100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Frans 2

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
21
Geüpload op
10-01-2025
Geschreven in
2024/2025

Dit is een samenvatting van 'Grammaire de base' van de leerstof van het 2e jaar leerkracht lager onderwijs. (Alle onderdelen die aan bod zijn gekomen in de les + extra aanvullen vanuit het boek.) Onderaan het document zijn ook nog onderdelen van het eerste jaar toegevoegd, omdat deze als gekende leerstof worden beschouwd.

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
10 januari 2025
Aantal pagina's
21
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

FRANÇAIS
2EBALO (kennen)

1. L’ADJECTIF VS. ADVERBE

1.2 L’adjdectif
L’adjectif s’accorde avec le substantif ou le pronom qu’il accompagne >> Het bijvoegelijk naamwoord komt overeen met het
zelfstandignaamwoord waar het bij staat.


 Le féminin des adjectifs >> De vrouwelijke vorm van bijvoeglijke naamwoorden
 Règle générale : féminin = masculin +e
→ La prononciation change souvent. >> De uitspraak verandert vaak.
Brun/brune, fort/forte, grand/grande

 Règles spéciales:
- e: reste -e (jaune → jaune)
- x: -se (heureux → heureuse)
- eau : -elle (beau → belle)
- er: -ère (premier → première)
- f: -ve (actif → active)
- on: -onne (bon → bonne)
- en: -enne (Italien → Italienne)
- el: elle (naturel → naturelle)
- et: ète (inquiet → inquiète)

 Cas spéciaux >> speciale gevallen
 adjectifs invariable: sympa, cool & super
 beau, nouveau, vieux → bel, nouvel, vieil devant un mot masculin singulier qui commence par
une voyelle >> voor een enkelvoudig mannelijk woord dat begint met een klinker.
→ Un nouvel appertement.
 L’adjectif speciaux:
- Blanc → Blanche
- Gentil → getille
- Long → longue
- Roux → rousse
- Vieux → vieille
- Frais → fraiche
- Fou → folle
- Gros → grosse
- Bas → Basse
- Sympa → sympa
- Doux → douce

 Le pluriel des adjectifs
 Règle général: singulier + s

 Règles spéciales:
- -s, -x: invariable (gris → gris)
- -eau : +x (nouveau → nouveaux)
- -al : -aux (spécial → spéciaux)




 Les adjectifs de couleur
 Suivent la règle générale >> volg de algemene regel

1

, - Féminin + e
- Pluriel + s
 Ils s’accordent avec le nom qu’ils accompagnent. >> komt overeen met het zelfstandig naamwoord waar ze bij
staan.


 Dans deux cas, les adjectifs de couleur restent invariables >> In twee gevallen blijft de kleur onveranderbaar.
- Adjectifs composés >> twee achter elkaar.
→ Des vestes vert clair, une robe vert foncé, …
- La couleur existe aussi comme substantif >> de kleur bestaat ook als een zelfstandignaamwoord
→ Orange = appelsien

 La place de l’adjectif
 Règle générale
Derrière le substantif >> Achter het zelfstandig naamwoord

 !!quelques exceptions : devant le substantif !!
- Beau = joli
- Bon → mauvais
- Jeune, nouveau → vieux
- Petit → grand
- Haut, long, gros
- Dernier
- Les nombres ordinaux (premier, deuxième, …)

1.2 L’adverbe
L’adverbe employé avec un verbe, un adjectif, un autre adverbe. >> Het bijwoord dat wordt gebruikt met een werkwoord, een bijvoeglijk
naamwoord, een ander bijwoord.

Règle générale : adverbe = adjectif féminin + ment
→ Invariable

 Règles particulières :
 Adjectif qui terminent par une voyelle --> adjectif masculin + ment
 Adjectif en -ent --> emment
 Adjectif en -ent --> amment

 Cas spéciaux:
- Enorme → énormément
- Précis → précisément
- Profond → profondément
- Gentil → gentiment
- Bref → brièvement
- Grave
→ Verbe blesser : grièvement
→ Gravement
- Rapide → rapidement
- Long
→ (langdradig) Longuement
→ (lange tijd) longtemps
- Bon → bien
- Mauvais → mal
- Mailleur → mieux



 L’adjectif est employé comme adverbe >> in sommige gevallen wordt een bijvoegelijk naamwoord als bijwoord gebruikt.
- Coûter cher
- Peser lourd

2

, - Sentir bon
- Sentir mauvais
- Chanter faux
- Chanter juste
- Voler bas
- Travailler dur
- Parler haut
- Parler bas
- Crier fort

Pour parler du temps, on emploie un adjectif >> Als we praten over het weer gebruiken we een bijvoegelijk naamwoord.

GDB p.40




2. LE PRONOM DEMONSTRATIF

Singulier Pluriel
Deze (hier), die (daar) Die (hier/daar)
Masculin Celui Ceux
Celui-ci Ceux-ci
Celui-là Ceux-là
Féminin Celle Celles
Celle-ci Celles-ci
Celle-là Celles-là

 Remplace un substantif.
 S’accorde avec le substantif qu’il accompagne.




3. LE PRONOM POSSESSIF

= voornaamwoord

3
€6,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
coralycromheeke

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
coralycromheeke Karel de Grote-Hogeschool
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
2
Lid sinds
10 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
9
Laatst verkocht
5 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen