling.
Sociaal-emotioneel: de ouder-kindrelatie beïnvloedt de ontwikkeling:
o Relationele conflicten = je gooit de innerlijke strijd in de relaties dat je hebt.
Bijvoorbeeld bij autonomie ga je je stem laten horen bij je ouders, vrienden,…
o Innerlijke conflicten = een combinatie van verlangen + angst. bv. men wordt groot
omdat men de angst die ermee samenhangt in de ogen durft kijken.
Voorbeeld: Bij kind dat schrik heeft voor monsters onder het bed samen met een ouder onder
het bed kijken en je angst in de ogen kijken.
Voorbeeld: innerlijk conflict : verlangen: op kamp gaan/ angst: separatieangst relationeel
conflict : Tijdelijk meer moeite hebben met afscheid nemen aan de schoolpoort of omgekeerd
juist meer afstand begint te nemen.
OP VOORWAARDE dat de ouders het kind ook uitdagen om die angsten in de ogen te kijken.
Gevoelsambivalentie = gelijktijdig 2 tegenstrijdige gevoelens ervaren t.o.v. dezelfde
persoon
Wanneer zijn kinderen hiertoe in staat?
Ontwikkeling is dus ook afhankelijk van hoe je met mensen verbonden bent én hoe veilig je
je voelt in die relaties. Om te kunnen ontwikkelen moet je je angsten in de ogen durven te
kijken.
5. Probabilistisch model
De vroege kindertijd is enorm belangrijk, maar ze bepaalt niet alles. Goede vroege
ervaringen vergroten de veerkracht, terwijl moeilijke ervaringen de kwetsbaarheid
verhogen. Maar: ontwikkeling blijft open. Er is ruimte voor verandering, herstel en groei.
Belangrijk principe aangezien het zorgt voor hoop. M.a.w. het is nooit te laat.
6. Ontwikkeling is niet lineair
We ontwikkelen niet in een rechte lijn. Iedereen ontwikkeld op zijn eigen tempo. (Er is wel een
gemiddelde ontwikkeling waarop kinderen bepaalde ontwikkelingsstappen zetten).
Het feit dat elk kind een beetje anders ontwikkeld maakt hen uniek. (Het is een samenspel
van verschillende ontwikkelingslijnen: cognitief, affectief, sociaal,…)
(Tijdelijke) disharmonische ontwikkelingsprofielen = wanneer de ontwikkeling in de
verschillende domeinen niet gelijktijdig verlopen. Bv, motorisch kan het kind zich misschien
veel sneller ontwikkelen dan in taal, maar dit is tijdelijk en duurt meestal maar 6 maanden.
Twee manieren om naar ontwikkeling te kijken:
1) Beeld van ontwikkeling als trappen (bv, Emde)
Trappen, stappen, sprongen