Examenleerstof
1. SEMIOTIEK
= de studie van het karakter, het ontstaan en het gebruik van tekens en tekensystemen.
= ‘tekenleer’
Omvat:
- Semantiek: betekenis van tekens
- Pragmatiek: gebruik van tekens
- Syntaxis: onderlinge verhouding van tekens
Soorten tekens:
- Index: verwijst naar een ander object op basis van een duidelijk inhoudelijk verband
(bv: rook & vuur)
- Icoon: verwijst naar een ander object op basis van een duidelijk vormelijke overeenkomst of
gelijkenis (bv: kaart & landschap)
- Symbool: relatie tussen teken en betekenis berust op afspraken, conventies
(bv: verkeersborden)
1.1. Semiotiek & (interieur)vormgeving
Relatie tussen vormen onderling
- Inhoudelijk, vormelijk, conventioneel (index, icoon, symbool)
- Vormbegrippen, ordeningsprincipes, composities
Vormgeving als taal
- Inhoudelijk, vormelijk, conventioneel (semantiek, pragmatiek, syntaxis)
- “Communicatie” – “betekenis” – “interpretatie”
2. COMMUNICATIE
Zeepbel model – meest klassieke schema
, De knoop = voor de zender is zowel de architectuur, als de functionaliteit, als de beleving van de
ruimte de boodschap
The Shannon-Weaver Mathematical Model (1949)
Berlo’s Model of Communication