Inhoud
hoofdstuk 1: inleiding in de crossculturele psychologie......................................................3
wat is cultuur?................................................................................................................. 3
wat is crossculturele psychologie?...................................................................................4
waarom is crossculturele psychologie belangrijk?...........................................................5
hoofdstuk 2: crosscultureel onderzoek: theoretisch kader & kwalitatieve
onderzoeksmethoden......................................................................................................... 7
samenstelling van de steekproef.....................................................................................7
crosscultureel onderzoek naar geluk en welzijn...............................................................7
veelgebruikte kwalitatieve methoden..............................................................................8
hoofdstuk 3: crosscultureel onderzoek: kwantitatieve methoden.....................................13
equivalentie en vertekening.......................................................................................... 13
veel voorkomende kwantitatieve methoden..................................................................15
differentiële onderzoeksmethoden................................................................................17
hoofdstuk 4: waarden....................................................................................................... 19
wat zijn culturele waarden?........................................................................................... 19
individualisme en collectivisme.....................................................................................19
schwartz’ waarden......................................................................................................... 21
wat gebeurt er als iemands eer bedreigd wordt?...........................................................23
hoe ga jij als psycholoog aan de slag met culturele waarden?......................................25
diversiteit in de psychologische hulpverlening..............................................................25
(super)diversiteit?!........................................................................................................ 25
meervoudige identiteit & intersectionaliteit...................................................................26
handelingsverlegenheid................................................................................................. 26
in gesprek (blijven) gaan............................................................................................... 27
invloed cultuur op communicatie................................................................................29
andere manieren........................................................................................................... 31
als de kloof te groot is................................................................................................... 31
hoofdstuk 5: cognitie........................................................................................................ 31
waarneming & aandacht................................................................................................ 31
gevoeligheid voor visuele illusies...............................................................................35
geheugen...................................................................................................................... 35
intelligentie.................................................................................................................... 36
impliciete theorieën over intelligentie........................................................................36
expliciete theorieën over intelligentie........................................................................37
1
, hoe meet je intelligentie?........................................................................................... 37
hoofdstuk 6: ontwikkeling................................................................................................. 39
wat is ontwikkeling?....................................................................................................... 39
cognitieve ontwikkeling bij basisschoolkinderen............................................................40
identiteitsontwikkeling bij jongeren...............................................................................42
de pubertijd................................................................................................................ 42
wat is de invloed van discriminatie op de identiteitsontwikkeling van jongeren?..........42
rol als hulpverlener?...................................................................................................... 43
hoofdstuk 7: zelf............................................................................................................... 44
wie ben jij? wat is het zelf?............................................................................................ 44
onafhankelijke en interafhankelijke zelfconstructies......................................................45
een meer genuanceerde kijk op het verschil tussen de 2 zelfconstructies door vignoles
...................................................................................................................................... 46
crossculturele verschillen in zelfvertrouwen..................................................................48
hoe universeel is het motief van zelfversterking?..........................................................48
crossculturele verschillen in persoonlijkheid: hoe universeel is persoonlijkheid............48
hoofdstuk 8: sociale relaties............................................................................................. 51
hoe uiten de zelflmodellen zich tov sociale relaties? culturele relatiemodellen............51
relationele mobiliteit...................................................................................................... 53
ouder-kindrelaties.......................................................................................................... 53
romantische relaties...................................................................................................... 54
connectie tussen cultuur en sociale relaties..................................................................55
hoofdstuk 9: emoties........................................................................................................ 56
componenten van emoties............................................................................................ 56
invloed cultuur op frequentie & intensiteit.....................................................................58
interpretaties & actietendensen....................................................................................60
lichamelijke gewaarwordingen & emotionele expressie................................................61
betekenis voor de praktijk............................................................................................. 64
hoofdstuk 11: acculturatie................................................................................................ 65
wat is acculturatie?........................................................................................................ 65
migratie......................................................................................................................... 65
culturen combineren...................................................................................................... 66
onbewuste/emotionele acculturatie...............................................................................66
rejection-identification en de rol van de ontvangende samenleving..............................68
2
,HOOFDSTUK 1: INLEIDING IN DE CROSSCULTURELE PSYCHOLOGIE
WAT IS CULTUUR?
Cultuur is een door een gemeenschap gedeeld systeem van waarden, normen, ideeën,
attitudes, gedragingen, communicatiemiddelen en de producten ervan die van generatie
op generatie worden overgeleverd
Buitenste: materieel: gebouwen, muziek, voeding,…
Middelste: sociaal nomen en waarden,
gedragingen
Menselijke natuur
Cultuur verandert met de jaren
Menselijke natuur: aangeboren en voor iedereen het
zelfde
Persoonlijkheid: individuele verschillen
Cultuur: gemeenschappelijke zaken met onze sociale
context
Cultuur is gedeeld
Cultuur is altijd grotere groep waar je een cultuur deelt (klein tot groot)
Tight culture: culturele normen worden streng gehanteerd
Loose culture: meer variatie tussen mensen in de cultuur
Cultuur is overgeleverd
Wordt aangeleerd door socialisatie
1) Primaire socialisatie: directe familie
2) Secundaire socialisatie: school, vrienden, werk, …
3) Tertiaire socialisatie: samenleving, media, …
Wordt overgebracht door socialisatie
1) Enculturatie: cultuuroverdracht in tijd
2) Acculturatie: cultuuroverdracht in geografische en sociale ruimte (naar ander land
en in eigen land)
Cultuur is dynamisch
3
, Beïnvloedt leden en vice versa
Veranderingen zijn adaptief
Cultuur = de aanpassing van de menselijke soort op ecologische, sociopolitieke en
biologische factoren
WAT IS CROSSCULTURELE PSYCHOLOGIE?
De wetenschappelijke studie van gelijkenissen en verschillen in het menselijk
psychologisch functioneren in verschillende culturele groepen, daarbij onderzoekend hoe
ons denken, voelen en doen beïnvloed wordt door een culturele context
Geschiedenis:
1850 völkerpsychologie mens in relatie tot gewoonten en gebruiken van de samenleving
Wundt (1916): “where deliberate experimentation ends is where history has
experimented on the behalf of psychologists”
Geschiedenis zien als een groot experiment
Zaken dat anders werden ingericht en impact ervan op onze psychologie
Culturen in de tijd bestuderen
Antrolopolgie by Rivers: waarneming bij bewoners in Papua-Nieuw-Guinea
1940-1950 basispersoonlijkheid en nationale karakters
Vanaf 1960-1970 bloeide crosscultureel psychologisch onderzoek met specifieke
wetenschappelijke tijdschriften
2 benaderingen:
1) Psychologie is overal hetzelfde voor alle mensen (= absolutisme of universalisme)
2) Psychologie is verschillend binnen verschillende contexten (= relativisme)
Crosscultureel: wie heeft er voor wat gelijk, welke zijn meer relatief en welke zijn dan
algemeen
Absolutisme
Zoeken naar ‘de menselijke psychologie
culturele verschillen gezien als ruis daarop
Sensorische, motorische functies (biologisch gerelateerd bv kleurenblind)
Functies vanaf jonge leeftijd (universeel, crosscultureel bv objectpermanentie)
Zeer abstracte functies (universeel maar omgeving beïnvloedt war benut wordt)
Relativisme
4