CONSTRUCTIE RUWBOUW
HOOFDSTUK 8: HELLENDE DAKEN
Valt de regen door het huis, dan is er vaak iets met het dak niet pluis.
INHOUD
1. Algemeen
Dakvorm
Reputatie
Constructie & Terminologie
Bouwfysische condities:
klimaat: wind, regen, temperatuur geluid, brandgedrag
Duurzaamheid & Milieu
Veiligheid
Bouwstabiliteit
2. Opbouw
Drager
Traditoneel spant
Sporenspant
Zelfdragende dakplaten
Isolatie
Onderdak
Tengel- en panlatten
Dakbedekking
Pannen
Leien
Metaalbladen
3. Bouwdetails
Speciale pannen
Gootaansluiting/soorten goten
Nokaansluiting
Aansluiting opgaande delen
Zijdelingse aansluiting
Aansluiting dakvlakraam
Aansluiting schoorsteen
4. Pathologie van hellende daken
Vaststellingen – oorzaken
Meetmogelijkheden
Remedies
5. Bronnen
1
,1 ALGEMEEN
DAKVORM
2 dakvormen, fundamenteel verschillend:
1. Het platte dak
Zie H7
2. Het hellende dak
• oudste dakvorm
• dichting d.m.v. het overlappen van kleine waterdichte onderdelen (vb. pannen) + helling
• minimale helling van 10%. Helling afhankelijk van gebruikte dakdichtingsmaterialen!
Schilddak = noordboomdak wolfsdak
2
,REPUTATIE
• Hellende daken bestaan al eeuwen lang.
• Mits goed concept en geen gebreken zeer betrouwbaar.
CONSTRUCTIE & TERMINOLOGIE
Hellende daken: principe van waterafvoer op een in zijn geheel niet waterdicht, hellend vlak, opgebouwd
uit kleine waterdichte onderdelen.
De dichting:
• door overlapping (bv. leien)
• door sluiting (bv. pannen)
Functies van de verschillende onderdelen:
1. Binnenafwerking
2. Drager
3. Dampscherm/luchtscherm= voorkomen van vocht in de dakopbouw en van luchtlekken
4. Isolatie: klimaatbeheersing / akoestiek
5. onderdak: wind- en regenscherm
6. Dakbedekking en eventuele onderstructuur (tengel- en pannenlatten, bebording,…) en
toebehoren
Positie onderling is afhankelijk van daksysteem (zie verder)!
3
, BOUWFYSISCHE CONDITIES
KLIMAAT: REGEN
Regen.
in België regent het ongeveer 7% van de tijd
per jaar ongeveer: 700l/m2 in het westen van het land
1400l/m2 in het oosten van het land
regenintensiteit (rp) van 0,05 l/s.m² = 180l/h.m²
180l/h.m² : Rekendebiet regen afgestemd op grootste bui elke 100 jaar
= bui met terugkeerperiode 15 jaar en duur van 2 min
KLIMAAT: WIND
Wind.
wind oefent krachten uit op hellende daken afhankelijk van:
• Hoogte gebouw
• Ligging
• Overdruk in gebouw (~luchtdichtheid)
• Plaats op dak: sterker aan randen, grootst bij hoeken
Ligging bepaalt de ‘ruwheidscategorie’
KLIMAAT : TEMPERATUUR
Temperatuur.
• Beschermde (geïsoleerde) volume van het gebouw: best zo klein mogelijk houden:
zolder niet bewoond: thermische isolatie aanbrengen in de vloer in plaats van de
dakschilden.
• isolatielaag rondom beschermde volume nergens onderbreken
• Lucht- en dampscherm nergens onderbreken om elk risico op inwendige condensatie door
convectie te vermijden
4
HOOFDSTUK 8: HELLENDE DAKEN
Valt de regen door het huis, dan is er vaak iets met het dak niet pluis.
INHOUD
1. Algemeen
Dakvorm
Reputatie
Constructie & Terminologie
Bouwfysische condities:
klimaat: wind, regen, temperatuur geluid, brandgedrag
Duurzaamheid & Milieu
Veiligheid
Bouwstabiliteit
2. Opbouw
Drager
Traditoneel spant
Sporenspant
Zelfdragende dakplaten
Isolatie
Onderdak
Tengel- en panlatten
Dakbedekking
Pannen
Leien
Metaalbladen
3. Bouwdetails
Speciale pannen
Gootaansluiting/soorten goten
Nokaansluiting
Aansluiting opgaande delen
Zijdelingse aansluiting
Aansluiting dakvlakraam
Aansluiting schoorsteen
4. Pathologie van hellende daken
Vaststellingen – oorzaken
Meetmogelijkheden
Remedies
5. Bronnen
1
,1 ALGEMEEN
DAKVORM
2 dakvormen, fundamenteel verschillend:
1. Het platte dak
Zie H7
2. Het hellende dak
• oudste dakvorm
• dichting d.m.v. het overlappen van kleine waterdichte onderdelen (vb. pannen) + helling
• minimale helling van 10%. Helling afhankelijk van gebruikte dakdichtingsmaterialen!
Schilddak = noordboomdak wolfsdak
2
,REPUTATIE
• Hellende daken bestaan al eeuwen lang.
• Mits goed concept en geen gebreken zeer betrouwbaar.
CONSTRUCTIE & TERMINOLOGIE
Hellende daken: principe van waterafvoer op een in zijn geheel niet waterdicht, hellend vlak, opgebouwd
uit kleine waterdichte onderdelen.
De dichting:
• door overlapping (bv. leien)
• door sluiting (bv. pannen)
Functies van de verschillende onderdelen:
1. Binnenafwerking
2. Drager
3. Dampscherm/luchtscherm= voorkomen van vocht in de dakopbouw en van luchtlekken
4. Isolatie: klimaatbeheersing / akoestiek
5. onderdak: wind- en regenscherm
6. Dakbedekking en eventuele onderstructuur (tengel- en pannenlatten, bebording,…) en
toebehoren
Positie onderling is afhankelijk van daksysteem (zie verder)!
3
, BOUWFYSISCHE CONDITIES
KLIMAAT: REGEN
Regen.
in België regent het ongeveer 7% van de tijd
per jaar ongeveer: 700l/m2 in het westen van het land
1400l/m2 in het oosten van het land
regenintensiteit (rp) van 0,05 l/s.m² = 180l/h.m²
180l/h.m² : Rekendebiet regen afgestemd op grootste bui elke 100 jaar
= bui met terugkeerperiode 15 jaar en duur van 2 min
KLIMAAT: WIND
Wind.
wind oefent krachten uit op hellende daken afhankelijk van:
• Hoogte gebouw
• Ligging
• Overdruk in gebouw (~luchtdichtheid)
• Plaats op dak: sterker aan randen, grootst bij hoeken
Ligging bepaalt de ‘ruwheidscategorie’
KLIMAAT : TEMPERATUUR
Temperatuur.
• Beschermde (geïsoleerde) volume van het gebouw: best zo klein mogelijk houden:
zolder niet bewoond: thermische isolatie aanbrengen in de vloer in plaats van de
dakschilden.
• isolatielaag rondom beschermde volume nergens onderbreken
• Lucht- en dampscherm nergens onderbreken om elk risico op inwendige condensatie door
convectie te vermijden
4