,
,
, Een huurder en verhuurder hebben een huurcontract waarin is afgesproken dat de huur
maandelijks vooruit wordt betaald.
Gedurende enkele jaren betaalt de huurder de huur echter steeds enkele dagen te laat.
De verhuurder accepteert dit telkens zonder bezwaar te maken of de huurder erop aan
te spreken.
Na vijf jaar besluit de verhuurder ineens om van de ene op de andere dag de huurder
aan te spreken op de te late betalingen en eist hij een boete voor iedere te late betaling
over de afgelopen vijf jaar.
De huurder kan zich beroepen op rechtsverwerking door te stellen dat de verhuurder
door jarenlang stilzwijgend de te late betalingen te accepteren, het recht heeft verwerkt
om nu plotseling boetes te eisen.