Samenvatting H9: Voeden naar levensfase

H9: Voeden naar levensfase
Voortplanting bij hond en kat
Neonataal = Betrekking hebbend op de eerste levensweken
Prenataal = Voorafgaand aan het werpen
Morbiditeit = frequentie van een ziekte in een populatie over een bepaalde
periode
Mortaliteit = percentage van sterfgevallen in een populatie over een
bepaalde periode
Oestrus = Periode waarin een dier bereidt is om te paren en vruchtbaar is
(= bronst)
Anoestrus = Niet optreden van oestrus
Interoestrus = Periode tussen twee oestrus cycli
Dystocie = moeilijke of zware bevalling
Partus = geboorte

Voortplanting bij hond en kat
 Tijdens dracht en lactatie
o Moederdieren veel gevoeliger voor onevenwichten in de voeding
 Tekorten, overmatige opname, onevenwichtige verhouding
o Ook duidelijke effecten op nakomelingen

 Voor start kweek
o Optimale voeding geven
o Goede body condition score
 Hond 2/5
 Kat 3/5

Ondervoeding voor of bij conceptie
Invloed op nakomelingen:
 Laaggeboorte gewicht
 Kleinere nesten/ worpgrootte
 Nakomelingen gaan een verminderde
immuniteit hebben + reactie op vaccinatie
 Lagere melkproductie
 Hogere mortaliteit
 Hogere morbiditeit


Ondervoeding/ obesitas voor of bij conceptie:
Invloed op nakomelingen
 Kleinere nestjes
Invloed op vruchtbaarheid
 Slechtere kwaliteit op eicellen -> verminderde
vruchtbaarheid
 Verminderde ovulatie
 Langer interoestrus interval
 Stille oestrus -> dier is vruchtbaar maar gaat dit niet tonen want wel
belangrijk is voor het mannetje