100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
College aantekeningen

College aantekeningen Privaatrecht (JUR-1PRIVR) - tentamens gehaald met een 8,7 en 8,0!

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
39
Geüpload op
14-04-2025
Geschreven in
2024/2025

Aantekeningen van alle colleges behalve college 8. Geordend per college, waardoor alle onderwerpen goed overzichtelijk zijn weergegeven. Belangrijke begrippen zijn dikgedrukt en bullet point worden gebruikt om schematisch overzicht te creëren. Alle arresten en wetsartikelen zijn duidelijk onderstreept Algemene onderwerpen: overeenkomsten, nakoming, bevrijdende betaling, beschikkingsbevoegdheid, derdenbescherming, eigendomsoverdracht, nietigheid, vernietiging, niet-nakoming, onrechtmatige daad, schadevergoeding, causaal verband, verbintenissen, executie, rangorde, faillissement, rechtshandelingen, vertegenwoordiging, natrekking, uitleg van overeenkomsten, bestanddeelvorming, kwalitatieve aansprakelijkheid, stelplicht, bewijslast, bevrijdende verjaring, zaakwaarneming, correctie Langemeijer. Alle onderwerpen worden volledig uitgediept. Relevante arresten: Hofland/Hennis, van Geest/Nederlof, Kantharos van Stevensweert, Eigen Haard, Fraanje/Alukon, Kelderluik, Jetblast, Post/van den Bosch, Tandarts, DES-dochters, Nefalit/Karamus, Kribbebijter, Portacabin

Meer zien Lees minder
Instelling
Vak











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Studie
Vak

Documentinformatie

Geüpload op
14 april 2025
Aantal pagina's
39
Geschreven in
2024/2025
Type
College aantekeningen
Docent(en)
Sander steneker en pieter wolters
Bevat
Alles behalve college 8

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

College 1 – kennismaking
Hypotheek = recht dat de bank eist om het geld uit te kunnen lenen –> recht van de bank om het huis
op de openbare veiling te verkopen wanneer de lening niet wordt terugbetaald

Privaatrecht = recht tussen private partijen onderling

 Overheid bemoeit zich hier maar beperkt mee
o Contractvrijheid: je mag afspreken wat je wil  uitzondering: als het in strijd is met
de goede orde of openbare zede (dan verklaart de overheid het nietig)
o Let op: ook de overheid kan partij zijn bij privaatrechtelijke transacties
 Private partijen kunnen particulieren en bedrijven zijn
 Regelend recht = je mag alles afspreken wat je wil (contractvrijheid), maar als je niks
afgesproken hebt, dan vult de wet het in  meestal
 Dwingend recht = is bindend, dan mag er geen andere afspraak gemaakt worden  mag je
dus aanspraak op maken als dat nodig is, andere afspraken gelden dan niet
o Consumentenrecht
o Goederenrecht

Verbintenissenrecht = afspraken tussen partijen onderling (koopovereenkomst, leenovereenkomst)

- Voorbeeld: garantie
 Kun je zelf aangaan –> voorbeeld: overeenkomst sluiten
 Kunnen op je komen te rusten –> voorbeeld: schadevergoedingsplicht (na een onrechtmatige
daad) of verplichting tot teruglevering (na niet-nakomen van een overeenkomst)
- Overeenkomst = contract

Goederenrecht = rechten die je op de spullen die hebt gekocht krijgt (rechten op de huis, brommer,
etc.)

- Voorbeeld: hypotheek
 Gaat over de relatie tussen partij en goederen
 Goederen zijn niet alleen tastbare zaken, ook vermogensrechten zijn goederen
o Voorbeeld: geld op de bank, vordering tot schadevergoeding, aandelen in een bv, etc.

Vermogensrecht = goederenrecht + verbintenissenrecht

 Staat in het Burgerlijk Wetboek
o Boek 3: vermogensrecht in het algemeen
o Boek 5: zakenrecht
o Boek 6: verbintenissenrecht in het algemeen
o Boek 7: bijzondere overeenkomsten




College 2 – overeenkomsten
Kopen van een huis:

- Titel (ik koop het)  verbintenissenrecht
- Levering (ik krijg het)  goederenrecht
- Beschikking (het staat tot mijn beschikking)  goederenrecht

,Uitspraken van de Hoge Raad vormen de jurisprudentie. Er is maar 1 Hoge Raad, dus wat die zegt
geldt de volgende keer ook –> rechtbanken en gerechtshoven zullen in eenzelfde situatie dezelfde
uitspraak doen als de Hoge Raad de vorige keer deed, anders kom je toch weer terug bij de Hoge
Raad en die zal dezelfde uitspraak doen als de vorige keer (kan niet bij een andere Hoge Raad
uitkomen die een andere uitspraak kan doen, want er is maar 1 Hoge Raad)

Jurisprudentie:

1. Illustratie/voorbeelden  geen rechtsregels, want gaat over dat wat al in de wet staat
2. Aanvulling van dat wat niet in de wet staat  wel rechtsregels
3. Preciezere invulling van iets algemeens dat in de wet staat  wel rechtsregels

Regels wetboek (wat mag wel):

- Onderstrepen en arceren
- Verwijzen naar andere wetsartikelen
- Verwijzen naar (roepnamen van) arresten
- Tabjes plakken –> mag je dezelfde dingen opschrijven als je in het wetboek zelf mag schrijven

Overeenkomsten: BW  boek 6  titel 5  afdeling 2

Vereisten van een overeenkomst  art. 6:217 lid 1 BW

1. Aanbod
2. Aanvaarding van dat aanbod
 Er is dus wilsovereenstemming vereist

Wilsovereenstemming

 Een tegenvoorstel is geen aanvaarding, maar een nieuw aanbod  art. 6:225 lid 1 BW
 Een te late aanvaarding is geen aanvaarding, maar een nieuw aanbod
o Mondeling aanbod: art. 6:221 lid 1 en 2 BW –> vervalt als het niet meteen wordt
aanvaard
o Schriftelijk aanbod: art. 6:221 lid 1 BW –> vervalt als het niet binnen een ‘redelijke
tijd’ wordt aanvaard
o Art. 6:219 lid 1 BW: als er een termijn is bepaald, kun je het aanbod niet herroepen
binnen die termijn

Arrest Hofland/Hennis

 Naast aanbod en aanvaarding, is er ook nog een ‘uitnodiging tot het doen van een aanbod’
 De ander doet hierin dus het aanbod, wat jij vervolgens kunt aanvaarden
 Als je iets aanbiedt aan het publiek en er is maar 1 van, gaat het in principe altijd om een
uitnodiging tot het doen van een aanbod
 Context is belangrijk: als iemand het belangrijk vindt om te kunnen kiezen wie het koopt, gaat
het om een uitnodiging tot het doen van een aanbod
 Kern: zou de verkoper willen dat elk aanbod leidt tot verkoop? Zo ja, dan is het een aanbod,
zo nee, dan is het een uitnodiging tot het doen van een aanbod
 Denk aan het plaatsen van een advertentie op marktplaats of het online zetten van je huis om
te verkopen
 Art. 6:217 BW is gekoppeld aan dit arrest

,Aanbod

 Intrekking is alleen mogelijk voor of tegelijk met de ontvangst van het aanbod door de
wederpartij (art. 3:37 lid 5 BW)
o Moment van ontvangst is het moment van bereiken (art. 3:37 lid 3 BW) –> dus niet
het moment van lezen, overdenken, etc.! Ontvangen = ontvangen, ook als de
wederpartij dat nog niet heeft gezien
o Vaak bij overbrenging van mededelingen via een tussenpersoon –> als die
tussenpersoon het nog niet aan de wederpartij heeft overgebracht, kan je het nog
intrekken
o Zolang wordt voldaan aan deze vereisten, kan intrekken altijd
 Herroeping is mogelijk zolang het aanbod nog niet is aanvaard en er nog geen mededeling
met de aanvaarding is verzonden (art. 6:219 lid 2 BW)
o Dus als het aanbod wel is verzonden en ontvangen, maar er nog geen aanvaarding is
verzonden vanuit de wederpartij
o Herroepen kan niet altijd! Het moet een herroepelijk aanbod zijn
o Onherroepelijk aanbod = kan niet worden herroepen (art. 6:219 lid 1 BW)
 Als een termijn voor de aanvaarding is bepaald
 Als anderszins blijkt dat de aanbieder niet zal herroepen

Intrekking staat in boek 3 BW: een aanbod en een aanvaarding zijn rechtshandelingen, en algemene
rechtshandelingen staan in boek 3

Rechtshandelingen = feitelijke handelingen die worden uitgevoerd met een beoogd rechtsgevolg

 Rechtshandelingen komen tot stand door (art. 3:33 BW)
o Een (zuiver gevormde) wil
 Wilsgebrek = als de wil niet zuiver is gevormd –> voorbeeld: onder druk
gevormd, dwaling, etc.
o Een met die wil overeenstemmende verklaring
 Discrepantie tussen wil en verklaring = als wil en verklaring niet
overeenstemmen  leidt tot nietigheid (art. 3:33 BW)
 Eenzijdige vs. meerzijdige rechtshandelingen
 Gerichte vs. ongerichte rechtshandelingen

Dus:



(Zuiver gevormde) wil

Aanbod
Met de wil
overeenstemmende
verklaring
Overeenkomst

(Zuiver gevormde) wil

Aanvaarding van dat
aanbod
Met de wil
overeenstemmende
verklaring

, Discrepantie tussen wil en verklaring (art. 3:33 BW)

 Geestelijke stoornis (art. 3:34 lid 1 BW)
o Belette een redelijke belangenwaardering
o Verklaring is onder invloed van de stoornis gedaan –> wordt vermoed zo te zijn als de
overeenkomst nadelig was
o Leidt tot vernietigbaarheid (art. 3:34 lid 2 BW)  let op: anders dan ‘normale’
discrepantie tussen wil en verklaring!

Gerechtvaardigd vertrouwen = je mag er gerechtvaardigd op vertrouwen dat een gedane verklaring
overeenstemt met iemands wil (art. 3:35 BW)

 Beschermt tegen (verweer tegen) discrepantie wil en verklaring (art. 3:33 BW) en geestelijke
stoornis (art. 3:34 BW)
 Beschermt niet tegen (gaat namelijk niet over overeenstemming van wil en verklaring):
o Handelingsonbekwaamheid (art. 3:32 BW)!
o Minderjarigheid (art. 1:234 BW)
o Curatele (art. 1:381 BW)
 Let op: het is niet altijd meteen gerechtvaardigd vertrouwen. De onderzoeksplicht naar
rechtvaardiging wordt groter naarmate de overeenkomst nadeliger is




College 3
Vormvereisten overeenkomsten

- Hoofdregel: aanbod, aanvaarding en overeenkomst zijn vormvrij (art. 3:37 lid 1 BW)
o Afzender mag overbrengingswijze zelf kiezen, maar dan zijn eventuele fouten ook
voor zijn eigen risico (art. 3:37 lid 4 BW)
o Als de ontvanger de overbrengingswijze voorschrijft (via advocaat of makelaar), zijn
eventuele fouten voor zijn risico (art. 3:37 lid 4 BW)
o Als de wet, een overeenkomst of een partij voorschrijft dat iets schriftelijk moet, kan
dit in beginsel ook via e-mail of internet (art. 6:227a BW)
- Zitten natuurlijk ook veel uitzonderingen aan hoofdregel, zeker in het consumentenrecht, om
te beschermen (want; alles kan dus een verklaring zijn als het vormvrij is)  voorbeelden:
o Art. 6:227c lid 1 BW
o Art. 6:227c lid 3 BW
o Art. 6:230o BW
o Art. 7:2 lid 1 BW
o Art. 7:2 lid 2 BW

Nakoming = je moet nakomen wat er is afgesproken (art. 6:27-6:29 BW en art. 7:9 BW)

 Algemene regels:
o Geld betalen mag altijd chartaal of giraal (art. 6:114 BW)
o Iets anders betalen is alleen bevrijdend als ‘inbetalinggeving’ wordt afgesproken (art.
6:45 BW)
 Inbetalinggeving = afspraak dat je iets anders betaalt dan het afgesproken
bedrag aan geld –> moet worden geaccepteerd door wederpartij  begrip
hoef je niet te kennen
€5,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
evawijering

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
evawijering Radboud Universiteit Nijmegen
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
4
Lid sinds
8 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
12
Laatst verkocht
2 weken geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen