Mens onder spanning – hoorcollge 2
Angststoornissen
Misverstand 1
Angststoornissen zijn gewoon extreme vormen van normale angst
Pathologische angst: angst die voorkomt waar geen bedreiging is
➔ angst die zeer intens ervaren word
➔ frequent ervaren word
➔ de angst heft controle over hen ipv zij over de angst
Misverstand 2
Je kunt een angststoornis overwinnen door gewoon te ontspannen of positief te denken
Misverstand die ontstaan is door boeken die op de markt komen
Zijn vooral van toepassing voor mensen die een milde angst hebben, geen zware angststoornis
Het idee dat ze het zelf kunnen oplossen zorgt er voor dat ze te lang wachten om hulp te zoeken
Misverstand 3
Kinderen kunnen geen angststoornis hebben, ze groeien er wel doorheen
Veel mensen hebben het idee dat kinderen "van nature veerkrachtig" zijn en dat hun angst
vanzelf zal verdwijnen met de tijd.
Dit kan leiden tot een onderschatting van de ernst van angststoornissen bij kinderen, waardoor
ouders en verzorgers niet de juiste hulp en ondersteuning bieden
Blended hulp module → hulp voor kinderen en hun ouders/gezin
1
, Symptomatologie
Angst en angststoornis
Angst door onschadelijke stimulus (het lichaam bij stress)
cognitieve component
Vertekende risicobeoordeling, negatieve bias (je denkt alles in een
negatieve vorm (je gaat het negatief interpreteren omdat je verwacht dat
het zo is), piekeren, moeite met concentratie, hypervigilantie (hyper
(te veel) vigilant (bewustzijn), je bent je te veel bewust en te alert van je
omgeving), catastrofaal denken (door kleine dingen denken dat er iets
erg gaat gebeuren (bv je hebt hoofdpijn en denkt direct dat je kanker
hebt), besluiteloosheid
fysieke component
Lichamelijke symptomen zoals zweten, hartkloppingen, maagpijn,
droge mond, beven …
Gedragscomponent
Neiging om te controleren of neiging te ontsnappen/ vermijden
Angst ook in andere categorieën
Angst is een hoofdsymptoom bij volgende stoornissen
- Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
- Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen
- Aanpassingsstoornissen
In bovenstaande categorieën is angst het primaire en vaak bepalende symptoom dat de stoornis
kenmerkt en leidt tot het ontstaan van de overige symptomen.
Angst als mogelijk symptoom komt ook voor bij verslaving, psychose, eetstoornis,
stemmingsstoornis …
2
,Angst en diverse angststoornissen
Symptomatologie: fobie
Fobie : intens angstige reactie als gevolg op een specifieke situatie, wanneer we spreken over
een fobie is er altijd sprake van vermijdingsgedrag
- Een duidelijke angst of vrees voor een specifiek object of een specifieke situatie.
- Het object of de situatie roept onmiddellijk angst of vrees op.
- Het object of de situatie wordt bewust vermeden of alleen verdragen met intense angst
of vrees.
- De angst of vrees is overdreven in verhouding tot het werkelijke gevaar.
- De angst, vrees of vermijding is langdurig, meestal langer dan zes maanden.
➔ Een onmiddellijke verhoogde arousel
➔ Invaliderend
Sociale angststoornissen
- Duidelijke angst of vrees voor een of meer sociale situaties (blootstelling kritische
beoordeling)
- Vrees zich zodanig te gedragen dat anderen hierover negatief zullen oordelen
- De sociale situatie roept bijna altijd vrees op (dagen op voorhand)
- De sociale situatie wordt vermeden of enkel verdragen met intense angst
- De angst is buiten proportie ten opzichte van het werkelijke gevaar dat de sociale
situatie met zich meebrengt.
Vooral angst voor een kritische situatie:
- onzeker,
- incompetent zijn
- Angst voor oordeel van andere
3
, Differentiaaldiagnose: verlegenheid
- Verdwijnt naarmate men op zijn gemak komt
- Geen sociale isolatie
Soorten sociale angststoornis Uitleg
Interactionele angst angst om interactie aan te gaan met mensen
die je niet zo goed kent
Performance ansgt angst om te presteren, prestatieangst (bv: je
doet graag toneel, als je je inschrijft voel je al
angst en als je moet optreden kan je niets
meer doen door de angst)
Generaliseerde sociale angst zowel prestatieangst als interactionele angst
Plasangst Angst omdat andere mensen je zouden horen
Paniekstoornis
Recidiverende onverwachte paniekaanval (zintuigelijke dissociatie)
Paniek komt in de lucht
→ Mens weet niet wat deze factoren zijn die dit veroorzaakt
→ Omdat je niet weet waarmee je te maken hebt → mensen richten daardoor aandacht
meer naar innerlijke factoren → daarom gaan ze denken dat er iets ernstig is
→ Door catastrofale ervaring → gaat angst enorm stijgen
Sensitieve disonantie → vervorming optreed in de manier waarop je de werkelijkheid ervaart
Tijdens deze aanval moeten vier (of meer) van de volgende symptomen optreden:
Hartkloppingen, bonzend hart of versnelde hartslag. Zweten. Trillen of beven. Kortademigheid of
het gevoel geen lucht te krijgen. Verstikkingsgevoel. Pijn op de borst of een drukkend gevoel.
Misselijkheid of buikklachten. Duizeligheid, instabiliteit, licht in het hoofd of het gevoel flauw te
vallen. Koude rillingen of opvliegers. Gevoelloosheid of tintelingen (paresthesieën). Derealisatie
(gevoelens van onwerkelijkheid) of depersonalisatie (losgekoppeld zijn van zichzelf).Angst om
controle te verliezen of “gek” te worden. Angst om dood te gaan.
Minstens één maand gevolgd door één of beide gevolgen
1. Persisterend bezig zijn met of bezorgdheid over nieuwe paniekaanval (anticipatieangst)
2. Een significantie, maladaptieve gedragsverandering in samenhang met de aanvallen (
vermijden van van allerlei situaties om de paniekaanvallen te voorkomen. (vermijden)
Differentiaaldiagnose: paniekaanval
- Kan onverwacht zijn , ook stimulusgebonden
- Frequentie, patroon en impact
4
Angststoornissen
Misverstand 1
Angststoornissen zijn gewoon extreme vormen van normale angst
Pathologische angst: angst die voorkomt waar geen bedreiging is
➔ angst die zeer intens ervaren word
➔ frequent ervaren word
➔ de angst heft controle over hen ipv zij over de angst
Misverstand 2
Je kunt een angststoornis overwinnen door gewoon te ontspannen of positief te denken
Misverstand die ontstaan is door boeken die op de markt komen
Zijn vooral van toepassing voor mensen die een milde angst hebben, geen zware angststoornis
Het idee dat ze het zelf kunnen oplossen zorgt er voor dat ze te lang wachten om hulp te zoeken
Misverstand 3
Kinderen kunnen geen angststoornis hebben, ze groeien er wel doorheen
Veel mensen hebben het idee dat kinderen "van nature veerkrachtig" zijn en dat hun angst
vanzelf zal verdwijnen met de tijd.
Dit kan leiden tot een onderschatting van de ernst van angststoornissen bij kinderen, waardoor
ouders en verzorgers niet de juiste hulp en ondersteuning bieden
Blended hulp module → hulp voor kinderen en hun ouders/gezin
1
, Symptomatologie
Angst en angststoornis
Angst door onschadelijke stimulus (het lichaam bij stress)
cognitieve component
Vertekende risicobeoordeling, negatieve bias (je denkt alles in een
negatieve vorm (je gaat het negatief interpreteren omdat je verwacht dat
het zo is), piekeren, moeite met concentratie, hypervigilantie (hyper
(te veel) vigilant (bewustzijn), je bent je te veel bewust en te alert van je
omgeving), catastrofaal denken (door kleine dingen denken dat er iets
erg gaat gebeuren (bv je hebt hoofdpijn en denkt direct dat je kanker
hebt), besluiteloosheid
fysieke component
Lichamelijke symptomen zoals zweten, hartkloppingen, maagpijn,
droge mond, beven …
Gedragscomponent
Neiging om te controleren of neiging te ontsnappen/ vermijden
Angst ook in andere categorieën
Angst is een hoofdsymptoom bij volgende stoornissen
- Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
- Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen
- Aanpassingsstoornissen
In bovenstaande categorieën is angst het primaire en vaak bepalende symptoom dat de stoornis
kenmerkt en leidt tot het ontstaan van de overige symptomen.
Angst als mogelijk symptoom komt ook voor bij verslaving, psychose, eetstoornis,
stemmingsstoornis …
2
,Angst en diverse angststoornissen
Symptomatologie: fobie
Fobie : intens angstige reactie als gevolg op een specifieke situatie, wanneer we spreken over
een fobie is er altijd sprake van vermijdingsgedrag
- Een duidelijke angst of vrees voor een specifiek object of een specifieke situatie.
- Het object of de situatie roept onmiddellijk angst of vrees op.
- Het object of de situatie wordt bewust vermeden of alleen verdragen met intense angst
of vrees.
- De angst of vrees is overdreven in verhouding tot het werkelijke gevaar.
- De angst, vrees of vermijding is langdurig, meestal langer dan zes maanden.
➔ Een onmiddellijke verhoogde arousel
➔ Invaliderend
Sociale angststoornissen
- Duidelijke angst of vrees voor een of meer sociale situaties (blootstelling kritische
beoordeling)
- Vrees zich zodanig te gedragen dat anderen hierover negatief zullen oordelen
- De sociale situatie roept bijna altijd vrees op (dagen op voorhand)
- De sociale situatie wordt vermeden of enkel verdragen met intense angst
- De angst is buiten proportie ten opzichte van het werkelijke gevaar dat de sociale
situatie met zich meebrengt.
Vooral angst voor een kritische situatie:
- onzeker,
- incompetent zijn
- Angst voor oordeel van andere
3
, Differentiaaldiagnose: verlegenheid
- Verdwijnt naarmate men op zijn gemak komt
- Geen sociale isolatie
Soorten sociale angststoornis Uitleg
Interactionele angst angst om interactie aan te gaan met mensen
die je niet zo goed kent
Performance ansgt angst om te presteren, prestatieangst (bv: je
doet graag toneel, als je je inschrijft voel je al
angst en als je moet optreden kan je niets
meer doen door de angst)
Generaliseerde sociale angst zowel prestatieangst als interactionele angst
Plasangst Angst omdat andere mensen je zouden horen
Paniekstoornis
Recidiverende onverwachte paniekaanval (zintuigelijke dissociatie)
Paniek komt in de lucht
→ Mens weet niet wat deze factoren zijn die dit veroorzaakt
→ Omdat je niet weet waarmee je te maken hebt → mensen richten daardoor aandacht
meer naar innerlijke factoren → daarom gaan ze denken dat er iets ernstig is
→ Door catastrofale ervaring → gaat angst enorm stijgen
Sensitieve disonantie → vervorming optreed in de manier waarop je de werkelijkheid ervaart
Tijdens deze aanval moeten vier (of meer) van de volgende symptomen optreden:
Hartkloppingen, bonzend hart of versnelde hartslag. Zweten. Trillen of beven. Kortademigheid of
het gevoel geen lucht te krijgen. Verstikkingsgevoel. Pijn op de borst of een drukkend gevoel.
Misselijkheid of buikklachten. Duizeligheid, instabiliteit, licht in het hoofd of het gevoel flauw te
vallen. Koude rillingen of opvliegers. Gevoelloosheid of tintelingen (paresthesieën). Derealisatie
(gevoelens van onwerkelijkheid) of depersonalisatie (losgekoppeld zijn van zichzelf).Angst om
controle te verliezen of “gek” te worden. Angst om dood te gaan.
Minstens één maand gevolgd door één of beide gevolgen
1. Persisterend bezig zijn met of bezorgdheid over nieuwe paniekaanval (anticipatieangst)
2. Een significantie, maladaptieve gedragsverandering in samenhang met de aanvallen (
vermijden van van allerlei situaties om de paniekaanvallen te voorkomen. (vermijden)
Differentiaaldiagnose: paniekaanval
- Kan onverwacht zijn , ook stimulusgebonden
- Frequentie, patroon en impact
4