bedrijfsomgeving
Hoofdstuk 1 Blz. 2/3/4
Hoofdstuk 2 Blz. 4-9
Hoofdstuk 3 Blz. 10-12
Hoofdstuk 4 Blz. 12-17
Hoofdstuk 5 Blz. 17-22
Hoofdstuk 7 Blz. 22-26
Hoofdstuk 8 Blz. 26-30
,Hoofdstuk 1: De onderneming in de wereldeconomie
De wereld als een ‘global village’
Globalisering De versnelling in het proces van wereldwijde economische integratie door een
sterke toename van de internationale handel en de directe buitenlandse investeringen.
Waarom zijn de voorwaarden voor een sterke groei van internationale handel en buitenlandse
investeringen op dit moment zo gunstig?
1. De hoogte van de transportkosten blijkt een steeds minder belangrijk obstakel voor
internationale handel. Aan de trend van de dalende transportkosten lijkt sinds ongeveer 2000 wel
een eind te zijn gekomen.
Gevolg: geografische afstand tussen twee plaatsen wordt minder belangrijk
2. Het samengaan van telecommunicatie- en computertechnologie maakt informatie-uitwisseling
tussen twee plaatsen in de wereld steeds sneller en goedkoper. Ondernemers kunnen steeds
eenvoudiger bedrijfsprocessen op een grote afstand van het moederland besturen.
Global sourcing: strategie waarbij een onderneming niet-locatiegebonden bedrijfsfuncties vestigt
in de delen van de wereld waar de kosten en de toegevoegde waarde het meest gunstig zijn.
3. Globalisering is mogelijk gemaakt door een wereldwijd proces van deregulering. Het
kapitaalverkeer tussen de rijke industrielanden is sinds de Tweede wereldoorlog volledig vrij.
Hierdoor zijn de transactiekosten aanzienlijk gedaald. Ook het dienstenverkeer is gemakkelijker
geworden.
De vorming van een global village leidt ertoe dat de omgeving van Nederlandse bedrijven steeds
ruimer en complexer wordt. De bedrijfsomgeving wordt steeds groter omdat steeds meer
geografische gebieden bereikbaar zijn als potentieel afzetgebied. De complexiteit komt door de
nieuwe concurrentie van andere bedrijven. Het belang van een goede omgevingsanalyse neemt
toe.
Ondernemen in een ‘global village’
Een aantal activiteiten verdwijnt door de globalisering uit de beschermde sector en gaat naar de
open sector. Het verkopen en betalen van goederen en diensten via internet is hier een
voorbeeld van.
Globalisering heeft invloed op het functioneren van de lokale economie. De textielsector in
Nederland ondervond de gevolgen van de opkomende textielconcurrenten uit de
lagelonenlanden.
De motieven voor internationalisering kunnen ingedeeld worden in omzetgeoriënteerde motieven
en kostengeoriënteerde motieven.
, Motieven voor internationalisering
1. De belangrijkste reden voor internationalisering is de omzetvergroting door het benutten van
nieuwe marktkansen.
2. Het tweede hoofdmotief is de verlaging van kosten. Nederlandse bedrijven hebben te maken
met concurrenten in lagelonenlanden die tegen lagere kosten kunnen produceren: hierdoor zijn
Nederlandse bedrijven ook genoodzaakt productie uit te besteden.
Fasering internationaliseringproces
1. Export via een buitenlandse partner
2. Export via een eigen verkoopkantoor in het buitenland
3. Eigen buitenlandse productie
4. Zelfstandige buitenlandse vestiging
5. Mondiale integratie
Allereerst zoekt het bedrijf een buitenlandse agent omdat het onbekend is met de markt.
Als de export gaat groeien zal de onderneming de verkoop in het buitenland zelf gaan
verzorgen. Nadat de export verder groeit zal ook de productie en service in het
buitenland plaatsvinden. In fase 4 is de onderneming in staat om zelfstandig op de
buitenlandse markt te opereren. In de laatste fase is het onderscheid tussen de
moedermarkt en het buitenland vervaagt. Alle functies zijn wereldwijd verspreid.
Typologie van internationaal werkende ondernemingen
In het proces van internationalisering spelen twee aspecten een belangrijke rol:
1. De mate waarin de bedrijfsfuncties in het buitenland gevestigd zijn
2. Autonomie van de buitenlandse vestigingen
Hieronder zijn de kenmerken van deze vier typen ondernemingen aangegeven: