Werk-les 7
Leerdoelen:
1. Beschrijft de procedure rondom de behandelbeperkingen NR/NB.
2. Benoemt het verschil tussen hersendood, klinisch dood en biologisch
dood.
3. Verwoordt de soorten orgaandonatie en de procedure.
4. Somt de aandachtspunten van detubatie op.
5. Schetst de overgang van de IC naar een verpleegafdeling en de
ondersteunende teams hierbij.
Opdracht 1
1A. Wat zijn behandelbeperkingen?
Behandelbeperkingen: Wanneer een patiënt grenzen stelt aan behandelingen.
Het niet willen plaatsvinden van behandelingen zoals operatie, IC opname,
kunstmatige beademing, intubatie en reanimatie. Ook de arts kan dit doen zoals:
de arts twijfelt of een behandeling wel nog zinvol is.
Voorbeelden: geen hartbewaking (CCU), geen dialyse, geen transfusies, geen
antibiotica, geen levensverlengende behandelingen en dus alleen maar comfort.
1B. Op het dossier van meneer Verstegen staat in het geel gearceerd
‘NR/NB’. Wat houdt deze veel voorkomende behandelbeperking in? Op welke
manieren kun je de wens NR/NB kenbaar maken?
- DNR (NR)= do not reanimate, kan als ketting of tatoeage.
- DNI (NB)= Do not intubate of geen kunstmatige beademingen.
- Beide kunnen kenbaar worden gemaakt in het dossier.
1C. Wat hebben de WGBO, de WKZ en de wet BIG te maken bij een NR/NB-
beleid?
• WGBO (Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst): Medische
behandelingen mogen alleen plaatsvinden met toestemming van de patiënt
zodat hij de regie behoudt.
• WKZ (wet kwaliteit zorginstellingen): Deze wet geeft aan om informatie
duidelijk weer te geven in het zorgplan. Daarnaast met de cliënt en naasten het
zorgplan doorspreken. Dit zorgt voor een verantwoorde zorg. En het niet zomaar
delen van persoonlijke gegevens.
• BIG: Er is een verschil tussen hoe professionele zorgverleners en niet
professionele zorgverleners om moeten gaan met een NR. Professionele
zorgverleners zijn wettelijk verplicht om te stoppen met reanimeren als zij een
NR zien.
, 1D. Ben je eigenlijk strafbaar wanneer je géén gehoor geeft aan de
behandelbeperking NR/NB?
• Als je BIG geregistreerd bent ben je strafbaar als je GEEN gehoor geeft aan de
behandelbeperking.
Opdracht 2
2A. Tijdens het wachten op je bus zakt een vrouw naast je in elkaar. Bij
controle met behulp van de ABCDE stel je vast dat de A vrij is maar er geen
sprake is van B. Je start met reanimeren en deze blijkt na enige tijd succesvol!
Maar was deze vrouw alvorens je reanimatie nu eigenlijk biologisch dood,
hersendood of klinisch dood? Licht toe.
Klinisch dood= Klinisch dood is men wanneer zowel een spontane
bloedsomloop, ademhaling en het bewustzijn ontbreken. Wel is er tijdens de
periode van de klinische dood nog een korte tijd waarin hij/ zij nog teruggebracht
kan worden naar een levende toestand. Wanneer het ABC binnen het lichaam
verdwenen is, kan worden vastgesteld dat iemand klinisch dood is. Dit is de fase
waarin iemand door middel van de reanimatie nog teruggehaald kan worden.
Biologische dood= Wanneer iemand biologisch dood is verklaard, is deze
persoon daadwerkelijk en onherroepelijk overleden. Deze dood volgt na de
klinische dood, maar bijvoorbeeld ook na de hersendood. Biologisch dood
betekent dat de cellen in het lichaam, en dan voornamelijk de hersencellen, in
die mate beschadigd zijn dat de schade onherstelbaar is. Het is niet meer
mogelijk iemand met succes te reanimeren en het leven is zeker beëindigd.
Hersendood= Geen hersenactiviteit en kan niet genezen worden (hierdoor ook
geen ademhaling) De patiënt kan wel kunstmatig beademd worden waardoor de
bloedcirculatie opgang blijft. Bij iemand die hersendood is, gaat de borstkas op
en neer. Dat komt omdat een beademingsapparaat lucht in de longen blaast.
Daardoor blijft het hart kloppen en het bloed stromen. Organen blijven voorzien
van bloed en blijven in goede toestand (geschikt voor donor). Ook kan er nog
sprake zijn van reflexen. Dit zijn ruggenmergreflexen. Hierbij zijn de hersenen
niet betrokken. De patiënt heeft geen hersenstamreflex meer, geen elektrische
activiteit, geen bloedstroom in de hersenen en de patiënt kan niet zelf ademen.
2B. Wat maakt een toestand van een patiënt die hersendood is verklaard zo
dubbel voor de familie?
Omdat het ''lichaam'' nog werkt, iemand is niet bleek, de borstkas kan bewegen
d.m.v. het beademingsapparaat en al de organen werken nog.
2C. Welke categorie dood is ideaal voor orgaandonatie en waarom?
Hersendood, zoals hierboven beschreven krijgen de organen bij iemand die
hersendood is nog zuurstof. D.m.v. de circulatie en het beademingsapparaat.
2D. Stel een schema op van de procedure voor het vaststellen van
hersendood.
Leerdoelen:
1. Beschrijft de procedure rondom de behandelbeperkingen NR/NB.
2. Benoemt het verschil tussen hersendood, klinisch dood en biologisch
dood.
3. Verwoordt de soorten orgaandonatie en de procedure.
4. Somt de aandachtspunten van detubatie op.
5. Schetst de overgang van de IC naar een verpleegafdeling en de
ondersteunende teams hierbij.
Opdracht 1
1A. Wat zijn behandelbeperkingen?
Behandelbeperkingen: Wanneer een patiënt grenzen stelt aan behandelingen.
Het niet willen plaatsvinden van behandelingen zoals operatie, IC opname,
kunstmatige beademing, intubatie en reanimatie. Ook de arts kan dit doen zoals:
de arts twijfelt of een behandeling wel nog zinvol is.
Voorbeelden: geen hartbewaking (CCU), geen dialyse, geen transfusies, geen
antibiotica, geen levensverlengende behandelingen en dus alleen maar comfort.
1B. Op het dossier van meneer Verstegen staat in het geel gearceerd
‘NR/NB’. Wat houdt deze veel voorkomende behandelbeperking in? Op welke
manieren kun je de wens NR/NB kenbaar maken?
- DNR (NR)= do not reanimate, kan als ketting of tatoeage.
- DNI (NB)= Do not intubate of geen kunstmatige beademingen.
- Beide kunnen kenbaar worden gemaakt in het dossier.
1C. Wat hebben de WGBO, de WKZ en de wet BIG te maken bij een NR/NB-
beleid?
• WGBO (Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst): Medische
behandelingen mogen alleen plaatsvinden met toestemming van de patiënt
zodat hij de regie behoudt.
• WKZ (wet kwaliteit zorginstellingen): Deze wet geeft aan om informatie
duidelijk weer te geven in het zorgplan. Daarnaast met de cliënt en naasten het
zorgplan doorspreken. Dit zorgt voor een verantwoorde zorg. En het niet zomaar
delen van persoonlijke gegevens.
• BIG: Er is een verschil tussen hoe professionele zorgverleners en niet
professionele zorgverleners om moeten gaan met een NR. Professionele
zorgverleners zijn wettelijk verplicht om te stoppen met reanimeren als zij een
NR zien.
, 1D. Ben je eigenlijk strafbaar wanneer je géén gehoor geeft aan de
behandelbeperking NR/NB?
• Als je BIG geregistreerd bent ben je strafbaar als je GEEN gehoor geeft aan de
behandelbeperking.
Opdracht 2
2A. Tijdens het wachten op je bus zakt een vrouw naast je in elkaar. Bij
controle met behulp van de ABCDE stel je vast dat de A vrij is maar er geen
sprake is van B. Je start met reanimeren en deze blijkt na enige tijd succesvol!
Maar was deze vrouw alvorens je reanimatie nu eigenlijk biologisch dood,
hersendood of klinisch dood? Licht toe.
Klinisch dood= Klinisch dood is men wanneer zowel een spontane
bloedsomloop, ademhaling en het bewustzijn ontbreken. Wel is er tijdens de
periode van de klinische dood nog een korte tijd waarin hij/ zij nog teruggebracht
kan worden naar een levende toestand. Wanneer het ABC binnen het lichaam
verdwenen is, kan worden vastgesteld dat iemand klinisch dood is. Dit is de fase
waarin iemand door middel van de reanimatie nog teruggehaald kan worden.
Biologische dood= Wanneer iemand biologisch dood is verklaard, is deze
persoon daadwerkelijk en onherroepelijk overleden. Deze dood volgt na de
klinische dood, maar bijvoorbeeld ook na de hersendood. Biologisch dood
betekent dat de cellen in het lichaam, en dan voornamelijk de hersencellen, in
die mate beschadigd zijn dat de schade onherstelbaar is. Het is niet meer
mogelijk iemand met succes te reanimeren en het leven is zeker beëindigd.
Hersendood= Geen hersenactiviteit en kan niet genezen worden (hierdoor ook
geen ademhaling) De patiënt kan wel kunstmatig beademd worden waardoor de
bloedcirculatie opgang blijft. Bij iemand die hersendood is, gaat de borstkas op
en neer. Dat komt omdat een beademingsapparaat lucht in de longen blaast.
Daardoor blijft het hart kloppen en het bloed stromen. Organen blijven voorzien
van bloed en blijven in goede toestand (geschikt voor donor). Ook kan er nog
sprake zijn van reflexen. Dit zijn ruggenmergreflexen. Hierbij zijn de hersenen
niet betrokken. De patiënt heeft geen hersenstamreflex meer, geen elektrische
activiteit, geen bloedstroom in de hersenen en de patiënt kan niet zelf ademen.
2B. Wat maakt een toestand van een patiënt die hersendood is verklaard zo
dubbel voor de familie?
Omdat het ''lichaam'' nog werkt, iemand is niet bleek, de borstkas kan bewegen
d.m.v. het beademingsapparaat en al de organen werken nog.
2C. Welke categorie dood is ideaal voor orgaandonatie en waarom?
Hersendood, zoals hierboven beschreven krijgen de organen bij iemand die
hersendood is nog zuurstof. D.m.v. de circulatie en het beademingsapparaat.
2D. Stel een schema op van de procedure voor het vaststellen van
hersendood.
