Leerpad C: Pathologie: neurologie (p.324-372)
1. Diagnostistiek
1.1. Eerste benadering
• 3 belangrijke elementen vh zenuwstelsel
o Vitale functies
▪ Airway
▪ Breathing (ah)
▪ Circulation (bloeddruk en hartslag)
▪ Temperatuur
o Bewustzijnsgraad
▪ Versch gradaties (Glasgow Coma Scale ➔ screeningsmethode)
• Normale bewustzijn
• Somnolent
o Pt gemakkelijk inslaapt, normaal wekbaar
• Delier
o Bwz lichte mate verlaagd, inhoud afwijkend ➔
desoriëntatie, snel afgeleid, onrust, ontremming
• Soporeus
o Enkel wekbaar met bv pijnprikkels
• Coma
o Niet wekbaar
o Ernstige symptomen
▪ Stuiptrekkingen (convulsies)
▪ Hevig braken
▪ Meningeale prikkeling/ veranderd bewustzijn
1.2. Anamnese
• Demografische gegevens
• Huidige klachten/ neurologische symptomen
o Begin/ tijdstip ontstaan
o Omstandigheden waarin ze optreden
o Beloop vd klachten
o Eventuele beïnvloedende factoren
o Heteroanamnese
▪ Vaak is pt zelf niet bewust van klachten ➔ beroep doen op personen
rondom
• Voorgeschiedenis
• Familiale anamnese
• Medicatiegebruik
Neurologische symptomen:
• Syncope • Duizeligheid (men draait) VS
• Epilepsieaanval vertigo (kamer draait
• Pijn • Gehoorstoornis
• Paresthesieën • Braken
• Gevoelsverlies • Krachtverlies
• Onwillekeurige bewegingen
, • Hogere cerebrale functies (mentale functie)
• Hersenzenuwonderzoek
• Motorisch onderzoek
• Sensibel onderzoek
1.3. Neurologisch onderzoek • Reflexen
1.3.1. Hogere cerebrale functies • Coördinatie
• Mentale functies: • Gang-stand-evenwicht
o Aandacht & concentratie • Specifieke testen: meningeale prikkeling,…
o Oriëntatie in tijd en ruimte
o Geheugen en inprenting ➔amnesie /geheugenverlies
o Fatische stoornissen
▪ Afasie
• Gestoord taalgebruik
▪ Alexie
• Onvermogen tot lezen
▪ Agrafie
• Onvermogen te schrijven
o Agnosie
▪ Niet kunnen herkennen/ integreren zintuigelijke gewaarwoordingen
▪ Geen herkenning voorwerpen en personen
o Constructievermogen/ruimtelijke oriëntatie
o Apraxie
▪ Niet weten te handelen/gebaren, ondanks motoriek op zich niog intact is en
persoon boodschap begrijpt
▪ Onvermogen complexe handelingen uit te voeren
o Rekenen
o Het kunnen oordelen en kritiek formuleren
➔uitval v deze functies ➔ typisch bij dementerenden (achteruitgang hogere corticale functies)
• Mini Mental State Examination
o Screeningsinstrument waarmee globale indruk vh congnitief functioneren vd oudere
kan w verkregen
▪ 23/30
, 1.3.2. Hersenzenuwonderzoek
• Gemakkelijk te onderzoeken ➔ gezien ze hele specifieke delen v lichaam bezenuwen
• Functies uitvoeren ➔ werken ze naar behoren?
1.3.3. Motorisch onderzoek
• Afwijkingen centraal/perifere motorische stoornissen
• Extra-pyramidaal systeem
• Letten op:
o Spierkracht? Krachtverlies?
o Spiertonus
o Atrofie vd spieren
o Stoornissen ih tempo/automatiek
o Onwillekeurige bewegingen vd spier
Krachtverlies:
Paralyse Volledig krachtsverlies
Parese Krachtsvermindering/ geen volledige
verlamming
Hemiplegie Parese van 1 lichaamshelft (CVA)
Diplegie Parese onderste helft lichaam
Tetraplegie/quadriplegie Parese alle ledematen
, Spiertonus:
Spasticiteit Snelheidsafhankelijke toename weerstand,
daarna loslating (denk aan knipmes)
Rigiditeit Weerstand vrij gelijkmatig verhoogd over
gehele range vd beweging
Tandradrigiditeit Schoksgewijze verlopende toename/ afname
weerstand
Hypotonie Afname weerstand
Hypertonie Toename weerstand
Stoornissen ih motorisch tempo:
Akinesie Beweging kan niet direct in gang w gezet/
volgehouden w (vb startprobleem bij stappen)
Hypokinesie Amplitude/grootte vd beweging is afgenomen
(vb kleiner schrijven)
Bradykinesie Bewegingen w vertraagd uitgevoerd
Onwillekeurige bewegingen vd spier:
Tremor Ritmische onwillekeurige oscillerende (trillende)
beweging ve lichaamsdeel
Chorea Niet ritmische, snelle repetitieve bewegingen
Dystonie Aanhoudende spiercontractie zoals wringende,
repetitieve bewegingen/ abnormale houdingen
Ballisme Snelle, onregelmatige en grove bewegingen
Myoclonie Zeer snelle/ kortdurende bewegingen door
bruuske contracties ve spier
Tics Snelle onwillekeurige beweging/ geluid
Stereotypie Repetitieve, gecoördineerde bewegingen
Akathasie Onvermogen stil te zitten
1.3.4. Sensibel onderzoek
• Vitale sensibiliteit
o Detectie van schadelijke prikkels en grove gevoelsprikkels
▪ Pijn & temperatuur
▪ Erge druk
• Gnostische sensibiliteit
o Hoe is de omgeving in detail, waar bevindt men zich in de ruimte
▪ Fijne tast
▪ Vibratiezin
▪ Lichte druk
Anesthesie Geen gevoel
Hypoesthesie Verminderd gevoel
Paresthesie Slapend gevoel/ tintelingen/speldenprikjes
Hyperalgesie Overgevoeligheid voor pijn
Neuralgie Schietende pijn (elektrische schokken in zenuw)
1. Diagnostistiek
1.1. Eerste benadering
• 3 belangrijke elementen vh zenuwstelsel
o Vitale functies
▪ Airway
▪ Breathing (ah)
▪ Circulation (bloeddruk en hartslag)
▪ Temperatuur
o Bewustzijnsgraad
▪ Versch gradaties (Glasgow Coma Scale ➔ screeningsmethode)
• Normale bewustzijn
• Somnolent
o Pt gemakkelijk inslaapt, normaal wekbaar
• Delier
o Bwz lichte mate verlaagd, inhoud afwijkend ➔
desoriëntatie, snel afgeleid, onrust, ontremming
• Soporeus
o Enkel wekbaar met bv pijnprikkels
• Coma
o Niet wekbaar
o Ernstige symptomen
▪ Stuiptrekkingen (convulsies)
▪ Hevig braken
▪ Meningeale prikkeling/ veranderd bewustzijn
1.2. Anamnese
• Demografische gegevens
• Huidige klachten/ neurologische symptomen
o Begin/ tijdstip ontstaan
o Omstandigheden waarin ze optreden
o Beloop vd klachten
o Eventuele beïnvloedende factoren
o Heteroanamnese
▪ Vaak is pt zelf niet bewust van klachten ➔ beroep doen op personen
rondom
• Voorgeschiedenis
• Familiale anamnese
• Medicatiegebruik
Neurologische symptomen:
• Syncope • Duizeligheid (men draait) VS
• Epilepsieaanval vertigo (kamer draait
• Pijn • Gehoorstoornis
• Paresthesieën • Braken
• Gevoelsverlies • Krachtverlies
• Onwillekeurige bewegingen
, • Hogere cerebrale functies (mentale functie)
• Hersenzenuwonderzoek
• Motorisch onderzoek
• Sensibel onderzoek
1.3. Neurologisch onderzoek • Reflexen
1.3.1. Hogere cerebrale functies • Coördinatie
• Mentale functies: • Gang-stand-evenwicht
o Aandacht & concentratie • Specifieke testen: meningeale prikkeling,…
o Oriëntatie in tijd en ruimte
o Geheugen en inprenting ➔amnesie /geheugenverlies
o Fatische stoornissen
▪ Afasie
• Gestoord taalgebruik
▪ Alexie
• Onvermogen tot lezen
▪ Agrafie
• Onvermogen te schrijven
o Agnosie
▪ Niet kunnen herkennen/ integreren zintuigelijke gewaarwoordingen
▪ Geen herkenning voorwerpen en personen
o Constructievermogen/ruimtelijke oriëntatie
o Apraxie
▪ Niet weten te handelen/gebaren, ondanks motoriek op zich niog intact is en
persoon boodschap begrijpt
▪ Onvermogen complexe handelingen uit te voeren
o Rekenen
o Het kunnen oordelen en kritiek formuleren
➔uitval v deze functies ➔ typisch bij dementerenden (achteruitgang hogere corticale functies)
• Mini Mental State Examination
o Screeningsinstrument waarmee globale indruk vh congnitief functioneren vd oudere
kan w verkregen
▪ 23/30
, 1.3.2. Hersenzenuwonderzoek
• Gemakkelijk te onderzoeken ➔ gezien ze hele specifieke delen v lichaam bezenuwen
• Functies uitvoeren ➔ werken ze naar behoren?
1.3.3. Motorisch onderzoek
• Afwijkingen centraal/perifere motorische stoornissen
• Extra-pyramidaal systeem
• Letten op:
o Spierkracht? Krachtverlies?
o Spiertonus
o Atrofie vd spieren
o Stoornissen ih tempo/automatiek
o Onwillekeurige bewegingen vd spier
Krachtverlies:
Paralyse Volledig krachtsverlies
Parese Krachtsvermindering/ geen volledige
verlamming
Hemiplegie Parese van 1 lichaamshelft (CVA)
Diplegie Parese onderste helft lichaam
Tetraplegie/quadriplegie Parese alle ledematen
, Spiertonus:
Spasticiteit Snelheidsafhankelijke toename weerstand,
daarna loslating (denk aan knipmes)
Rigiditeit Weerstand vrij gelijkmatig verhoogd over
gehele range vd beweging
Tandradrigiditeit Schoksgewijze verlopende toename/ afname
weerstand
Hypotonie Afname weerstand
Hypertonie Toename weerstand
Stoornissen ih motorisch tempo:
Akinesie Beweging kan niet direct in gang w gezet/
volgehouden w (vb startprobleem bij stappen)
Hypokinesie Amplitude/grootte vd beweging is afgenomen
(vb kleiner schrijven)
Bradykinesie Bewegingen w vertraagd uitgevoerd
Onwillekeurige bewegingen vd spier:
Tremor Ritmische onwillekeurige oscillerende (trillende)
beweging ve lichaamsdeel
Chorea Niet ritmische, snelle repetitieve bewegingen
Dystonie Aanhoudende spiercontractie zoals wringende,
repetitieve bewegingen/ abnormale houdingen
Ballisme Snelle, onregelmatige en grove bewegingen
Myoclonie Zeer snelle/ kortdurende bewegingen door
bruuske contracties ve spier
Tics Snelle onwillekeurige beweging/ geluid
Stereotypie Repetitieve, gecoördineerde bewegingen
Akathasie Onvermogen stil te zitten
1.3.4. Sensibel onderzoek
• Vitale sensibiliteit
o Detectie van schadelijke prikkels en grove gevoelsprikkels
▪ Pijn & temperatuur
▪ Erge druk
• Gnostische sensibiliteit
o Hoe is de omgeving in detail, waar bevindt men zich in de ruimte
▪ Fijne tast
▪ Vibratiezin
▪ Lichte druk
Anesthesie Geen gevoel
Hypoesthesie Verminderd gevoel
Paresthesie Slapend gevoel/ tintelingen/speldenprikjes
Hyperalgesie Overgevoeligheid voor pijn
Neuralgie Schietende pijn (elektrische schokken in zenuw)