Preparaat 025445
- Atrofische huid
o Epidermis is dunner bij atrofische huid
Numerieke atrofie minder cellen
o Huid van een Cushing patiënt
Dunner dan normale huid
Alopecie atrofie haarfollikels
- Hyperplastische huid
o Kan ontstaan door bv. ligplekken
1. Definieer de termen hyperplasie en atrofie toegepast op de
epidermis van de huid.
a. Bij hyperplasie wordt de huid dikker. Dit wordt veroorzaakt
door een toename van het aantal cellen. Bij atrofie van de huid
wordt de epidermis dunner door een afname van het aantal
cellen
Preparaat 07W900
- Nodulaire hyperplasie aan de oorschelp
- Verhoornde tot verschilferde oorschelp niet normaal
- Detail hyperplasie
o Allerlei kleine gisten zichtbaar als kleine stipjes
o Wordt veroorzaakt door malacesia pachydermatis
- Herkennen aan de geur van de oren
- Swab nemen en onder de microscoop leggen
- Predispositie voor honden met hangoren
o Duitse herder ook dermatitis
- Warme omstandigheden
- Honden die graag zwemmen
1. Beschrijf de massa die u ziet op kleine vergroting of met het
blote oog
a. Nodulaire dermale hyperplasie aan de oorschelp vast.
Onregelmatige poliep-achtige massa met centrale
bindweefselnecrose. Geflankeerd door hyperplastisch epitheel
en hyperkeratose
2. Welke structuren ondergaan hyperplasie?
a. Epitheelcellen van de epidermis en de dermis
3. Hoe/door wat werd de hyperplasie wellicht uitgelokt?
a. Malacesia pachydermatis gist
, b. Genetische predispositie voor honden met hangoren
c. Warmte
d. Honden die graag zwemmen
Preparaat 07W355/1
- Naast de epidermis ook haarfollikels hyperplastisch geworden
- Dermis heeft sterk eosinofiel collageen bindweefsel
1. Welke structuren ondergaan eveneens hyperplasie?
a. Haarfollikels
b. Dermis
c. Bloedvaten
d. Talgklieren
Preparaat 07W106/1
- Hyperplasie cellen vermeerderen
o Onderscheiden van hypertrofie cellen worden groter
- Cortex is verdikt
o Aldosteron en cortisol en androgenen worden meer
geproduceerd
- Zou mogelijks een Cushing patiënt kunnen zijn
o Leidt tot spieratrofie
o Atrofie bij buikspieren van de hond hangbuik
o Mens moonface
- Ontsteking induceert necrose aangetrokken door de DAMPS
o Coagulatienecrose
Is de enige soort necrose met toegenomen eosinofielen
Verdensing van de kleurstof
o Collacuatienecrose
Alles is verdund door het aanwezig water
- Vacuolaire degeneratie
o Vocht wordt opgestapeld in de cel
o Cel moet continu pompen om geen vocht op te nemen
3 Natrium naar buiten
2 Kalium naar binnen
Pompen vereisen ATP
Kachel
Brandhoud
Zuurstof
- Adenohypofysetumor die de bijnier aanzet tot prolifereren van de cel
o Zodanig veel cellen dat het niet meer past verdrukken de
cellen en de bloedvaatjes
, o Geen aanvoer van bloed, zuurstof en oxideerbare substanties
Geen ATP productie
Geen pompwerking
water opgenomen
vacuolaire degeneratie
o Contralaterale bijnier zal ook net zo groot worden
1. Welk symptomenbeeld verwacht je bij hyperplasie van de
bijnierschors (denk aan de bijnierhormonen)?
a. Eiwitkatabolisme
i. Spieratrofie
ii. Atrofie haarwortelcellen
iii. Schildklieratrofie
iv. Fagocyten atrofie
b. Osteoporose
c. Adipositas
2. Verklaar de aanwezigheid van ontstekingsinfiltraat
a. Hyperplasie leidt tot druknecrose van het merg waardoor
ontstekingscellen aangetrokken worden
3. Hier en daar zie je vacuolaire degeneratie. Wat is dit
eigenlijk?
a. Vacuolaire degeneratie betekent dat er vocht in vacuoles in
het cytoplasma opgestapeld worden in de cellen. Normaliter
moet de cel constant blijven pompen om niet te veel vocht op
te nemen. Als dit niet meer gebeurt, zal er constant water
opgenomen worden wat leidt tot de vorming van vacuoles. De
cel heeft reeds acuut degeneratief celoedeem ondergaan en
het kan in dit geval gezien worden als voorstadium van de
necrose.
Preparaat 07W870
- Proliferatie van de galgang
- Hyperplasie zorgt voor vergroting van de galgang
o Zijn in plooien gegaan om nog in de gang te passen
- Overal zitten eieren in het epitheel
o Eitjes van coccidiose
o Vermenigvuldigen intracellulair in de galgangen proliferatie
1. Welke cellulaire adaptatie heeft gezorgd voor de
galgangproliferatie?
a. Hyperplasie van het galgangepitheel
2. Kan je de etiologie van deze proliferatie achterhalen?
, a. In het epitheel zitten eitjes van coccidiose. Deze
vermenigvuldigen intracellulair in de galgangen waardoor
proliferatie ontstaat
Preparaat P10-859
- Cysteuze endometrium hyperplasie, CEH
o Klieren zijn cysteus ontaard
- Rondom endometrium bevindt zich het myometrium
- Pathogenese
o Intacte teven o.i.v. oestrogeen en progesteron krijgen een
hormonale overprikkeling van de klieren die beginnen te
prolifereren. De klieren zijn met veel en de cellen gaan in
hyperplasie waardoor ze ook nog groter worden. Het vele
aanwezige secreet is een voedingsbron voor bacteriën. Deze
gaan opklimmen richting vulva, etc.
o Beeld kan veranderen naar beeld vol neutrofielen om het
tegen te gaan. De hoop (vervallen) neutrofielen ook wel
bekend als etter purulente ontsteking (etterige ontsteking)
1. Beschrijf de hyperplasie
a. Toename van het aantal endometriale cellen en interstitieel
weefsel. Voornamelijk de toename in het aantal klieren valt op.
Dit zorgt voor diktetoename van het endometrium
2. Waarop slaat het adjectief ‘cysteus’?
a. De klieren van het endometrium zijn cysteus ontaard. Ze
hebben cysten gevormd die met vocht zijn opgevuld
Preparaat 1.1. 27. IP 5/2
- Typisch aan hypertrofische hartspiercellen
o Sterk verbreed
o Vergrote kern met onregelmatige hoekige vorm
- Cellen zijn sterk vergroot wijst op dat het hart harder moet
samentrekken
o Vernauwing
o Toegenomen weerstand in de long
Longfibrose
- Cor pulmonale
o Hartdilatatie doordat het heel lang heel hard heeft moeten
pompen door bovenstaande oorzaken
o Lethaal
- Okergele korrels zichtbaar lipofuscine
- Cardiomyocyten kunnen NIET delen