HOOFDSTUK 14:
ERFDIENSTBAARHEDEN
WAT IS EEN ERFDIENSTBAARHEID ?
ART. 3.114 BW
= een last op een onroerend goed gelegd tot het gebruik en tot nut van andermans
onroerend goed
→ het eigendomsrecht wordt daarmee beperkt
→ in principe eeuwigdurend
heersend erf = onroerend goed dat nut heeft van de EFD
lijdend erf = onroerend goed dat de last van EFD moet dragen
VOORWAARDEN
1. Een last
→ kan zijn: iets dat geoorloofd is toch niet doen
voorbeeld: in de buurt van een luchthaven mag men boven een bepaalde hoogte
niet bouwen (hinder voor vliegtuigen)
= EFD non altius tollendi
heersend erf = de luchthaven
lijdend erf = de percelen rond de luchthaven
→ kan zijn: iets dulden dat niet geoorloofd is
voorbeeld: een perceel ligt aan een kleine weg, met veel moeite raakt men wel
aan de hoofdweg : men kan over de grond van de buren gaan = EFD overgang
ingesloten erf = heersend erf
erf waarover men mag gaan = lijdend erf
1
,2. Op een onroerend goed (= lijdend erf)
→ = grond en bouwwerken
→ last niet opgelegd aan een persoon, al kan die wel last ondervinden
→ tegenstelbaarheid is aangewezen (bijv. ifv verkoop)
3. Tot gebruik en nut van andermans onroerend goed (= heersend erf)
→ niet noodzakelijk nut voor persoon
→ niet alleen voor grond, ook voor gebouw of bouwwerk
bijv. EFD van overgang om windturbine te bereiken
4. Heersend en lijdend erf horen toe aan ≠ eigenaars
→ meestal zijn erven aanpalend, maar is niet noodzakelijk zo
→ 2 uitzonderingen
o 2 ORG van 1 eigenaar, waarvan 1 bezwaard met zakelijk gebruiksrecht
(zoals opstalrecht, erfpacht of VG)
o 1 persoon is volle eigenaar van 1 ORG en mede-eigenaar van ander ORG
(vooral in appartementsgebouwen)
INDELING VAN ERFDIENSTBAARHEDEN
1 PRIVATE EN OPENBARE EFD
→ openbare: algemeen nut, voor meerdere heersende erven
private: ten voordele van 1 bepaald heersend erf
→ belang: in principe geen vergoeding bij openbare EFD
2 ZICHTBARE EN NIET-ZICHTBARE ERFDIENSTBAARHEDEN
2
, → art. 3.115 BW
→ zichtbare : op het lijdend erf ziet men
duurzame en zichtbare bouwwerken
bijv. putdeksel, overbouw
geregelde activiteit waarvan er sporen zijn
bijv. pad met verharding, deur in een muur
→ te zien door normaal voorzichtige en redelijke titularis
→ rest = niet-zichtbare EFD
voorbeeld: verbod te bouwen (EFD non aedificandi)
→ belang: zichtbare kunnen gevestigd worden op 3 manieren (door contract,
verkrijgende verjaring en bestemming door de eigenaar)
onzichtbare kunnen enkel bij contract gevestigd worden
3 WETTELIJKE EFD EN EFD DOOR MENSELIJK HANDELEN
→ art. 3.116 BW
→ wettelijke: voorwaarden beschreven in wet
door menselijk handelen = vaak contractuele: voorwaarden beschreven in
overeenkomst
(kan wettelijke EFD omkeren)
VESTIGEN VAN ERF DOOR MENSELIJK HANDELEN
3
ERFDIENSTBAARHEDEN
WAT IS EEN ERFDIENSTBAARHEID ?
ART. 3.114 BW
= een last op een onroerend goed gelegd tot het gebruik en tot nut van andermans
onroerend goed
→ het eigendomsrecht wordt daarmee beperkt
→ in principe eeuwigdurend
heersend erf = onroerend goed dat nut heeft van de EFD
lijdend erf = onroerend goed dat de last van EFD moet dragen
VOORWAARDEN
1. Een last
→ kan zijn: iets dat geoorloofd is toch niet doen
voorbeeld: in de buurt van een luchthaven mag men boven een bepaalde hoogte
niet bouwen (hinder voor vliegtuigen)
= EFD non altius tollendi
heersend erf = de luchthaven
lijdend erf = de percelen rond de luchthaven
→ kan zijn: iets dulden dat niet geoorloofd is
voorbeeld: een perceel ligt aan een kleine weg, met veel moeite raakt men wel
aan de hoofdweg : men kan over de grond van de buren gaan = EFD overgang
ingesloten erf = heersend erf
erf waarover men mag gaan = lijdend erf
1
,2. Op een onroerend goed (= lijdend erf)
→ = grond en bouwwerken
→ last niet opgelegd aan een persoon, al kan die wel last ondervinden
→ tegenstelbaarheid is aangewezen (bijv. ifv verkoop)
3. Tot gebruik en nut van andermans onroerend goed (= heersend erf)
→ niet noodzakelijk nut voor persoon
→ niet alleen voor grond, ook voor gebouw of bouwwerk
bijv. EFD van overgang om windturbine te bereiken
4. Heersend en lijdend erf horen toe aan ≠ eigenaars
→ meestal zijn erven aanpalend, maar is niet noodzakelijk zo
→ 2 uitzonderingen
o 2 ORG van 1 eigenaar, waarvan 1 bezwaard met zakelijk gebruiksrecht
(zoals opstalrecht, erfpacht of VG)
o 1 persoon is volle eigenaar van 1 ORG en mede-eigenaar van ander ORG
(vooral in appartementsgebouwen)
INDELING VAN ERFDIENSTBAARHEDEN
1 PRIVATE EN OPENBARE EFD
→ openbare: algemeen nut, voor meerdere heersende erven
private: ten voordele van 1 bepaald heersend erf
→ belang: in principe geen vergoeding bij openbare EFD
2 ZICHTBARE EN NIET-ZICHTBARE ERFDIENSTBAARHEDEN
2
, → art. 3.115 BW
→ zichtbare : op het lijdend erf ziet men
duurzame en zichtbare bouwwerken
bijv. putdeksel, overbouw
geregelde activiteit waarvan er sporen zijn
bijv. pad met verharding, deur in een muur
→ te zien door normaal voorzichtige en redelijke titularis
→ rest = niet-zichtbare EFD
voorbeeld: verbod te bouwen (EFD non aedificandi)
→ belang: zichtbare kunnen gevestigd worden op 3 manieren (door contract,
verkrijgende verjaring en bestemming door de eigenaar)
onzichtbare kunnen enkel bij contract gevestigd worden
3 WETTELIJKE EFD EN EFD DOOR MENSELIJK HANDELEN
→ art. 3.116 BW
→ wettelijke: voorwaarden beschreven in wet
door menselijk handelen = vaak contractuele: voorwaarden beschreven in
overeenkomst
(kan wettelijke EFD omkeren)
VESTIGEN VAN ERF DOOR MENSELIJK HANDELEN
3