↪ aerobe en anaerobe celademhaling
1. celademhaling
alle levensprocessen vereisen energie > ATP
= oxidatie v voedingsstoffen om energie uit die stoffen op te slaan in vorm v ATP
- aerobe celademhaling: tussenkomst v O2
- anaerobe celademhaling: zonder tussenkomst v O2
oxidatie v voedingsstoffen:
- oxidatie: elektronen wegnemen
- reductie: elektronen opnemen
bij CA: NAD+ (nicotinamide adenine dinucleotide) en FAD (flavine adenine dinucleotide)
= co-enzymen + doen dienst als waterstofdragers
NADᐩ + 2e- + Hᐩ → NADH + Hᐩ
FAD + 2e- + Hᐩ → FADH2
2. aerobe celademhaling
2.1 verband tss spijsvertering & oxidatie v voedingsstoffen
sachariden, lipiden & proteïnen = voedingsstoffen die E kunnen leveren
MAAR moeten verkleinen zodat ze kunnen worden vervoerd
⇒ hydrolyse tijdens het spijsverteringsproces
→ via bloedbaan getransporteerd nr lichaamscellen, hier oxidatie vs + ATP
2.2 oxidatieproducten
oxidatie v voedingsstoffen → E + oxidatieproducten
oxidatieproducten van proteïnen en nucleïnezuren niet ophopen → giftig (via urine verwijderd)
2.3 globale reactievergelijking vd oxidatie van
glucose
C6H12O6 + 6 O2 → 6 CO2 + 6 H2O + E
↪ via traceronderzoek tijdens proefdierexperiment herkomst v C in CO2 bepalen mbv 14C
(radioactieve isotoop)
1
, ⇒ C in uitgeademd CO2: afkomstig v voeding
⇒ Ca(OH)2 + 14CO2 → H2O + Ca14CO3 ↓
2.4 het verloop vd oxidatie v glucose
1) glycolyse
- buiten mitochondriën: in cytosol
- geen O2 nodig
C6H12O6 + 2 NAD+ + 2 ATP + 4 ADP + 4 Pi
↓
2 pyruvaat + 2 NADH + 2 H+ + 4 ATP + 2 ADP + 2 Pi + 2 H2O
vereenvoudigd:
C6H12O6 + 2 NAD+ + 2 ADP + 2 Pi
↓
2 pyruvaat + 2 NADH + 2 H+ + 2 ATP + 2 H2O
energierijke moleculen: 2ATP & 2NADH + 2Hᐩ
2) citroenzuurcyclus / krebscyclus
- in matrix vh mitochondrion
- geen O2 nodig, maar wel vereist (e- acceptor) voor NADH en FADH2 te oxideren
- pyruvaatmoleculen via transportproteïnen nr matrix
1) vorming van
acetyl co-enzym A
* decarboxylatie
= C- en O-atomen worden
afgesplitst in vorm v CO2
2