soort = organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
soortvorming:
• oorzaak: wijziging in omstandigheden
• vb. plotse klimaatverandering, verschijnen predator …
—> overlevingskansen ≠ elke nakomeling
—> ‘natural selection’ en ‘survival of the fittest’
natural selection —> Darwin
survival of the fittest —> Wallace
= organismen die best zijn aangepast aan de omgeving overleven
nieuwe soort: wanneer organismen zoveel verschillen in erfelijk
materiaal dat ze geen vruchtbare nakomelingen meer kunnen krijgen
vb. giraf & vogels (dinosauriërs)
evolutie = compromis van eigenschappen
vb. tanden sabeltandtijger (lengte), appendix (groeien - ontsteking)
overerving:
• vaste principes
• niet elk kenmerk (op dezelfde manier) doorgegeven
—> nakomelingen op elkaar lijken/verschillen
verwantschap = wanneer organismen met gelijkaardig DNA ook
gelijkaardige kenmerken vertonen
hoe meer erfelijk materiaal 2 organismen gemeenschappelijk
—> dichter in tijd 1e gemeenschappelijke voorouder