Het immuunsysteem
Ziekteverwekkers en infecties Eerste linie: Niet-specifieke externe afweer (aangeboren afweer)
Gedurende het hele leven je blootgesteld aan Huid: dode cellen bemoeilijken hechting van pathogenen, talg zorgt
pathogenen (ziekteverwekkers), vaak voor een beschermende zuurmantel.
microscopisch klein,ernstige Ogen: traanvocht bevat lysozym, dat bacteriën afbreekt.
gezondheidsproblemen veroorzaken. Luchtwegen: slijm en trilhaartjes verwijderen ziekteverwekkers via
bv: hoesten en niezen.
Bacteriën: Besmetting kan optreden via Maag: maagzuur (pH 2) doodt veel bacteriën.
voedsel (bv. salmonella in onvoldoende Urinebuis en geslachtsorganen: slijm en melkzuurbacteriën bieden
gegaarde kip) of wonden (bv. bescherming.
tetanusbacillen via een roestige spijker).
Virussen: Dringen binnen via slijmvliezen Tweede linie: Niet-specifieke interne afweer
(bv. herpesvirus) of de luchtwegen (bv. (aangeboren afweer)
coronavirus). ziekteverwekkers binnendringen=immuunsysteem
Schimmels/gisten: Kunnen de huid bedreiging door in actie:
Fagocytose: macrofagen (witte bloedcellen)
aantasten (bv. voetschimmel) of het
urogenitaal stelsel infecteren (bv. pathogenen omsluiten en vernietigen pathogenen.
Ontstekingsreactie: mestcellen scheiden
vaginale schimmel).
Parasieten: Worden vaak via besmet (niet)-specifieke afweer histamine af, wat bloedvaten verwijdt en witte
bloedcellen aantrekt. Dit verhoogt de
voedsel of insectenbeten overgebracht
(bv. lintworm via rauw vlees, lichaamstemperatuur (koorts), waardoor het
malariaparasiet via een muggenbeet). immuunsysteem sneller werkt.
Vreemde stoffen: Kunnen het lichaam Natural Killer (NK)-cellen: vernietigen
binnendringen door beten (bv. geïnfecteerde of afwijkende cellen.
slangengif) of huidcontact (bv.
Derde linie: Specifieke interne afweer (verworven afweer)
brandnetelirritatie).
B-lymfocyten: maken antistoffen tegen antigenen van
pathogenen (humorale immuniteit).
T-lymfocyten: vernietigen geïnfecteerde cellen (cellulaire
immuniteit).
Geheugencellen: slaan informatie over pathogenen op,
waardoor het immuunsysteem sneller en sterker reageert bij
een volgende besmetting.
Ziekteverwekkers en infecties Eerste linie: Niet-specifieke externe afweer (aangeboren afweer)
Gedurende het hele leven je blootgesteld aan Huid: dode cellen bemoeilijken hechting van pathogenen, talg zorgt
pathogenen (ziekteverwekkers), vaak voor een beschermende zuurmantel.
microscopisch klein,ernstige Ogen: traanvocht bevat lysozym, dat bacteriën afbreekt.
gezondheidsproblemen veroorzaken. Luchtwegen: slijm en trilhaartjes verwijderen ziekteverwekkers via
bv: hoesten en niezen.
Bacteriën: Besmetting kan optreden via Maag: maagzuur (pH 2) doodt veel bacteriën.
voedsel (bv. salmonella in onvoldoende Urinebuis en geslachtsorganen: slijm en melkzuurbacteriën bieden
gegaarde kip) of wonden (bv. bescherming.
tetanusbacillen via een roestige spijker).
Virussen: Dringen binnen via slijmvliezen Tweede linie: Niet-specifieke interne afweer
(bv. herpesvirus) of de luchtwegen (bv. (aangeboren afweer)
coronavirus). ziekteverwekkers binnendringen=immuunsysteem
Schimmels/gisten: Kunnen de huid bedreiging door in actie:
Fagocytose: macrofagen (witte bloedcellen)
aantasten (bv. voetschimmel) of het
urogenitaal stelsel infecteren (bv. pathogenen omsluiten en vernietigen pathogenen.
Ontstekingsreactie: mestcellen scheiden
vaginale schimmel).
Parasieten: Worden vaak via besmet (niet)-specifieke afweer histamine af, wat bloedvaten verwijdt en witte
bloedcellen aantrekt. Dit verhoogt de
voedsel of insectenbeten overgebracht
(bv. lintworm via rauw vlees, lichaamstemperatuur (koorts), waardoor het
malariaparasiet via een muggenbeet). immuunsysteem sneller werkt.
Vreemde stoffen: Kunnen het lichaam Natural Killer (NK)-cellen: vernietigen
binnendringen door beten (bv. geïnfecteerde of afwijkende cellen.
slangengif) of huidcontact (bv.
Derde linie: Specifieke interne afweer (verworven afweer)
brandnetelirritatie).
B-lymfocyten: maken antistoffen tegen antigenen van
pathogenen (humorale immuniteit).
T-lymfocyten: vernietigen geïnfecteerde cellen (cellulaire
immuniteit).
Geheugencellen: slaan informatie over pathogenen op,
waardoor het immuunsysteem sneller en sterker reageert bij
een volgende besmetting.
