Basisprincipes inwendige systemen
1. Hormoonstelsel/endocriene stelsel
1.2 Algemene kenmerken van het hormoonstelsel
● Homeostase
= communicatie tussen cellen en weefsels via chemische stoffen voor de
instandhouding van het interne milieu (samenstelling, temperatuur en pH)
Basisgroepen van hormonen
1. Aminozuur-derivaten
- afgeleid van aminozuren (tyrosine en tryptofaan)
- klein, wateroplosbaar
- vb. adrenaline, noradrenaline, thyroxine en melatonine
2. Peptide-hormonen
- 1/meerdere polypeptideketens (+ eventueel suikerstructuur)
- wateroplosbaar
- vb. insuline, groeihormoon, prolactine, PTH, calcitonine, ACTH, glucagon,
FSH, LH en TSH
3. Lipide-derivaten/steroïde hormonen
- afgeleid van cholesterol (centrale steraanskelet)
- wateroplosbaar + vetoplosbaar (lipofiel)
- vb. cortisol, aldosteron, oestrogeen, progesteron, testosteron
Synthese en transport van hormonen
1. Vesikelpathway (AZ-derivaten en peptide-hormonen)
- aangemaakt via ribosomen, in RER: grote preprohormonen
- aanpassing van structuren t.h.v. ER: kleinere prohormonen
- in Golgi-apparaat verpakt tot vesikels: functionele hormonen
- vrijgave van inhoud aan bloedbaan = exocytose
- Binden aan een membraanreceptor van een cel voor respons
2. Steroïdhormoon productie
- in SER of binnenste membraan mitochondria
- startend vanuit cholesterol → intermediaire hormonen omgevormd
- type enzym in cel bepaalt soort hormoon
- diffusie overheen celmembraan naar bloedbaan
3. Transport doorheen de bloedbaan
- Hydrofiele hormonen = vrij transporteerbaar in bloedbaan
→ peptide- en eiwithormonen
- Hydrofobe hormonen = transporteerbaar via transporteiwit
→ rol voor lever: productie albumine en globulines
→ steroïdhormonen, schildklierhormoon en bepaald AZ-derivaten
* transporteiwitten verlengen overlevingstijd van hormoon in bloedbaan
, 4. Afbraak van hormonen
= om overtollige accumulatie te voorkomen
- AZ-derivaten: gedegradeerd door enzymen in het bloed/weefsel
→ via lever/nieren geëxcreteerd
- peptiden: na binding aan celoppervlak-receptor gedegradeerd door
peptide-splitsende enzymen
→ via lever/nieren geëxcreteerd
- Steroïdhormonen= activiteit hangt af v.d. beschikbaarheid van
transporteiwitten
1.3 Functionele anatomie en fysiologie v.d. hypothalamus-hypofase-as
Controlecentrum = schat concentratie van bepaalde hormonen in het bloedpasma
Anatomische positie hypothalamus en hypofyse
● hypofyse in sella turcica = benige structuur die holte v.h. sfenoïdaal bot vormt t.h.v de
basis v.d. hersenen, net onder hypothalamus
● verbonden aan elkaar via infundibulum (bevat axonen van neuronen en kluwen van
capillaire bloedvaten)
● onder corpus callosum: epifyse = endocriene klier voor productie van melatonine
Structuur hypofyse
● hypofysevoorkwab = adenohypofyse
- hormoonproducerende cellen
● hypofyseachterkwab = neurohypofyse
- axonen van neuronen van de hypothalamus dalen af via infundibulum
- deze produceren ADH en oxytonine → via bloedcapillairen naar bloed
Hormonale productie (hypofysevoorkwab)
1. uitlopers van cellichamen monden uit in zone rond infundibulum
2. geven via exocytose producten af aan capillairen van poortadersysteem
3. komen terecht in hypofysevoorkwab
4. via diffusie in interstitiële ruimte (omgeeft verschillende kliercellen)
5. binding met specifieke receptor op celmembraan
6. regulerende hormonen stimuleren of inhiberen secretie van hormonen
7. vrijgegeven aan capillairen die uitmonden in veneus systeem
,Hypothalamushormoon Afkorting Reguleert productie
(stimulatie +, inhibitie -) hypofysehormoon
+ Corticotropine-releasing-hormoon CRH Adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
+ Thyrotropine-releasing-hormoon TRH Thyroïdstimulerende hormoon (TSH)
+ Groeihormoon-releasing-hormoon GHRH Groeihormoon (GH)
+ Gonadotropine-releasing-hormoon GnRH Follikelstimulerend hormoon (FSH) en
luteïniserend hormoon (LH)
- Somatostatine SST Groeihormoon (GH)
- Dopamine GnRH Prolactine
Oxytonine (hypofyseachterkwab)
● stimuleren v.d. contractie van gladde spiercellen in vrouwelijke borst
→ vrijgave melk (reactie op stimulatie v.d. sensorische cellen in tepels)
● stimuleren v.d. contractie van gladde spiercellen in baarmoederwand
→ bij bevalling (reactie op neurale signalen van de stretchreceptoren)
● stimuleren v.d. contractie van gladde spiercellen in de wanden van de zaadleider en
prostaatklier
Vasopressine of anti-diuretisch hormoon = ADH (hypofyseachterkwab)
● stimuleren v.d. contractie van gladde spiercellen in de bloedvatwand
→ stijging bloeddruk
● daling v.d. waterexcretie v.d. nieren
→ vergroting dorstgevoel → bloedvolume reguleren
Negatieve terugkoppeling
Hormonale terugkoppeling = afscheiding van klieren aangepast aan noden van het lichaam
Negatieve terugkoppeling = afscheiding van een specifiek hormoon verminderen
, 1.4 Functionele anatomie en fysiologie van accessoire endocriene
klieren
Schildklier
Anatomische locatie
= vlindervormige endocriene klier in de nek
● verbonden met larynx
● omheen trachea
● van C5-T1
● 2 lobben verbonden via isthmus
Samenstelling schildklierweefsel
● Folliculaire cellen = epitheelcellen
- productie van thyroglobuline (in colloïd van een follikel)
- aanmaak schildklierhormonen T3 en T4: thyroglobuline-hormoon + jodium
- verwerking door enzymen → schildklierhormoon via diffusie in bloedbaan
● C-cellen
- aanmaak van calcitonine bij te hoge calciumconcentratie in bloed
● Endotheelcellen
- maken deel uit van bloedvatwand v.d. talrijke aanwezige bloedvaten
● Het schildklierhormoon
- aanmaak gereguleerd via hypothalamus-hypofyse-as
- neurale stimuli stimuleren hypothalamus voor vrijgave van TRH
→ zet hypofysevoorkwab aan tot vrijzetting TSH
- TSH stimuleert vrijgave van schildklierhormoon
- via transporteiwitten doorheen bloedbaan
Hormonale producten en effecten
Afgeleid van aminozuur thyrosine, jodiumatomen gekoppeld
● T4-thyroxine: 90% van schildklierhormonen, inactieve vorm
● T3-thyroxine: 10% van schildklierhormonen, actieve vorm
Effecten
● Metabool:
- T3 stimuleert opname koolhydraten uit dunne darm en vrijgave van vetzuren
door vetweefsel
- energie vrij maken + verhoogd metabolisme van energie voorzien
- groei en maturatie van verscjillende weefsels
● Cardiovasculair:
- verhoging van bloeddoorstroming, bloeddruk en zuurstofvoorziening
● Gastro-intestinaal:
- verhoging metabole snelheid → verhoging eetlust en voedselinname
(gewichtsafname)
- verhoging darmmotiliteit (diarree)
● Calcitonine:
- calciumhuishouding
1. Hormoonstelsel/endocriene stelsel
1.2 Algemene kenmerken van het hormoonstelsel
● Homeostase
= communicatie tussen cellen en weefsels via chemische stoffen voor de
instandhouding van het interne milieu (samenstelling, temperatuur en pH)
Basisgroepen van hormonen
1. Aminozuur-derivaten
- afgeleid van aminozuren (tyrosine en tryptofaan)
- klein, wateroplosbaar
- vb. adrenaline, noradrenaline, thyroxine en melatonine
2. Peptide-hormonen
- 1/meerdere polypeptideketens (+ eventueel suikerstructuur)
- wateroplosbaar
- vb. insuline, groeihormoon, prolactine, PTH, calcitonine, ACTH, glucagon,
FSH, LH en TSH
3. Lipide-derivaten/steroïde hormonen
- afgeleid van cholesterol (centrale steraanskelet)
- wateroplosbaar + vetoplosbaar (lipofiel)
- vb. cortisol, aldosteron, oestrogeen, progesteron, testosteron
Synthese en transport van hormonen
1. Vesikelpathway (AZ-derivaten en peptide-hormonen)
- aangemaakt via ribosomen, in RER: grote preprohormonen
- aanpassing van structuren t.h.v. ER: kleinere prohormonen
- in Golgi-apparaat verpakt tot vesikels: functionele hormonen
- vrijgave van inhoud aan bloedbaan = exocytose
- Binden aan een membraanreceptor van een cel voor respons
2. Steroïdhormoon productie
- in SER of binnenste membraan mitochondria
- startend vanuit cholesterol → intermediaire hormonen omgevormd
- type enzym in cel bepaalt soort hormoon
- diffusie overheen celmembraan naar bloedbaan
3. Transport doorheen de bloedbaan
- Hydrofiele hormonen = vrij transporteerbaar in bloedbaan
→ peptide- en eiwithormonen
- Hydrofobe hormonen = transporteerbaar via transporteiwit
→ rol voor lever: productie albumine en globulines
→ steroïdhormonen, schildklierhormoon en bepaald AZ-derivaten
* transporteiwitten verlengen overlevingstijd van hormoon in bloedbaan
, 4. Afbraak van hormonen
= om overtollige accumulatie te voorkomen
- AZ-derivaten: gedegradeerd door enzymen in het bloed/weefsel
→ via lever/nieren geëxcreteerd
- peptiden: na binding aan celoppervlak-receptor gedegradeerd door
peptide-splitsende enzymen
→ via lever/nieren geëxcreteerd
- Steroïdhormonen= activiteit hangt af v.d. beschikbaarheid van
transporteiwitten
1.3 Functionele anatomie en fysiologie v.d. hypothalamus-hypofase-as
Controlecentrum = schat concentratie van bepaalde hormonen in het bloedpasma
Anatomische positie hypothalamus en hypofyse
● hypofyse in sella turcica = benige structuur die holte v.h. sfenoïdaal bot vormt t.h.v de
basis v.d. hersenen, net onder hypothalamus
● verbonden aan elkaar via infundibulum (bevat axonen van neuronen en kluwen van
capillaire bloedvaten)
● onder corpus callosum: epifyse = endocriene klier voor productie van melatonine
Structuur hypofyse
● hypofysevoorkwab = adenohypofyse
- hormoonproducerende cellen
● hypofyseachterkwab = neurohypofyse
- axonen van neuronen van de hypothalamus dalen af via infundibulum
- deze produceren ADH en oxytonine → via bloedcapillairen naar bloed
Hormonale productie (hypofysevoorkwab)
1. uitlopers van cellichamen monden uit in zone rond infundibulum
2. geven via exocytose producten af aan capillairen van poortadersysteem
3. komen terecht in hypofysevoorkwab
4. via diffusie in interstitiële ruimte (omgeeft verschillende kliercellen)
5. binding met specifieke receptor op celmembraan
6. regulerende hormonen stimuleren of inhiberen secretie van hormonen
7. vrijgegeven aan capillairen die uitmonden in veneus systeem
,Hypothalamushormoon Afkorting Reguleert productie
(stimulatie +, inhibitie -) hypofysehormoon
+ Corticotropine-releasing-hormoon CRH Adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
+ Thyrotropine-releasing-hormoon TRH Thyroïdstimulerende hormoon (TSH)
+ Groeihormoon-releasing-hormoon GHRH Groeihormoon (GH)
+ Gonadotropine-releasing-hormoon GnRH Follikelstimulerend hormoon (FSH) en
luteïniserend hormoon (LH)
- Somatostatine SST Groeihormoon (GH)
- Dopamine GnRH Prolactine
Oxytonine (hypofyseachterkwab)
● stimuleren v.d. contractie van gladde spiercellen in vrouwelijke borst
→ vrijgave melk (reactie op stimulatie v.d. sensorische cellen in tepels)
● stimuleren v.d. contractie van gladde spiercellen in baarmoederwand
→ bij bevalling (reactie op neurale signalen van de stretchreceptoren)
● stimuleren v.d. contractie van gladde spiercellen in de wanden van de zaadleider en
prostaatklier
Vasopressine of anti-diuretisch hormoon = ADH (hypofyseachterkwab)
● stimuleren v.d. contractie van gladde spiercellen in de bloedvatwand
→ stijging bloeddruk
● daling v.d. waterexcretie v.d. nieren
→ vergroting dorstgevoel → bloedvolume reguleren
Negatieve terugkoppeling
Hormonale terugkoppeling = afscheiding van klieren aangepast aan noden van het lichaam
Negatieve terugkoppeling = afscheiding van een specifiek hormoon verminderen
, 1.4 Functionele anatomie en fysiologie van accessoire endocriene
klieren
Schildklier
Anatomische locatie
= vlindervormige endocriene klier in de nek
● verbonden met larynx
● omheen trachea
● van C5-T1
● 2 lobben verbonden via isthmus
Samenstelling schildklierweefsel
● Folliculaire cellen = epitheelcellen
- productie van thyroglobuline (in colloïd van een follikel)
- aanmaak schildklierhormonen T3 en T4: thyroglobuline-hormoon + jodium
- verwerking door enzymen → schildklierhormoon via diffusie in bloedbaan
● C-cellen
- aanmaak van calcitonine bij te hoge calciumconcentratie in bloed
● Endotheelcellen
- maken deel uit van bloedvatwand v.d. talrijke aanwezige bloedvaten
● Het schildklierhormoon
- aanmaak gereguleerd via hypothalamus-hypofyse-as
- neurale stimuli stimuleren hypothalamus voor vrijgave van TRH
→ zet hypofysevoorkwab aan tot vrijzetting TSH
- TSH stimuleert vrijgave van schildklierhormoon
- via transporteiwitten doorheen bloedbaan
Hormonale producten en effecten
Afgeleid van aminozuur thyrosine, jodiumatomen gekoppeld
● T4-thyroxine: 90% van schildklierhormonen, inactieve vorm
● T3-thyroxine: 10% van schildklierhormonen, actieve vorm
Effecten
● Metabool:
- T3 stimuleert opname koolhydraten uit dunne darm en vrijgave van vetzuren
door vetweefsel
- energie vrij maken + verhoogd metabolisme van energie voorzien
- groei en maturatie van verscjillende weefsels
● Cardiovasculair:
- verhoging van bloeddoorstroming, bloeddruk en zuurstofvoorziening
● Gastro-intestinaal:
- verhoging metabole snelheid → verhoging eetlust en voedselinname
(gewichtsafname)
- verhoging darmmotiliteit (diarree)
● Calcitonine:
- calciumhuishouding