📏 1.1 Lichamelijke groei
Baby's groeien zeer snel in hun eerste levensjaar.
Gemiddelde geboortelengte: ± 50 cm (meisjes); op 1 jaar: ± 75 cm.
Gemiddeld geboortegewicht: ± 3,5 kg (jongens); op 1 jaar: ± 10
kg.
Groei wordt opgevolgd via groeicurves (SDS-score,
standaarddeviatie).
🔁 1.2 Motorische ontwikkeling
De ontwikkeling verloopt in een vaste volgorde, van hoofd naar benen
(grove motoriek) en van schouder naar vingertoppen (fijne motoriek).
Fases motorische ontwikkeling:
Leeftijd Fase Kenmerken
Volgt bewegingen met ogen, hoofd rechtop
0–3 maanden Kijkstadium
houden in buiklig.
Grijpstadiu
4–6 maanden Reiken, grijpen, rollen, zitten met steun.
m
7–9 maanden Zitstadium Zitten zonder steun, handen vrij om te spelen.
10–12 Kruipstadiu Kruipen, zich optrekken, stappen met steun,
maanden m pincetgreep, blokjes stapelen.
Vanaf 12 Loopstadiu
Zelfstandig stappen.
maanden m
Voorbeelden van passend speelgoed:
Mobiel: vanaf geboorte
Babygym: vanaf 3 maanden
Stapelringen: vanaf 6 maanden
Loopwagentje: vanaf 9 maanden
🧩 2. Cognitieve ontwikkeling (Jean Piaget)
💡 Belangrijke begrippen
Schema: Mentaal kader over hoe dingen werken.
, Adaptatie: Aanpassing aan de omgeving.
o Assimilatie: Toepassen van bestaand schema.
o Accommodatie: Aanpassen van schema bij nieuwe situatie.
🧠 Sensomotorische fase (0–2 jaar)
Baby’s leren via zintuigen en beweging.
Leeftijd Fase Kenmerk
0–1 maand Reflexhandelingen Automatische reacties (bv. zuigreflex).
1–4 Primaire circulaire Gericht op eigen lichaam (bv.
maanden reacties duimzuigen).
4–8 Secundaire circulaire Gericht op buitenwereld (bv.
maanden reacties rammelaar schudden).
8–12 Doelbewust gedrag (bv. doekje
Intentioneel handelen
maanden wegtrekken voor speeltje).
12–18 Tertiaire circulaire Variaties proberen, experimenteren
maanden reacties (bv. blokken stapelen).
🧪 Kritiek op Piaget
Beperkte steekproef (eigen kinderen).
Kinderen ontwikkelen sommige vaardigheden (zoals
objectpermanentie) vóór wat Piaget dacht (onderzoek Baillargeon &
DeVos).
❤️
3. Socio-emotionele ontwikkeling (Erik Erikson)
⚖️
Crisis: Vertrouwen vs. Wantrouwen
Eerste levensjaar staat in het teken van vertrouwen leren
opbouwen in verzorgers.
Bij succesvolle uitkomst: kind voelt zich veilig, krijgt zelfvertrouwen
en leert relaties aangaan.
Bij mislukte uitkomst: kind wordt wantrouwig, angstig, kan
hechtingsproblemen ontwikkelen.
👶 Hechting (John Bowlby)
Fases van hechting:
1. Pasgeborene: Huilen, behoefte aan lichaamscontact.
, 2. 6 weken – 6 maanden: Sociale glimlach; lacht naar iedereen.
3. Vanaf 6 maanden: Hechting aan vertrouwde personen (angst voor
vreemden/scheidingsangst = "achtmaandenangst").
🧸 Hechtingstypes (Mary Ainsworth – vreemdesituatietest)
Type Gedrag
Veilig Weent bij scheiding, laat zich troosten bij hereniging.
Klampt zich vast, boos bij terugkomst, zoekt
Afwerend
onvoorspelbare troost.
Vermijdend Reageert koel, toont weinig emoties bij scheiding.
Gedesoriënte Tegenstrijdig gedrag, vaak bij
erd mishandeling/verwaarlozing.
🚨 Hechtingsstoornis
Kan ontstaan bij mishandeling/verwaarlozing/veel wisselende
verzorgers.
Gedrag: agressie, afwijzing van liefde/aandacht, moeite met relaties.
📖 Voorbeeld: Tuur
Motorisch: Tuur leert stappen, eerst met hulp, daarna zelfstandig.
Fijn motorisch: Hij draagt speeltjes rond.
Cognitief: Toont doelbewust handelen (intentioneel), gebruikt
buggy als hulpmiddel.
Socio-emotioneel: Straalt vertrouwen en trots uit → positieve
hechting.
📘 Wat moet je kennen?
Fysiek
Groeicurves interpreteren.
Reflexen en motoriekfases herkennen.
Spel koppelen aan ontwikkelingsfase.
Cognitief
Schema’s, adaptatie, sensomotorische fasen.