Recht
Module 1: rechtsstructuren
1. Wat is recht?
De samenleving als speelveld
➢ je hebt regels komen van ergens
○ de overheid
○ justitie
Wat is het doel van spelregels? → Orde brengen in de chaos. Vb. spelregel: beroepsgeheim
De overheid: Verschillende overheden
● regionaal vlaams/waals
● brussel
● federaal
● europese unie
● duitstalig
Beleefdheidsregels = dat recht? → neen!, niet opgelegd door de overheid
Religieuze regels = dat recht? → gemeenschap kan sancties opgeven maar niet de overheid
3 belangrijke elementen:
1. Gedragsregels en normen
➔ recht stuurt het gedrag van mensen om het samenleven te ordenen.
2. Die zijn opgedeeld door de overheid
➔ een overheid die van de samenleving de bevoegdheid heeft om regelgeving
te maken.
3. En die afdwingbaar zijn via rechtbanken
➔ rechtbanken die van de samenleving die bevoegdheid hebben
Afdwingbaar = iemand kunnen verplichten om op een bepaalde manier te handelen
2. Ordenen samenleving
Pakket regels om een samenleving te ordenen
2.1 Indeling op basis van territorialiteit/grondgebied (P.11-13)
Internationaal recht of grensoverschrijdend recht
➔ hoe komt dit recht tot stand: via afspraken tussen landen
➔ waar vind je die afspraken: in verdragen
➔ hoe komen verdragen tot stand: 2 manieren
1
, ◆ landen sluiten onderling verdragen met elkaar
◆ of in het kader van een internationale bijeenkomst of organisatie (bv. VN)
EU-recht als supranationaal recht
= Het Europees Parlement en de Europese Commissie nemen beslissingen die van
toepassing zijn op de 27 lidstaten.
Supranationaal betekent dat het de lidstaten overstijgt. (over de hoofden heen)
Ieder land binnen de eigen landsgrenzen = nationaal recht
2.2 Indeling op basis van strafbaar - niet strafbaar (P. 14-26)
1) Objectief element
= in de wet staat dat die handeling strafbaar is + de wet vermeldt de straf(maat)
- geen strafbare handeling zonder wet
- geen straf zonder wet
Voyeurisme is strafbaar vanaf 2016
Porno is strafbaar sinds 2022 (fotos doorsturen naar anderen zonder toestemming)
- seksueel strafrecht aangepast
Prostitutie niet meer strafbaar
2) Subjectief element
= toestemming/intentie
- Toestemming = het slachtoffer → (gewenst of niet?)
- Intentie = de dader → (een ongeluk of niet?)
Strafbare handeling = misdrijf
Soorten misdrijven: indeling obv. de zwaarte van de straf
❖ Overtreding = een strafbare handeling waarop een politiestraf staat
❖ Wanbedrijf = een strafbare handeling waarop een correctionele straf staat
❖ Misdaad = een strafbare handeling waarop een criminele straf staat
Het nieuwe strafwetboek schaft dit onderscheid af en voert 8 niveaus in van misdrijven,
waarbij het niveau 8 het hoogste niveau is. Wordt ingevoerd in 2026.
Soorten strafsancties: die een strafrechtbank kan uitspreken
Als de rechter iemand schuldig bevindt, moet de rechter 1 of een combinatie van die
hoofdstraffen opleggen.
2
,Hoofdstraffen
➢ vrijheidsberoving
➢ werkstraf
➢ geldboete (vermenigvuldigd maal 8)
■ nieuwe strafwetboek (2026) heft de vermenigvuldiging op, zullen dus
de effectieve bedragen betaald worden
➢ autonome probatiestraf
■ (voorwaarden die worden opgelegd bv. laten opnemen)
➢ elektronisch toezicht
Bijkomende straffen
➢ zoals: rijverbod, alcoholslot, ontzetting uit rechten, therapie volgen,
verbeurdverklaring van goederen….
Strafbare handeling Niet strafbare handeling
Straf Rechtzetting of schadevergoeding
= extra leed dat wordt opgelegd (herstel van het geleden nadeel)
Overheid Tussen burgers
= de enige die een straf kan vragen en (of burger - overheid of overheid - overheid)
opleggen
Je kan niemand verplichten om iets te doen
Je kan niemand verplichten om iets
strafbaars te doen
2.4 Mengvormen (P. 23-26)
Tuchtsancties
Kenmerken:
● sanctie wordt uitgesproken door een tuchtorgaan
● enkel van toepassing op specifieke doelgroepen
○ bv. vastbenoemde ambtenaren, beroepsgroepen, in de sport
● Voorbeelden van tuchtsancties: waarschuwing, schorsing, uitsluiting,
beroepsverbod, geldboete…
Administratieve sancties
kenmerken:
● Sanctie wordt uitgesproken door een administratie of administratieve overheid
● Voorbeelden van administratieve sancties: geldboete bij zwartrijden, GAS-boetes,
sluiting van een zaak, onbewoonbaarverklaring…
3
, 3. Beslist door de samenleving
3.1 De overheid als machthebber (P. 27-29)
Overheid = degene die officieel macht heeft
Macht = regelgeving kunnen maken, kunnen opleggen en kunnen afdwingen
Hoe heb je macht gekregen?
➔ via een democratisch proces → democratie
➔ op een andere manier → autocratie
Hoe oefen je de macht uit?
➔ als democraat
➔ als autocraat/dictator
3.2 Een democratische overheid (P.29-37)
Kernbegrippen:
Inspraak van het volk
- via vrije en eerlijke verkiezingen worden vertegenwoordigers van het volk aangeduid.
(volktegenwoordigers).
Debatcultuur + beslissingen worden genomen bij meerderheid
- helft + 1 van de stemmen
Rechtsstaat
- burgers hebben fundamentele rechten en vrijheden, minderheden worden
beschermd, de overheid respecteert haar eigen regelgeving.
Scheiding van de machten
- Het breken van macht op één hand door splitsing in:
○ Wetgevende macht = vertegenwoordiging van het volk (parlement/raad)
○ Uitvoerende macht = regering, ministers…
○ Rechterlijke macht = justitie: rechtbanken en hoven
Welk principe zorgt ervoor dat in een democratie niet één persoon of een groep van
personen alle macht kan hebben? → scheiding van de machten
Hoe is het gesteld met het democratisch gehalte van landen over de hele wereld?
→ belgië 36ste plaats: democracy index
Wat is het onderscheid tussen de wetgevende en de uitvoerende macht in een land?
Wetgevende macht
- vlaams en federaal parlement
= vergadering van volksvertegenwoordigers
4
Module 1: rechtsstructuren
1. Wat is recht?
De samenleving als speelveld
➢ je hebt regels komen van ergens
○ de overheid
○ justitie
Wat is het doel van spelregels? → Orde brengen in de chaos. Vb. spelregel: beroepsgeheim
De overheid: Verschillende overheden
● regionaal vlaams/waals
● brussel
● federaal
● europese unie
● duitstalig
Beleefdheidsregels = dat recht? → neen!, niet opgelegd door de overheid
Religieuze regels = dat recht? → gemeenschap kan sancties opgeven maar niet de overheid
3 belangrijke elementen:
1. Gedragsregels en normen
➔ recht stuurt het gedrag van mensen om het samenleven te ordenen.
2. Die zijn opgedeeld door de overheid
➔ een overheid die van de samenleving de bevoegdheid heeft om regelgeving
te maken.
3. En die afdwingbaar zijn via rechtbanken
➔ rechtbanken die van de samenleving die bevoegdheid hebben
Afdwingbaar = iemand kunnen verplichten om op een bepaalde manier te handelen
2. Ordenen samenleving
Pakket regels om een samenleving te ordenen
2.1 Indeling op basis van territorialiteit/grondgebied (P.11-13)
Internationaal recht of grensoverschrijdend recht
➔ hoe komt dit recht tot stand: via afspraken tussen landen
➔ waar vind je die afspraken: in verdragen
➔ hoe komen verdragen tot stand: 2 manieren
1
, ◆ landen sluiten onderling verdragen met elkaar
◆ of in het kader van een internationale bijeenkomst of organisatie (bv. VN)
EU-recht als supranationaal recht
= Het Europees Parlement en de Europese Commissie nemen beslissingen die van
toepassing zijn op de 27 lidstaten.
Supranationaal betekent dat het de lidstaten overstijgt. (over de hoofden heen)
Ieder land binnen de eigen landsgrenzen = nationaal recht
2.2 Indeling op basis van strafbaar - niet strafbaar (P. 14-26)
1) Objectief element
= in de wet staat dat die handeling strafbaar is + de wet vermeldt de straf(maat)
- geen strafbare handeling zonder wet
- geen straf zonder wet
Voyeurisme is strafbaar vanaf 2016
Porno is strafbaar sinds 2022 (fotos doorsturen naar anderen zonder toestemming)
- seksueel strafrecht aangepast
Prostitutie niet meer strafbaar
2) Subjectief element
= toestemming/intentie
- Toestemming = het slachtoffer → (gewenst of niet?)
- Intentie = de dader → (een ongeluk of niet?)
Strafbare handeling = misdrijf
Soorten misdrijven: indeling obv. de zwaarte van de straf
❖ Overtreding = een strafbare handeling waarop een politiestraf staat
❖ Wanbedrijf = een strafbare handeling waarop een correctionele straf staat
❖ Misdaad = een strafbare handeling waarop een criminele straf staat
Het nieuwe strafwetboek schaft dit onderscheid af en voert 8 niveaus in van misdrijven,
waarbij het niveau 8 het hoogste niveau is. Wordt ingevoerd in 2026.
Soorten strafsancties: die een strafrechtbank kan uitspreken
Als de rechter iemand schuldig bevindt, moet de rechter 1 of een combinatie van die
hoofdstraffen opleggen.
2
,Hoofdstraffen
➢ vrijheidsberoving
➢ werkstraf
➢ geldboete (vermenigvuldigd maal 8)
■ nieuwe strafwetboek (2026) heft de vermenigvuldiging op, zullen dus
de effectieve bedragen betaald worden
➢ autonome probatiestraf
■ (voorwaarden die worden opgelegd bv. laten opnemen)
➢ elektronisch toezicht
Bijkomende straffen
➢ zoals: rijverbod, alcoholslot, ontzetting uit rechten, therapie volgen,
verbeurdverklaring van goederen….
Strafbare handeling Niet strafbare handeling
Straf Rechtzetting of schadevergoeding
= extra leed dat wordt opgelegd (herstel van het geleden nadeel)
Overheid Tussen burgers
= de enige die een straf kan vragen en (of burger - overheid of overheid - overheid)
opleggen
Je kan niemand verplichten om iets te doen
Je kan niemand verplichten om iets
strafbaars te doen
2.4 Mengvormen (P. 23-26)
Tuchtsancties
Kenmerken:
● sanctie wordt uitgesproken door een tuchtorgaan
● enkel van toepassing op specifieke doelgroepen
○ bv. vastbenoemde ambtenaren, beroepsgroepen, in de sport
● Voorbeelden van tuchtsancties: waarschuwing, schorsing, uitsluiting,
beroepsverbod, geldboete…
Administratieve sancties
kenmerken:
● Sanctie wordt uitgesproken door een administratie of administratieve overheid
● Voorbeelden van administratieve sancties: geldboete bij zwartrijden, GAS-boetes,
sluiting van een zaak, onbewoonbaarverklaring…
3
, 3. Beslist door de samenleving
3.1 De overheid als machthebber (P. 27-29)
Overheid = degene die officieel macht heeft
Macht = regelgeving kunnen maken, kunnen opleggen en kunnen afdwingen
Hoe heb je macht gekregen?
➔ via een democratisch proces → democratie
➔ op een andere manier → autocratie
Hoe oefen je de macht uit?
➔ als democraat
➔ als autocraat/dictator
3.2 Een democratische overheid (P.29-37)
Kernbegrippen:
Inspraak van het volk
- via vrije en eerlijke verkiezingen worden vertegenwoordigers van het volk aangeduid.
(volktegenwoordigers).
Debatcultuur + beslissingen worden genomen bij meerderheid
- helft + 1 van de stemmen
Rechtsstaat
- burgers hebben fundamentele rechten en vrijheden, minderheden worden
beschermd, de overheid respecteert haar eigen regelgeving.
Scheiding van de machten
- Het breken van macht op één hand door splitsing in:
○ Wetgevende macht = vertegenwoordiging van het volk (parlement/raad)
○ Uitvoerende macht = regering, ministers…
○ Rechterlijke macht = justitie: rechtbanken en hoven
Welk principe zorgt ervoor dat in een democratie niet één persoon of een groep van
personen alle macht kan hebben? → scheiding van de machten
Hoe is het gesteld met het democratisch gehalte van landen over de hele wereld?
→ belgië 36ste plaats: democracy index
Wat is het onderscheid tussen de wetgevende en de uitvoerende macht in een land?
Wetgevende macht
- vlaams en federaal parlement
= vergadering van volksvertegenwoordigers
4