Zelfmanagement en patiëntenparticipatie
Zelfmanagement Zelfmanagement = inspanningen die de patiënt moet leveren om een
chronische ziekte te behandelen
- = de opvolger van therapietrouw
Van compliance naar zelfmanagement
- Van een autoritair, paternalistisch arts/hulpverlener gestuurd
concept naar een concept dat eigen levensdoelen en autonomie
van de patiënt recht doet
o Patiënt heeft het recht te bepalen waaraan hij voorrang
geeft
o De hulpverlener weet niet “zonder meer” wat goed is voor
de pt
o Naast objectieve gegevens spelen levensdoelen en
voorkeuren een rol
Patiëntenparticipati Individuele patiëntenparticipatie:
e - Mogelijkheden en rechten van de patiënt om betrokken te zijn
bij en invloed te hebben op beslissingen omtrent zijn zorg. Dit
door dialoog.
Collectieve patiëntenparticipatie:
- De bijdrage van patiënten en hun verenigingen in het
vormgeven van de gezondheids- en welzijnszorg door middel
van actieve betrokkenheid in verschillende activiteiten op nivea
van de zorg, zorgorganisatie en het zorgbeleid.
Ladder van
participatie
Patiëntenparticipati Interactie tussen patiënten en zorgverleners met betrekking tot
e op micro-niveau: onderzoeken en behandelingen
belang van goede informatie, betrokkenheid, ondersteuning via
brochures, zorgpaden etc..
Patiëntenparticipati Focus op de zorgafdeling of zorgorganisatie
e op meso-niveau
Patiëntenparticipati Focus op federaal of regionaal zorgbeleid
,e op macro-niveau
Gedragstheoretische modellen
Theory of reasoned Behoort tot de rationale of motivationele modellen
action & planned - Wil menselijk gedrag verklaren en voorspellen
behaviour
Uitgangspunt:
- De beste voorspeller van gedrag is de bewuste intentie om het
gedrag te stellen
- Welke factoren bepalen deze gedragsintentie
Theory of reasoned action:
- Gedragsintentie: de bereidheid om bepaald gedrag te stellen
(antecedent van gedrag)
- Attitude ten aanzien van het gedrag: de individuele
houding/mening tegenover het gedrag. Dit kan om een positieve
of negatieve evaluatie gaan
- Gedragsovertuigingen: persoonlijke overtuiging over de
gevolgen van bepaald gedrag. Wat zijn de
uitkomstverwachtingen. Bepalen attitude ten aanzien van het
gedrag.
- Sociale normen: die onderdelen van de persoonlijke perceptie
over bepaald gedrag, beïnvloed door het oordeel van
belangrijke derden. Maw wat men denkt dat anderen ervan
vinden dat je het gedrag uitvoert.
- Normatieve overtuigingen: de perceptie van sociale druk of
overtuiging van anderen in het al dan niet stellen van bepaald
gedrag
- Waargenomen gedragscontrole: individueel ervaren
eenvoud of moeilijkheid om bepaald gedrag te stellen. Dit wordt
bepaald door het geheel van controle overtuigingen. Het gedrag
, zal enkel gesteld worden als waargenomen gedragscontrole
sterk is.
- Controle overtuigingen: de verwachting dat men het
(nieuwe) gedrag effectief kan uitvoeren
Kracht van het TRA - Belang van eigen attitude en die van de omgeving tegenover
& planned bepaald gedrag als voorspeller van de intentie tot gedrag
beheviour model - Onderzoek bevestigt de voorspellende waarde van de diverse
componenten uit het model. Ook op vlak van
gezondheidsgedrag.
- De ervaren gedragscontrole modereert het effect van intentie
op gedrag. Azjen stelt dat de ervaren gedragscontrole
voldoende sterk moet zijn, wil de intentie ook in gedrag
omgezet worden.
Kritiek op het TRA & - Het model is te sterk gebaseerd op cognitieve processen, niet
planned behaviour op emotioneel/affectieve processen
model - Emotioneel/affectieve processen komen nie aan bod, deze zijn
echter vaak medebepalend bij gedragsverandering
Stages of change
model
1. Pre-contemplatie
- Kenmerken:
o Geen intentie tot gedragsverandering
o Gebrek aan kennis
o Gebrek aan motivatie
- Taak hulpverlener:
o Van precontemplatie naar contemplatie
- Tips:
o Acceptatie, luisteren, informeren
2. Contemplatie
- Kenmerken:
o Bewust van probleem
o Voor- en nadelen worden afgewogen
o Vage intentie tot gedragsverandering
Zelfmanagement Zelfmanagement = inspanningen die de patiënt moet leveren om een
chronische ziekte te behandelen
- = de opvolger van therapietrouw
Van compliance naar zelfmanagement
- Van een autoritair, paternalistisch arts/hulpverlener gestuurd
concept naar een concept dat eigen levensdoelen en autonomie
van de patiënt recht doet
o Patiënt heeft het recht te bepalen waaraan hij voorrang
geeft
o De hulpverlener weet niet “zonder meer” wat goed is voor
de pt
o Naast objectieve gegevens spelen levensdoelen en
voorkeuren een rol
Patiëntenparticipati Individuele patiëntenparticipatie:
e - Mogelijkheden en rechten van de patiënt om betrokken te zijn
bij en invloed te hebben op beslissingen omtrent zijn zorg. Dit
door dialoog.
Collectieve patiëntenparticipatie:
- De bijdrage van patiënten en hun verenigingen in het
vormgeven van de gezondheids- en welzijnszorg door middel
van actieve betrokkenheid in verschillende activiteiten op nivea
van de zorg, zorgorganisatie en het zorgbeleid.
Ladder van
participatie
Patiëntenparticipati Interactie tussen patiënten en zorgverleners met betrekking tot
e op micro-niveau: onderzoeken en behandelingen
belang van goede informatie, betrokkenheid, ondersteuning via
brochures, zorgpaden etc..
Patiëntenparticipati Focus op de zorgafdeling of zorgorganisatie
e op meso-niveau
Patiëntenparticipati Focus op federaal of regionaal zorgbeleid
,e op macro-niveau
Gedragstheoretische modellen
Theory of reasoned Behoort tot de rationale of motivationele modellen
action & planned - Wil menselijk gedrag verklaren en voorspellen
behaviour
Uitgangspunt:
- De beste voorspeller van gedrag is de bewuste intentie om het
gedrag te stellen
- Welke factoren bepalen deze gedragsintentie
Theory of reasoned action:
- Gedragsintentie: de bereidheid om bepaald gedrag te stellen
(antecedent van gedrag)
- Attitude ten aanzien van het gedrag: de individuele
houding/mening tegenover het gedrag. Dit kan om een positieve
of negatieve evaluatie gaan
- Gedragsovertuigingen: persoonlijke overtuiging over de
gevolgen van bepaald gedrag. Wat zijn de
uitkomstverwachtingen. Bepalen attitude ten aanzien van het
gedrag.
- Sociale normen: die onderdelen van de persoonlijke perceptie
over bepaald gedrag, beïnvloed door het oordeel van
belangrijke derden. Maw wat men denkt dat anderen ervan
vinden dat je het gedrag uitvoert.
- Normatieve overtuigingen: de perceptie van sociale druk of
overtuiging van anderen in het al dan niet stellen van bepaald
gedrag
- Waargenomen gedragscontrole: individueel ervaren
eenvoud of moeilijkheid om bepaald gedrag te stellen. Dit wordt
bepaald door het geheel van controle overtuigingen. Het gedrag
, zal enkel gesteld worden als waargenomen gedragscontrole
sterk is.
- Controle overtuigingen: de verwachting dat men het
(nieuwe) gedrag effectief kan uitvoeren
Kracht van het TRA - Belang van eigen attitude en die van de omgeving tegenover
& planned bepaald gedrag als voorspeller van de intentie tot gedrag
beheviour model - Onderzoek bevestigt de voorspellende waarde van de diverse
componenten uit het model. Ook op vlak van
gezondheidsgedrag.
- De ervaren gedragscontrole modereert het effect van intentie
op gedrag. Azjen stelt dat de ervaren gedragscontrole
voldoende sterk moet zijn, wil de intentie ook in gedrag
omgezet worden.
Kritiek op het TRA & - Het model is te sterk gebaseerd op cognitieve processen, niet
planned behaviour op emotioneel/affectieve processen
model - Emotioneel/affectieve processen komen nie aan bod, deze zijn
echter vaak medebepalend bij gedragsverandering
Stages of change
model
1. Pre-contemplatie
- Kenmerken:
o Geen intentie tot gedragsverandering
o Gebrek aan kennis
o Gebrek aan motivatie
- Taak hulpverlener:
o Van precontemplatie naar contemplatie
- Tips:
o Acceptatie, luisteren, informeren
2. Contemplatie
- Kenmerken:
o Bewust van probleem
o Voor- en nadelen worden afgewogen
o Vage intentie tot gedragsverandering