Samenvatting: Juridische argumentatieleer
0. Inleiding
Juridische argumentatieleer (JAL): Doel => Verwoording, onderbouwing
en overtuigingskracht van het recht
Wat is een “goede” redenering?
Wat zijn overtuigende argumenten om mijn boodschap te onderbouwen?
Wat zijn de spelregels voor een productief verloop van de discussie?
Welke denkfouten bestaan er en hoe kunnen die mijn denken
manipuleren?
Toepassingsgebieden:
Beleid: Parlementaire handelingen, politieke communicatie
Rechtspraak: Conclusies, pleidooien, rechterlijke beslissingen
Rechtsleer: Analyse en kritiek op juridische argumentatie
Beroepsleven: Toepassing in bedrijven en juridische communicatie
Niet inbegrepen: Wetgevingstechniek (valt buiten dit vak)
JAL als leer van het redeneren en (juridisch) argumenteren
1. Redeneren: Aaneenschakelen van beweringen, waarbij één bewering
(de conclusie) wordt afgeleid uit één of meerdere beweringen (de
premissen).
Redenering: Uit premissen leidt je een conclusie af! Dus een afleiding
maken van premisse naar een conclusie.
Binnen één persoon (monoloog) <-> Argumenteren: Tussen minstens
twee personen (dialoog)
Wat is een “goede” redenering?
Je zou kunnen denken dat het een redenering is die inhoudelijk juist
is, die overeenkomt met de werkelijkheid & waarheidsgetrouw =>
MAAR niet de technische betekenis!
Geldig redeneren: Zuiver formeel criterium/ kwaliteitscriterium om
redeneringen te gaan beoordelen, een redenering is geldig. Dat je
dus uit die premisse, op een goede manier die conclusie kunt
afleiden.
▫ Formeel criterium: Criterium waar geen ethische lading achter
zit, maar wel geldige redenering, omdat je uit die premisse
geldig die conclusie mag afleiden, structuur is belangrijk =>
Geldig structureren van beweringen.
2. Argumenteren: Gericht op overtuigen
Tussen minstens twee personen (dialoog)
Wat is een “goed” argument?
I.t.t. tot feiten hebben argumenten geen absoluut waarheidsgehalte
i.t.t. Wat voor redeneren het geval is, is er geen vaststaand formeel
criterium voor een “geldig” argument. Wel zijn er verschillende
theorieën over welke argumenten inhoudelijk het meest overtuigen.
Deugdelijk argumenteren: Argumenten die voldoen aan bepaalde
kwaliteitseisen.
▫ Kwaliteitsvereisten die je koppelt aan het overtuigen van
mensen, kan je door je argumenten op die manier te
1
, structureren iemand gaan overtuigen of niet? Is het argument
terecht overtuigend of niet? Wel, dan is het deugdelijk
argument, anders ondeugdelijk.
Redenering ≠ argumentatie
Redeneringen zijn geldig/ ongeldig; argumentaties zijn deugdelijk/
ondeugdelijk.
Een geldige redenering vormt (idealiter) de basis voor een
deugdelijk argument.
3. Juridisch argumenteren: Kerntaak van elke jurist
Argumenteren in een specifieke context met eigen regels, gebruiken
en vakterminologie.
Belang van JAL
Argumenten wordt recht: Juridische argumenten vormen de basis voor
recht, dat vervolgens de werkelijkheid stuurt en codificeert. Juiste
verwoording van argumenten dus zeer belangrijk.
Inzicht in juridische argumenteren: Begrip van juridische redeneringen is
essentieel om de eigenheid en werking van het recht te doorgronden.
Beperkingen van JAL
Beperkt tot techniek: Biedt denkkaders en ijkpunten voor kwaliteitsvolle
(deugdelijke) juridische argumenten, maar geeft hier geen inhoud aan.
Nochtans is een technisch deugdelijke juridische redenering niets zonder
inhoud.
Inhoud argumenten wordt bepaald door:
Rechtsregels (in brede zin, ruim geïnterpreteerd) => De formele
wetgeving, jurisprudentie en algemene rechtsbeginselen.
▫ Relativiteit van recht: in tijd, in plaats, in impact
▫ Interpretatieve argumenten (zie deel III): Hoe rechtsnormen worden
uitgelegd en toegepast.
▫ Dura lex sed lex? De wet is de wet, maar interpretatie speelt een
grote rol.
Concrete toepassing van het recht en belangen achter het recht.
Anders voor elke individuele situatie en elke individuele jurist. O.a.
bepaald door:
▫ Maatschappelijke context, verwachtingen, normen en waarden van
de samenleving beïnvloeden hoe het recht wordt toegepast.
▫ Belangen en waarden van opdrachtgever: In juridische procedures
spelen belangen van cliënten/ instanties doorslaggevende rol.
▫ Belangen en waarden van jurist, maar ook diens positionaliteit
(zoals sociale identiteit, achtergrond & ervaringen beïnvloedt hoe
argumenten worden opgebouwd/ geïnterpreteerd).
Taalvaardigheid en –beheersing
Sterke juridische argumentatie vereist niet alleen een logische opbouw,
maar ook een krachtige en precieze taalbeheersing.
Uitdaging: JAL en technologische innovatie (AI)
Opportuniteiten voor juristen
2
, Gebruik AI bij opzoekings- en schrijfvaardigheden: training in andere
vakken
Maar ook valkuilen: Misinformatie (nonsens, bias => Overgrote deel van
kennis in Engels, speelt ook een invloed), ontbrekende bronvermelding,
beperkte schrijfvaardigheid
Juristen van de toekomst
AI als assistent, niet als plaatsvervanger
Nadruk op kritisch denken, creativiteit, empathie, strategisch
vermogen
JAL: kennis van redeneren en argumenteren blijft essentieel
Eigen basiscompetenties: Jurist in de cockpit, AI als assistent
Kritisch inzicht in werking AI: Misinformatie, redeneerfouten, bias
Creatief zelf een redenering en argumenten opbouwen, en denkfouten
bij anderen identificeren.
JAL – I. Redeneren
I. Cognitieve achtergrond
H.1 De mens als dier met sterke cognitieve capaciteiten
Cognitieve capaciteiten < evolutionaire wortels
=De cognitieve vermogens van de mens hebben evolutionaire wortels en zijn
opgebouwd in lagen volgens de theorie van het drievuldig brein (triune brain)
Theorie drievuldig brein (triune brain)
Oudste laag: Het reptielachtige brein
o Stuurt rigide, obsessief compulsief en paranoïde gedrag (deel van
brein dat de slechte kant van de mens aanstuurt)
o Verantwoordelijk voor basisoverlevingsmechanismen
Tweede laag: Oude zoogdierenbrein
o We delen deze laag met heel wat andere zoogdieren, zaken die
geavanceerde zoogdieren ook hebben.
o Verantwoordelijk voor emoties, motivatie en drijfveren
o Speelt een rol in kennisverwerving, tijdsbesef, geheugen en
geurverwerving.
Nieuwste laag: Recente zoogdierenbrein => Typeert de mens!!
o Zorgt voor hoge cognitieve functies, zoals abstract redeneren en
inventiviteit/ creativiteit.
o Onderscheid de mens van andere diersoorten door complex denken
en probleemoplossend vermogen.
=> Deze opbouw verklaart hoe de menselijke intelligentie zich heeft
ontwikkeld op basis van evolutionaire principes.
Opgepast: “Triune brain” is wetenschappelijk onnauwkeurig
Voordeel: Biedt wel een nuttig kader om menselijke onredelijkheid te
begrijpen
Mensen en dieren: Geen strikte scheiding
Mensen en dieren verschillen relatief weinig in cognitieve capaciteiten.
Op sommige gebieden zijn dieren zelfs efficiënter of "verstandiger" dan
mensen, geavanceerder dan mensen (Bv.: Chimpansees).
3
, Humans versus Econs
Humans: Echte mensen met emoties, intuïtie en irrationeel gedrag.
Econs: Wat wij graag denken dat we zijn, zuiver rationele actoren zoals
verondersteld in de klassieke economische theorie.
Dus terwijl we graag denken dat we econs zijn, zijn we eigenlijk
humans!
Invloed van het recht
Het idee van de mens als rationele actor heeft lange tijd een grote rol
gespeeld in het recht.
Bv.: Contractenrecht is daarop gebaseerd => Het feit dat je als twee
rationele actoren met elkaar een contract gaat sluiten. Terwijl in
realiteit zijn er heel wat meer zaken/ dynamieken die
contractverhoudingen gaan beïnvloeden.
We denken graag dat we altijd rationeel zijn en de best mogelijke/
geavanceerde versie van onszelf zijn, maar we zijn niet altijd econs.
Belangrijke gevolgen voor hoe mensen met elkaar in dialoog gaan.
Gevolg van evolutionaire wortels van menselijk redeneren/ 3 lagen in
ons brein:
Manipuleerbaarhied (“nudging”)
Wij zijn als mensen manipuleerbaar, ook al denken we dat we rationeel
zijn en onze eigen beslissingen kunnen nemen.
Bv.: Reclame die ons voortdurend probeert te overtuigen om zaken aan
te schaffen.
Ook ten goede
Menselijke manipuleerbaarheid is niet alleen maar negatief.
“Nudging”: De impulsen die mensen van nature hebben gaan
aanzetten om de juiste keuzes te maken.
Bv.: Foto winkelkar => Rapper geneigd om dat ook dan te gaan vullen
met groenten en fruit.
H2. Systeem 1 en Systeem 2-denken
Wat bepaalt ons gedrag? Onderscheid tussen Systeem 1 en Systeem
2-denken
Systeem 1: Snel, intuïtief denken
De automatische piloot, het soort denken dat ervoor zorgt dat we
meteen kunnen handelen.
Stuurt ook het meeste van onze handelingen, de automatische reactie
die we hebben op zaken die gebeuren.
Systeem 2: Traag, rationeel
Het denken dat bewust gebeurt, enkel bewust te activeren, niet vanuit
impulsen.
Dit is wat wij graag denken als mens, dat we voortdurend rationeel zijn,
maar dat zijn we niet de hele tijd.
Opgepast: Systeem 1 ≠ emotie; systeem 2 ≠ rede
Systeem 1 betekent dat je bepaalde delen van gedrag jezelf zo eigen
hebt gemaakt dat je ze automatisch gaat stellen.
Overgang van Systeem 2 naar Systeem 1
4
0. Inleiding
Juridische argumentatieleer (JAL): Doel => Verwoording, onderbouwing
en overtuigingskracht van het recht
Wat is een “goede” redenering?
Wat zijn overtuigende argumenten om mijn boodschap te onderbouwen?
Wat zijn de spelregels voor een productief verloop van de discussie?
Welke denkfouten bestaan er en hoe kunnen die mijn denken
manipuleren?
Toepassingsgebieden:
Beleid: Parlementaire handelingen, politieke communicatie
Rechtspraak: Conclusies, pleidooien, rechterlijke beslissingen
Rechtsleer: Analyse en kritiek op juridische argumentatie
Beroepsleven: Toepassing in bedrijven en juridische communicatie
Niet inbegrepen: Wetgevingstechniek (valt buiten dit vak)
JAL als leer van het redeneren en (juridisch) argumenteren
1. Redeneren: Aaneenschakelen van beweringen, waarbij één bewering
(de conclusie) wordt afgeleid uit één of meerdere beweringen (de
premissen).
Redenering: Uit premissen leidt je een conclusie af! Dus een afleiding
maken van premisse naar een conclusie.
Binnen één persoon (monoloog) <-> Argumenteren: Tussen minstens
twee personen (dialoog)
Wat is een “goede” redenering?
Je zou kunnen denken dat het een redenering is die inhoudelijk juist
is, die overeenkomt met de werkelijkheid & waarheidsgetrouw =>
MAAR niet de technische betekenis!
Geldig redeneren: Zuiver formeel criterium/ kwaliteitscriterium om
redeneringen te gaan beoordelen, een redenering is geldig. Dat je
dus uit die premisse, op een goede manier die conclusie kunt
afleiden.
▫ Formeel criterium: Criterium waar geen ethische lading achter
zit, maar wel geldige redenering, omdat je uit die premisse
geldig die conclusie mag afleiden, structuur is belangrijk =>
Geldig structureren van beweringen.
2. Argumenteren: Gericht op overtuigen
Tussen minstens twee personen (dialoog)
Wat is een “goed” argument?
I.t.t. tot feiten hebben argumenten geen absoluut waarheidsgehalte
i.t.t. Wat voor redeneren het geval is, is er geen vaststaand formeel
criterium voor een “geldig” argument. Wel zijn er verschillende
theorieën over welke argumenten inhoudelijk het meest overtuigen.
Deugdelijk argumenteren: Argumenten die voldoen aan bepaalde
kwaliteitseisen.
▫ Kwaliteitsvereisten die je koppelt aan het overtuigen van
mensen, kan je door je argumenten op die manier te
1
, structureren iemand gaan overtuigen of niet? Is het argument
terecht overtuigend of niet? Wel, dan is het deugdelijk
argument, anders ondeugdelijk.
Redenering ≠ argumentatie
Redeneringen zijn geldig/ ongeldig; argumentaties zijn deugdelijk/
ondeugdelijk.
Een geldige redenering vormt (idealiter) de basis voor een
deugdelijk argument.
3. Juridisch argumenteren: Kerntaak van elke jurist
Argumenteren in een specifieke context met eigen regels, gebruiken
en vakterminologie.
Belang van JAL
Argumenten wordt recht: Juridische argumenten vormen de basis voor
recht, dat vervolgens de werkelijkheid stuurt en codificeert. Juiste
verwoording van argumenten dus zeer belangrijk.
Inzicht in juridische argumenteren: Begrip van juridische redeneringen is
essentieel om de eigenheid en werking van het recht te doorgronden.
Beperkingen van JAL
Beperkt tot techniek: Biedt denkkaders en ijkpunten voor kwaliteitsvolle
(deugdelijke) juridische argumenten, maar geeft hier geen inhoud aan.
Nochtans is een technisch deugdelijke juridische redenering niets zonder
inhoud.
Inhoud argumenten wordt bepaald door:
Rechtsregels (in brede zin, ruim geïnterpreteerd) => De formele
wetgeving, jurisprudentie en algemene rechtsbeginselen.
▫ Relativiteit van recht: in tijd, in plaats, in impact
▫ Interpretatieve argumenten (zie deel III): Hoe rechtsnormen worden
uitgelegd en toegepast.
▫ Dura lex sed lex? De wet is de wet, maar interpretatie speelt een
grote rol.
Concrete toepassing van het recht en belangen achter het recht.
Anders voor elke individuele situatie en elke individuele jurist. O.a.
bepaald door:
▫ Maatschappelijke context, verwachtingen, normen en waarden van
de samenleving beïnvloeden hoe het recht wordt toegepast.
▫ Belangen en waarden van opdrachtgever: In juridische procedures
spelen belangen van cliënten/ instanties doorslaggevende rol.
▫ Belangen en waarden van jurist, maar ook diens positionaliteit
(zoals sociale identiteit, achtergrond & ervaringen beïnvloedt hoe
argumenten worden opgebouwd/ geïnterpreteerd).
Taalvaardigheid en –beheersing
Sterke juridische argumentatie vereist niet alleen een logische opbouw,
maar ook een krachtige en precieze taalbeheersing.
Uitdaging: JAL en technologische innovatie (AI)
Opportuniteiten voor juristen
2
, Gebruik AI bij opzoekings- en schrijfvaardigheden: training in andere
vakken
Maar ook valkuilen: Misinformatie (nonsens, bias => Overgrote deel van
kennis in Engels, speelt ook een invloed), ontbrekende bronvermelding,
beperkte schrijfvaardigheid
Juristen van de toekomst
AI als assistent, niet als plaatsvervanger
Nadruk op kritisch denken, creativiteit, empathie, strategisch
vermogen
JAL: kennis van redeneren en argumenteren blijft essentieel
Eigen basiscompetenties: Jurist in de cockpit, AI als assistent
Kritisch inzicht in werking AI: Misinformatie, redeneerfouten, bias
Creatief zelf een redenering en argumenten opbouwen, en denkfouten
bij anderen identificeren.
JAL – I. Redeneren
I. Cognitieve achtergrond
H.1 De mens als dier met sterke cognitieve capaciteiten
Cognitieve capaciteiten < evolutionaire wortels
=De cognitieve vermogens van de mens hebben evolutionaire wortels en zijn
opgebouwd in lagen volgens de theorie van het drievuldig brein (triune brain)
Theorie drievuldig brein (triune brain)
Oudste laag: Het reptielachtige brein
o Stuurt rigide, obsessief compulsief en paranoïde gedrag (deel van
brein dat de slechte kant van de mens aanstuurt)
o Verantwoordelijk voor basisoverlevingsmechanismen
Tweede laag: Oude zoogdierenbrein
o We delen deze laag met heel wat andere zoogdieren, zaken die
geavanceerde zoogdieren ook hebben.
o Verantwoordelijk voor emoties, motivatie en drijfveren
o Speelt een rol in kennisverwerving, tijdsbesef, geheugen en
geurverwerving.
Nieuwste laag: Recente zoogdierenbrein => Typeert de mens!!
o Zorgt voor hoge cognitieve functies, zoals abstract redeneren en
inventiviteit/ creativiteit.
o Onderscheid de mens van andere diersoorten door complex denken
en probleemoplossend vermogen.
=> Deze opbouw verklaart hoe de menselijke intelligentie zich heeft
ontwikkeld op basis van evolutionaire principes.
Opgepast: “Triune brain” is wetenschappelijk onnauwkeurig
Voordeel: Biedt wel een nuttig kader om menselijke onredelijkheid te
begrijpen
Mensen en dieren: Geen strikte scheiding
Mensen en dieren verschillen relatief weinig in cognitieve capaciteiten.
Op sommige gebieden zijn dieren zelfs efficiënter of "verstandiger" dan
mensen, geavanceerder dan mensen (Bv.: Chimpansees).
3
, Humans versus Econs
Humans: Echte mensen met emoties, intuïtie en irrationeel gedrag.
Econs: Wat wij graag denken dat we zijn, zuiver rationele actoren zoals
verondersteld in de klassieke economische theorie.
Dus terwijl we graag denken dat we econs zijn, zijn we eigenlijk
humans!
Invloed van het recht
Het idee van de mens als rationele actor heeft lange tijd een grote rol
gespeeld in het recht.
Bv.: Contractenrecht is daarop gebaseerd => Het feit dat je als twee
rationele actoren met elkaar een contract gaat sluiten. Terwijl in
realiteit zijn er heel wat meer zaken/ dynamieken die
contractverhoudingen gaan beïnvloeden.
We denken graag dat we altijd rationeel zijn en de best mogelijke/
geavanceerde versie van onszelf zijn, maar we zijn niet altijd econs.
Belangrijke gevolgen voor hoe mensen met elkaar in dialoog gaan.
Gevolg van evolutionaire wortels van menselijk redeneren/ 3 lagen in
ons brein:
Manipuleerbaarhied (“nudging”)
Wij zijn als mensen manipuleerbaar, ook al denken we dat we rationeel
zijn en onze eigen beslissingen kunnen nemen.
Bv.: Reclame die ons voortdurend probeert te overtuigen om zaken aan
te schaffen.
Ook ten goede
Menselijke manipuleerbaarheid is niet alleen maar negatief.
“Nudging”: De impulsen die mensen van nature hebben gaan
aanzetten om de juiste keuzes te maken.
Bv.: Foto winkelkar => Rapper geneigd om dat ook dan te gaan vullen
met groenten en fruit.
H2. Systeem 1 en Systeem 2-denken
Wat bepaalt ons gedrag? Onderscheid tussen Systeem 1 en Systeem
2-denken
Systeem 1: Snel, intuïtief denken
De automatische piloot, het soort denken dat ervoor zorgt dat we
meteen kunnen handelen.
Stuurt ook het meeste van onze handelingen, de automatische reactie
die we hebben op zaken die gebeuren.
Systeem 2: Traag, rationeel
Het denken dat bewust gebeurt, enkel bewust te activeren, niet vanuit
impulsen.
Dit is wat wij graag denken als mens, dat we voortdurend rationeel zijn,
maar dat zijn we niet de hele tijd.
Opgepast: Systeem 1 ≠ emotie; systeem 2 ≠ rede
Systeem 1 betekent dat je bepaalde delen van gedrag jezelf zo eigen
hebt gemaakt dat je ze automatisch gaat stellen.
Overgang van Systeem 2 naar Systeem 1
4