Financieel recht
1 Inleiding
Functies van geld:
➔ Betalen (circulatiefunctie)
➔ Sparen (koopkracht reserve)
➔ Waardemeter (plakt een waarde aan goederen,…)
Financieel recht = regels rond het financiële verkeer, organisatie van de financiële wereld, de
financiële instellingen en het toezicht daarop vormen het financieel recht
4 deelgebieden van financieel recht:
➔ Financiële instellingen
➔ Financiële diensten
➔ Financiële markten
➔ Toezicht op financiële instellingen, diensten en markten
Basisrechtstak voor alle soorten materies → burgerlijk recht (eerste wet die er ooit was)
2 Situering financieel
recht
(financieel recht is een onderdeel van economisch recht)
Privaat recht = relatie tussen 2 private personen
Bv. Trouwen met iemand
Publiek recht = relatie tussen private persoon en overheid
Bv.
Financieel recht → valt tussen privaat en publiek recht
Bv. Ik in conflict met de bank (privaat)
Bv. Bank waar ik klant ben gaar failliet, ik wil geld terug tot 100 000,00 van de overheid (publiek)
,3 Bronnen van financieel recht
Belangrijkste bronnen van financieel recht:
➔ Wetgeving = Nationaal → wetten / decreten / ordonnanties
= EU → richtlijnen / verordeningen / besluiten
= Internationale verdragen → bazel akkoorden
➔ Rechtspraak = Vonnissen / arresten
o Geheel van rechterlijke beslissingen in concrete geschillen
o Manier waarop rechters wetgeving interpreteren en toepassen
o Vaste rechtspraak
o Te vinden in juridische tijdschriften
➔ Rechtsleer = Geheel van boeken, artikels,… alles geschreven door juristen
o Te vinden in juridische handboeken en tijdschriften
Hiërarchie binnen de wetgeving:
1. Wet → rechten en plichten van burgers (federaal)
2. Decreten en ordonnanties (=wet) → rechten en plichten van burgers (deelstatelijk)
3. Koninklijk besluit → Koning, uitvoering wet
4. Ministerieel besluit → minister, uitvoering KB/ wet
5. Besluit gewest of gemeenschapsregering → deelstatelijke regeringen, uitvoering
decreet/ordonnantie
6. Provinciaal/ gemeentelijk reglement → provincieraad/ gemeenteraad
Europese wetgevende akten:
Verordening = bindend in al haar onderdelen
(wet die door Europa word gestemd, onmiddellijk van toepassing in alle EU landen)
➔ Door commissie
➔ Door Raad en Europees parlement
Richtlijn = bindend ten aanzien van het te bereiken resultaat
(nieuwe regel van Europa, regel moet worden toegepast binnen het kader van de lidstaten)
➔ Moet worden omgezet binnen voorziene periode
(Zie tekening kladpapier)
4 Historisch overzicht
Historische gebeurtenissen:
➔ Crisis jaren 30
➔ Periode tussen jaren 30 en 70
➔ Mammoetwet 1975
➔ Wet van 1993
➔ Crisis 2008-2009
➔ Griekse crisis
➔ Wet van 2014
,4.1 Crisis jaren 30
Oorzaak/ start van crisis:
Veel mensen emigreren naar VS na wereldoorlog. VS stuurt materialen naar EU voor wederopbouw.
Economische markt in VS gaat erop vooruit. Bedrijven die de materialen produceren doen het goed.
Mensen gaan leningen aan om te investeren in de bedrijven. Ook banken investeerden in de
welvarende bedrijven.
Eind jaren 20 is EU onafhankelijk van VS. Economische markt VS gaat weer omlaag. Bedrijven kunnen
goederen niet meer verkopen en gaan failliet. Investeerders raken geld kwijt en kunnen bank niet
afbetalen. Banken investeerden gespaard geld van mensen, zijn dat ook kwijt. Banken gaan failliet.
Gevolgen voor België
Eerste gevolgen pas in 1932
→ faillissement van 7 kleine banken
Grotere gevolgen in 1934
→ 2 grote Belgische banken met liquiditeitsproblemen
Reactie op de problemen → regering komt met wetgevende initiatieven
KB’s in de jaren 1934-1935
Intrede KB 185:
• Verbod op gemengde banken → banken mogen niet meer investeren in risicovolle
ondernemingen. Mogen enkel traditionele bankactiviteiten uitvoeren
Oplossing van de banken op verbod gemende banken:
Aparte holding (vennootschap) oprichten om van daaruit in risicovolle ondernemingen te
investeren
• Statuut voor banken → banken moeten voldoen aan voorwaarden om bank te mogen zijn
Voorwaarden om statuut bank te kunnen krijgen:
➔ Belgische of buitenlandse ondernemingen
➔ Die terugbetaalbare deposito’s op zichtrekeningen ontvangen
➔ Die deze deposito’s kunnen bestemmen voor bank, krediet of beleggingsverrichtingen
➔ Die deze verrichtingen uitvoeren voor eigen rekening dus op eigen risico
➔ Die deze activiteiten gewoonlijk uitoefenen
• Controle via bankencommissie → vergunning nodig als bank zijnde, veel controle of banken aan
voorwaarden blijven voldoen
2 taken van de bankencommissie:
➔ Controleren of banken KB 185 naleven
Bv. leven ze de woordwaarden na, hebben ze genoeg reserve, hebben ze genoeg kapitaal, …
➔ Controle van financiële wezen
,
1 Inleiding
Functies van geld:
➔ Betalen (circulatiefunctie)
➔ Sparen (koopkracht reserve)
➔ Waardemeter (plakt een waarde aan goederen,…)
Financieel recht = regels rond het financiële verkeer, organisatie van de financiële wereld, de
financiële instellingen en het toezicht daarop vormen het financieel recht
4 deelgebieden van financieel recht:
➔ Financiële instellingen
➔ Financiële diensten
➔ Financiële markten
➔ Toezicht op financiële instellingen, diensten en markten
Basisrechtstak voor alle soorten materies → burgerlijk recht (eerste wet die er ooit was)
2 Situering financieel
recht
(financieel recht is een onderdeel van economisch recht)
Privaat recht = relatie tussen 2 private personen
Bv. Trouwen met iemand
Publiek recht = relatie tussen private persoon en overheid
Bv.
Financieel recht → valt tussen privaat en publiek recht
Bv. Ik in conflict met de bank (privaat)
Bv. Bank waar ik klant ben gaar failliet, ik wil geld terug tot 100 000,00 van de overheid (publiek)
,3 Bronnen van financieel recht
Belangrijkste bronnen van financieel recht:
➔ Wetgeving = Nationaal → wetten / decreten / ordonnanties
= EU → richtlijnen / verordeningen / besluiten
= Internationale verdragen → bazel akkoorden
➔ Rechtspraak = Vonnissen / arresten
o Geheel van rechterlijke beslissingen in concrete geschillen
o Manier waarop rechters wetgeving interpreteren en toepassen
o Vaste rechtspraak
o Te vinden in juridische tijdschriften
➔ Rechtsleer = Geheel van boeken, artikels,… alles geschreven door juristen
o Te vinden in juridische handboeken en tijdschriften
Hiërarchie binnen de wetgeving:
1. Wet → rechten en plichten van burgers (federaal)
2. Decreten en ordonnanties (=wet) → rechten en plichten van burgers (deelstatelijk)
3. Koninklijk besluit → Koning, uitvoering wet
4. Ministerieel besluit → minister, uitvoering KB/ wet
5. Besluit gewest of gemeenschapsregering → deelstatelijke regeringen, uitvoering
decreet/ordonnantie
6. Provinciaal/ gemeentelijk reglement → provincieraad/ gemeenteraad
Europese wetgevende akten:
Verordening = bindend in al haar onderdelen
(wet die door Europa word gestemd, onmiddellijk van toepassing in alle EU landen)
➔ Door commissie
➔ Door Raad en Europees parlement
Richtlijn = bindend ten aanzien van het te bereiken resultaat
(nieuwe regel van Europa, regel moet worden toegepast binnen het kader van de lidstaten)
➔ Moet worden omgezet binnen voorziene periode
(Zie tekening kladpapier)
4 Historisch overzicht
Historische gebeurtenissen:
➔ Crisis jaren 30
➔ Periode tussen jaren 30 en 70
➔ Mammoetwet 1975
➔ Wet van 1993
➔ Crisis 2008-2009
➔ Griekse crisis
➔ Wet van 2014
,4.1 Crisis jaren 30
Oorzaak/ start van crisis:
Veel mensen emigreren naar VS na wereldoorlog. VS stuurt materialen naar EU voor wederopbouw.
Economische markt in VS gaat erop vooruit. Bedrijven die de materialen produceren doen het goed.
Mensen gaan leningen aan om te investeren in de bedrijven. Ook banken investeerden in de
welvarende bedrijven.
Eind jaren 20 is EU onafhankelijk van VS. Economische markt VS gaat weer omlaag. Bedrijven kunnen
goederen niet meer verkopen en gaan failliet. Investeerders raken geld kwijt en kunnen bank niet
afbetalen. Banken investeerden gespaard geld van mensen, zijn dat ook kwijt. Banken gaan failliet.
Gevolgen voor België
Eerste gevolgen pas in 1932
→ faillissement van 7 kleine banken
Grotere gevolgen in 1934
→ 2 grote Belgische banken met liquiditeitsproblemen
Reactie op de problemen → regering komt met wetgevende initiatieven
KB’s in de jaren 1934-1935
Intrede KB 185:
• Verbod op gemengde banken → banken mogen niet meer investeren in risicovolle
ondernemingen. Mogen enkel traditionele bankactiviteiten uitvoeren
Oplossing van de banken op verbod gemende banken:
Aparte holding (vennootschap) oprichten om van daaruit in risicovolle ondernemingen te
investeren
• Statuut voor banken → banken moeten voldoen aan voorwaarden om bank te mogen zijn
Voorwaarden om statuut bank te kunnen krijgen:
➔ Belgische of buitenlandse ondernemingen
➔ Die terugbetaalbare deposito’s op zichtrekeningen ontvangen
➔ Die deze deposito’s kunnen bestemmen voor bank, krediet of beleggingsverrichtingen
➔ Die deze verrichtingen uitvoeren voor eigen rekening dus op eigen risico
➔ Die deze activiteiten gewoonlijk uitoefenen
• Controle via bankencommissie → vergunning nodig als bank zijnde, veel controle of banken aan
voorwaarden blijven voldoen
2 taken van de bankencommissie:
➔ Controleren of banken KB 185 naleven
Bv. leven ze de woordwaarden na, hebben ze genoeg reserve, hebben ze genoeg kapitaal, …
➔ Controle van financiële wezen
,