STRAFRECHT
I. INLEIDING TOT DE STUDIE VAN HET
STRAFRECHT
HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALING
1. BEPALING VAN HET STRAFRECHT
De ordening van het leven in een gemeenschap veronderstelt een aantal
dwingende regels waarvan het geheel het geldende recht vormt.
Recht is afdwingbaar.
è een rechtsregel is maar afdwingbaar, wanneer de overtreding ervan
gesanctioneerd kan worden
verschillende sanctiesystemen:
burgerlijke sancties
bv. artikel 1382 oud BW, ! nu artikel 2, 2de lid boek 8 BW
administratieve sancties
bv. de gemeentelijke administratieve sancties, de schorsing of intrekking van een
vergunning
disciplinaire sancties
-> t.a.v. de leden van een welbepaalde beroepsgroep, die onderworpen
zijn aan een tuchtoverheid, zoals geneesheren, advocaten,…
In sommige gevallen hecht de wetgever aan bepaalde waarden zodanig belang
dat hij hun handhaving poogt af te dwingen onder bedreiging van strafsancties of
straffen.
bv. de bescherming van de menselijke persoon of van de eigendommen, bedreiging van
het milieu, bedreiging van het dierenwelzijn, bedreiging van de naleving van sociale of
fiscale verplichtingen,…
Het positief strafrecht beoogt de handhaving van een aantal waarden in een
bepaald land op een gegeven ogenblik.
è Wat het strafrecht beschermt, is dus niet statisch, het varieert in tijd en
ruimte.
1
,In elke gemeenschap bestaan er misdrijven en sancties.
è Die misdrijven en sancties maken het positief strafrecht uit.
huidige kernbegrippen van het strafrecht:
misdrijven
sancties
daders
kernbegrippen die auteurs van nieuw Strafwetboek voor ogen hebben gehouden:
accuraat
coherent
eenvoudig
het strafrecht kan worden gedefinieerd als het geheel van wetsbepalingen:
die de strafbare gedragingen aangeven en de sancties bepalen, hetzij
straffen, hetzij beveiligingsmaatregelen, die op de daders toepasselijk zijn
die de algemene principes weergeven die op de bestraffing van die daders
van toepassing zijn
Positief strafrecht is het geldende strafrecht, vastgelegd in verdragen, wetten,
decreten, ordonnanties en reglementen.
Het strafrecht is gericht op het onderzoek van de rationele en morele
funderingen van het recht van de gemeenschap om te straffen, van de
doelstellingen van de straffen en van de eigenschappen die de straffen moeten
bezitten om hun sociale functies te vervullen.
è Men maakt daarbij het onderscheid tussen de absolute en de relatieve
theorieën.
o absolute leer
-> er wordt gestraft omdat er is gezondigd (er is een schuld aan de
gemeenschap die moet worden vereffend; de staat is gerechtigd te
bestraffen)
o relatieve leer
-> er wordt gestraft opdat er niet meer zou worden gezondigd (er
wordt niet gestraft omdat de betrokkene het verdient, maar wel
omdat het maatschappelijk nuttig is
2
,2. KENMERKEN VAN HET STRAFRECHT
1. strafrecht is publiek recht
Er ontstaat een verticale (publiekrechtelijke) rechtsverhouding tussen de dader
van het misdrijf en de gemeenschap.
Het recht tot straffen wordt in de moderne samenlevingen door die gemeenschap
overgedragen aan staatsorganen.
è ! de staat is enkel een tussenkomende macht (openbaar ministerie
vertegenwoordigt de gemeenschap en niet de staat)
Er ontstaat ook een horizontale (privaatrechtelijke) rechtsverhouding tussen de
dader van het misdrijf en het slachtoffer van dat misdrijf.
2. strafrecht is legaal recht
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke
strafbepaling.
è De wetgever moet dus optreden om een bepaalde gedraging strafbaar te
stellen. (artikel 12, 2de lid Gw.)
! geen straf kan worden opgelegd, indien deze niet voorafgaan op een gedraging
werd gesteld door de wetgever (artikel 14 Gw.)
3. strafrecht is sanctierecht
Ook andere rechtstakken kennen sancties, die worden opgelopen door de leden
van de gemeenschap die hun verplichtingen uit die andere rechtstakken niet
nakomen.
privaat recht -> particulier belang
è schadevergoeding
strafrecht -> publiek belang
è leedtoevoeging (de schuldige dader wordt getroffen in zijn vrijheid, zijn
vermogen of zijn eer)
3
, 4. strafrecht is van openbare orde
3. KERNBEGRIPPEN VAN HET STRAFRECHT
strafrecht in ruime zin
è welke gedragingen
è onder welke voorwaarden
è welke omstandigheden/personen
è welke sancties
è door wie en hoe beteugeld
drie sleutelbegrippen:
1. misdrijven
De overtreding van de strafwet maakt een misdrijf uit.
è de gedragingen waarop de wet een straf stelt
2. strafrechtelijke sancties
De door de wet vastgestelde reacties op de schending van de strafrechtelijke
normen zijn de strafrechtelijke sancties.
sanctie = straf
è het opleggen van een leed t.o.v. degenen die een inbreuk plegen op de
norm
! voorheen de doodstraf, nu vrijheidsberoving, aantasting van het
vermogen, ontzetting uit sommige rechten
3. dader
De sancties worden meer en meer geïndividualiseerd en afgestemd op de
persoonlijkheid van de dader zowel op het niveau van hun oplegging (bv. keuze
tussen gevangenisstraf en geldboete) als op het niveau van de uitvoering (bv. met
uitstel).
! zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen strafrechtelijk vervolgd
en gesanctioneerd worden
4
I. INLEIDING TOT DE STUDIE VAN HET
STRAFRECHT
HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALING
1. BEPALING VAN HET STRAFRECHT
De ordening van het leven in een gemeenschap veronderstelt een aantal
dwingende regels waarvan het geheel het geldende recht vormt.
Recht is afdwingbaar.
è een rechtsregel is maar afdwingbaar, wanneer de overtreding ervan
gesanctioneerd kan worden
verschillende sanctiesystemen:
burgerlijke sancties
bv. artikel 1382 oud BW, ! nu artikel 2, 2de lid boek 8 BW
administratieve sancties
bv. de gemeentelijke administratieve sancties, de schorsing of intrekking van een
vergunning
disciplinaire sancties
-> t.a.v. de leden van een welbepaalde beroepsgroep, die onderworpen
zijn aan een tuchtoverheid, zoals geneesheren, advocaten,…
In sommige gevallen hecht de wetgever aan bepaalde waarden zodanig belang
dat hij hun handhaving poogt af te dwingen onder bedreiging van strafsancties of
straffen.
bv. de bescherming van de menselijke persoon of van de eigendommen, bedreiging van
het milieu, bedreiging van het dierenwelzijn, bedreiging van de naleving van sociale of
fiscale verplichtingen,…
Het positief strafrecht beoogt de handhaving van een aantal waarden in een
bepaald land op een gegeven ogenblik.
è Wat het strafrecht beschermt, is dus niet statisch, het varieert in tijd en
ruimte.
1
,In elke gemeenschap bestaan er misdrijven en sancties.
è Die misdrijven en sancties maken het positief strafrecht uit.
huidige kernbegrippen van het strafrecht:
misdrijven
sancties
daders
kernbegrippen die auteurs van nieuw Strafwetboek voor ogen hebben gehouden:
accuraat
coherent
eenvoudig
het strafrecht kan worden gedefinieerd als het geheel van wetsbepalingen:
die de strafbare gedragingen aangeven en de sancties bepalen, hetzij
straffen, hetzij beveiligingsmaatregelen, die op de daders toepasselijk zijn
die de algemene principes weergeven die op de bestraffing van die daders
van toepassing zijn
Positief strafrecht is het geldende strafrecht, vastgelegd in verdragen, wetten,
decreten, ordonnanties en reglementen.
Het strafrecht is gericht op het onderzoek van de rationele en morele
funderingen van het recht van de gemeenschap om te straffen, van de
doelstellingen van de straffen en van de eigenschappen die de straffen moeten
bezitten om hun sociale functies te vervullen.
è Men maakt daarbij het onderscheid tussen de absolute en de relatieve
theorieën.
o absolute leer
-> er wordt gestraft omdat er is gezondigd (er is een schuld aan de
gemeenschap die moet worden vereffend; de staat is gerechtigd te
bestraffen)
o relatieve leer
-> er wordt gestraft opdat er niet meer zou worden gezondigd (er
wordt niet gestraft omdat de betrokkene het verdient, maar wel
omdat het maatschappelijk nuttig is
2
,2. KENMERKEN VAN HET STRAFRECHT
1. strafrecht is publiek recht
Er ontstaat een verticale (publiekrechtelijke) rechtsverhouding tussen de dader
van het misdrijf en de gemeenschap.
Het recht tot straffen wordt in de moderne samenlevingen door die gemeenschap
overgedragen aan staatsorganen.
è ! de staat is enkel een tussenkomende macht (openbaar ministerie
vertegenwoordigt de gemeenschap en niet de staat)
Er ontstaat ook een horizontale (privaatrechtelijke) rechtsverhouding tussen de
dader van het misdrijf en het slachtoffer van dat misdrijf.
2. strafrecht is legaal recht
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke
strafbepaling.
è De wetgever moet dus optreden om een bepaalde gedraging strafbaar te
stellen. (artikel 12, 2de lid Gw.)
! geen straf kan worden opgelegd, indien deze niet voorafgaan op een gedraging
werd gesteld door de wetgever (artikel 14 Gw.)
3. strafrecht is sanctierecht
Ook andere rechtstakken kennen sancties, die worden opgelopen door de leden
van de gemeenschap die hun verplichtingen uit die andere rechtstakken niet
nakomen.
privaat recht -> particulier belang
è schadevergoeding
strafrecht -> publiek belang
è leedtoevoeging (de schuldige dader wordt getroffen in zijn vrijheid, zijn
vermogen of zijn eer)
3
, 4. strafrecht is van openbare orde
3. KERNBEGRIPPEN VAN HET STRAFRECHT
strafrecht in ruime zin
è welke gedragingen
è onder welke voorwaarden
è welke omstandigheden/personen
è welke sancties
è door wie en hoe beteugeld
drie sleutelbegrippen:
1. misdrijven
De overtreding van de strafwet maakt een misdrijf uit.
è de gedragingen waarop de wet een straf stelt
2. strafrechtelijke sancties
De door de wet vastgestelde reacties op de schending van de strafrechtelijke
normen zijn de strafrechtelijke sancties.
sanctie = straf
è het opleggen van een leed t.o.v. degenen die een inbreuk plegen op de
norm
! voorheen de doodstraf, nu vrijheidsberoving, aantasting van het
vermogen, ontzetting uit sommige rechten
3. dader
De sancties worden meer en meer geïndividualiseerd en afgestemd op de
persoonlijkheid van de dader zowel op het niveau van hun oplegging (bv. keuze
tussen gevangenisstraf en geldboete) als op het niveau van de uitvoering (bv. met
uitstel).
! zowel natuurlijke personen als rechtspersonen kunnen strafrechtelijk vervolgd
en gesanctioneerd worden
4