Zelfstudie Werkvelden
1. Integrale jeugdhulp
2. Sectoren
Integrale jeugdhulp is met veel sectoren betrokken.
- Betrokkenheid van verschillende sectoren:
o Kind & Gezin
o Centra voor Leerlingbegeleiding (CLB)
o Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW)
o Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg
o Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)
o Agentschap Jongerenwelzijn
- Betrokkenen
o Minderjarigen (0 t.e.m. 17 jaar) + ouders + opvoedingsverantwoordelijken
3. 6 bouwstenen van IJH
Tijdige toegang
“Wie een hulpvraag heeft, vindt vlot de weg naar hulp”
- Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
o Brede instap: voor minderjarigen met al hun hulpvragen over jeugdhulp
o Laagdrempelig voor iedereen met eender welke hulpvraag.
o Begonen: verstrekken van informatie, verhelderen van de hulpvraag,
versterken van de eigen krachten, zorgvuldig verwijzen naar meest
passende antwoord: zowel binnen de jeugdhulp als daarbuiten.
o Probleemgebonden hulp: binnen de rechtstreekse toegankelijke hulp.
, ▪ Voorbeelden:
• Centra voor geestelijke gezondheidszorg
• Centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG)
• Vluchthuizen
• Diensten rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp van het
VAPH
▪ Minderjarige komt hier terecht na verwijzing, maar kan er ook zelf
binnenstappen
o MDT
▪ Als er specifiekere hulp nodig is of de rechtstreeks toegankelijke
jeugdhulp niet voldoende is.
▪ Diagnostiek wordt aangeleverd, problemen worden beschreven,
voorstel van hulp wordt gedaan aan de toegangspoort
▪ Binnen integrale jeugdhulp of externe zelfstandige praktijken
• Buiten: kinderpsychiaterdiensten en revalidatiecentra
- Intersectorale toegangspoort
o Biedt mogelijkheid om hulp uit verschillende sectoren te combineren.
o Omdat alle hulpingrepen hierdoor gaan, blijft de meest ingrijpende hulp
over voor wie deze het hardste nodig heeft.
▪ Aanvraag wordt gedaan in samenwerking met jongeren en ouders.
▪ Aanmelddocument wordt ingevuld: beschrijft de hulpvraag en
situatie van de jongere. Wordt ingediend bij de toegangspoort
o Heeft steeds duidelijk zicht op de vraag en het aanbod in de jeugdhulp. Zo
kan de overheid indien nodig bijsturen.
o Team Indicatiestelling
▪ Hulpvraag en situatie zal hier onderzocht worden zoals
beschreven in het aanmelddocument
▪ Zal dan bepalen welke vorm van jeugdhulp het meest geschikt is.
▪ Indicatiestellingsverslag binnen de 30 dagen opgemaakt. Wordt
doorgestuurd naar volgende team: jeugdhulpregie
o Team Jeugdhulpregie
▪ Onderzoekt wie de hulp (beschreven in indicatiestellingsverslag)
effectief zal kunnen uitvoeren.
▪ Binnen 15 dagen een jeugdhulpvoorstel uitgewerkt
▪ Einduitkomst: jeugdhulpverleningsbeslissing. Vermeld wie de
jeugdhulp zal aanbieden en voor hoelang.
o -> Jeugdhulpverleningsbeslissing
- Niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
o Bij erg ingrijpend en gespecialiseerd.
, o Voorbeelden: internaat, thuiszorg, extra zorgen etc. Plaatsen in deze
plekken is beperkt.
o Intensieve en ingrijpende hulp
▪ Van belang de vraag naar hulp/ondersteuning grondig te
onderzoeken
▪ Daarom gebeurt de toegang tot deze jeugdhulp via de
intersectorale toegangspoort.
- Afdeling zet in op jeugdhulp zonder breuken en regelt toegang tot de niet-
rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp via intersectorale toegangspoort, maar ook
voor de gemeenschapsinstellingen & detentiecentrum + crisisjeugdhulp.
Continuïteit
“Goed doorverwijzen zorgt voor sneller gepaste hulp.”
- Cliëntoverleg
o Jongere, ouders + andere belangrijke figuren en hulpverleners rond een
tafel.
o Concrete afspraken maken over wie wat zal doen. Zo wordt het geheel
duidelijker en beter afgestemd
- Bemiddeling
o Als jongere, ouder en hulpverlening het niets eens raken of er is een
conflict tussen een jongere en ouders waardoor er geen gesprek meer
mogelijk is.
, o Kunnen beroep doen op een onafhankelijke bemiddelaar. Ontknoopt
samen met de betrokkenen het conflict zodat de hulpverlening weer op
gang kan komen.
Verontrusting
Als er verontrusting is kunnen ze terecht bij een ondersteuning.
Er is sprake van verontrusting:
- Wanneer de ontwikkelingskansen van een minderjarige bedreigd worden (i.e. de
provisie-, protectie- of participatierechten van de minderjarige worden
geschonden);
- Wanneer de (psychische, fysieke of seksuele) integriteit van een minderjarige of
van één of meer gezinsleden aangetast worden;
- Wanneer een combinatie van beide voorkomen.
Dan kan je beroep doen om een gemandateerde voorziening. Maatschappelijke
noodzaak = de kwalificatie die na onderzoek door een gemandateerde voorziening aan
een verontrustende situatie wordt gegeven en die de noodzaak vastlegt om
jeugdhulpverlening in te schakelen
Van elke hulpverlener wordt verwacht om te kunnen gaan met verontrustende situaties.
Hij beschikt daarvoor over een aantal instrumenten om de situatie in te schatten. Bij
twijfel kan je terecht bij je team om mede-risico's te taxeren. Een voorziening moet zijn
medewerkers ondersteunen in omgaan met verontrustende situaties.
1. Integrale jeugdhulp
2. Sectoren
Integrale jeugdhulp is met veel sectoren betrokken.
- Betrokkenheid van verschillende sectoren:
o Kind & Gezin
o Centra voor Leerlingbegeleiding (CLB)
o Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW)
o Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg
o Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)
o Agentschap Jongerenwelzijn
- Betrokkenen
o Minderjarigen (0 t.e.m. 17 jaar) + ouders + opvoedingsverantwoordelijken
3. 6 bouwstenen van IJH
Tijdige toegang
“Wie een hulpvraag heeft, vindt vlot de weg naar hulp”
- Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
o Brede instap: voor minderjarigen met al hun hulpvragen over jeugdhulp
o Laagdrempelig voor iedereen met eender welke hulpvraag.
o Begonen: verstrekken van informatie, verhelderen van de hulpvraag,
versterken van de eigen krachten, zorgvuldig verwijzen naar meest
passende antwoord: zowel binnen de jeugdhulp als daarbuiten.
o Probleemgebonden hulp: binnen de rechtstreekse toegankelijke hulp.
, ▪ Voorbeelden:
• Centra voor geestelijke gezondheidszorg
• Centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG)
• Vluchthuizen
• Diensten rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp van het
VAPH
▪ Minderjarige komt hier terecht na verwijzing, maar kan er ook zelf
binnenstappen
o MDT
▪ Als er specifiekere hulp nodig is of de rechtstreeks toegankelijke
jeugdhulp niet voldoende is.
▪ Diagnostiek wordt aangeleverd, problemen worden beschreven,
voorstel van hulp wordt gedaan aan de toegangspoort
▪ Binnen integrale jeugdhulp of externe zelfstandige praktijken
• Buiten: kinderpsychiaterdiensten en revalidatiecentra
- Intersectorale toegangspoort
o Biedt mogelijkheid om hulp uit verschillende sectoren te combineren.
o Omdat alle hulpingrepen hierdoor gaan, blijft de meest ingrijpende hulp
over voor wie deze het hardste nodig heeft.
▪ Aanvraag wordt gedaan in samenwerking met jongeren en ouders.
▪ Aanmelddocument wordt ingevuld: beschrijft de hulpvraag en
situatie van de jongere. Wordt ingediend bij de toegangspoort
o Heeft steeds duidelijk zicht op de vraag en het aanbod in de jeugdhulp. Zo
kan de overheid indien nodig bijsturen.
o Team Indicatiestelling
▪ Hulpvraag en situatie zal hier onderzocht worden zoals
beschreven in het aanmelddocument
▪ Zal dan bepalen welke vorm van jeugdhulp het meest geschikt is.
▪ Indicatiestellingsverslag binnen de 30 dagen opgemaakt. Wordt
doorgestuurd naar volgende team: jeugdhulpregie
o Team Jeugdhulpregie
▪ Onderzoekt wie de hulp (beschreven in indicatiestellingsverslag)
effectief zal kunnen uitvoeren.
▪ Binnen 15 dagen een jeugdhulpvoorstel uitgewerkt
▪ Einduitkomst: jeugdhulpverleningsbeslissing. Vermeld wie de
jeugdhulp zal aanbieden en voor hoelang.
o -> Jeugdhulpverleningsbeslissing
- Niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
o Bij erg ingrijpend en gespecialiseerd.
, o Voorbeelden: internaat, thuiszorg, extra zorgen etc. Plaatsen in deze
plekken is beperkt.
o Intensieve en ingrijpende hulp
▪ Van belang de vraag naar hulp/ondersteuning grondig te
onderzoeken
▪ Daarom gebeurt de toegang tot deze jeugdhulp via de
intersectorale toegangspoort.
- Afdeling zet in op jeugdhulp zonder breuken en regelt toegang tot de niet-
rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp via intersectorale toegangspoort, maar ook
voor de gemeenschapsinstellingen & detentiecentrum + crisisjeugdhulp.
Continuïteit
“Goed doorverwijzen zorgt voor sneller gepaste hulp.”
- Cliëntoverleg
o Jongere, ouders + andere belangrijke figuren en hulpverleners rond een
tafel.
o Concrete afspraken maken over wie wat zal doen. Zo wordt het geheel
duidelijker en beter afgestemd
- Bemiddeling
o Als jongere, ouder en hulpverlening het niets eens raken of er is een
conflict tussen een jongere en ouders waardoor er geen gesprek meer
mogelijk is.
, o Kunnen beroep doen op een onafhankelijke bemiddelaar. Ontknoopt
samen met de betrokkenen het conflict zodat de hulpverlening weer op
gang kan komen.
Verontrusting
Als er verontrusting is kunnen ze terecht bij een ondersteuning.
Er is sprake van verontrusting:
- Wanneer de ontwikkelingskansen van een minderjarige bedreigd worden (i.e. de
provisie-, protectie- of participatierechten van de minderjarige worden
geschonden);
- Wanneer de (psychische, fysieke of seksuele) integriteit van een minderjarige of
van één of meer gezinsleden aangetast worden;
- Wanneer een combinatie van beide voorkomen.
Dan kan je beroep doen om een gemandateerde voorziening. Maatschappelijke
noodzaak = de kwalificatie die na onderzoek door een gemandateerde voorziening aan
een verontrustende situatie wordt gegeven en die de noodzaak vastlegt om
jeugdhulpverlening in te schakelen
Van elke hulpverlener wordt verwacht om te kunnen gaan met verontrustende situaties.
Hij beschikt daarvoor over een aantal instrumenten om de situatie in te schatten. Bij
twijfel kan je terecht bij je team om mede-risico's te taxeren. Een voorziening moet zijn
medewerkers ondersteunen in omgaan met verontrustende situaties.