BEWEGING
Wedstrijdspelen
1.1 Wat zijn wedstrijdspelen
= spel met regels
= alle kinderen dezelfde opdracht behalve (soms) de hoofdrolspeler(s)
= op het einde van het spel is een soort winnaar
Onderverdeeld:
Vaardigheidsspelen
Balspelen
Stoeispelen (zie eerste jaar)
Individueel wedstrijdspel kleuters (worden in groep gespeeld, kls handelen
zelfstandig)
Vanaf 2de kleuterklas
1.2 Competitie in de kleuterklas: afremmen of
stimuleren
Met mate aan bod laten komen
Niet negeren
Winnen & verliezen is moeilijk egocentrisme
1.3 Welke opdrachten zijn verantwoord
Met een verhoogde risicofactor worden niet in wedstrijdvorm gespeeld
Worden ingeoefend, vooraleer in wedstrijdvorm te gebruiken
Vaardigheidsspel
en
= wedstrijdspel waarbij de kleuter:
Ene basisbeweging/ basishouding naar de andere moet overgaan
Achtereenvolgens verschillende opdrachten moeten uitvoeren
2.1 Soorten
Wedloopspelen (later estafette)
Reactiespelen
Verstoppertje
Hinkelspelen
pag. 1
, BEWEGING
Touwspringen
2.2 Wedloopspelen
Gelijkenissen tussen estafette & wedloop:
Opstelling
Opdrachten
Gelijkaardige organisatie
Verschillen tussen estafette & wedloop:
ESTAFETTE WEDLOOP
START Ploeg Individuen
STARTSIGNAAL Eenmaal Telkens aan de 1ste speler van
iedere rij
VERTREK Via aflossing van eigen 2de speler moet wachten op
ploeg volgende signaal (alle spelers
moeten terug zijn)
EIND Alle spelers de opdracht
hebben uitgevoerd
WINNEN & Heel de ploeg Bij iedere rij 1 kleuter
VERLIEZEN
Ploegspel Individueel wedstrijdspel
Didactische aandachtspunten:
Groep 3 – 6 kleuters
Groepjes zitten neer
Start & keerpunt moeten duidelijk zijn
Laatste maakt toch de hele opdracht af
Opdrachten zonder hoge risicofactor
Niet te lange opdrachten
Moeilijkheden volgen van de juiste richting
Iedere groep een kleur
Veel fantasie & prettig materiaal
2.3 Reactiespelen
Verschillende soorten met eigen speelkriebel (kernidee)
Voorbeelden:
Zo snel mogelijk naar een afgesproken plaats lopen, maar op signaal
onmiddellijk stoppen met bewegen
Onverwacht wegrennen & proberen niet aangetikt te worden
Op een afgesproken signaal zo vlug mogelijk naar een afgesproken plaats
lopen
Op een afgesproken signaal zo vlug mogelijk rond de kring lopen & als eerste
terug op de eigen plaats zijn
pag. 2
Wedstrijdspelen
1.1 Wat zijn wedstrijdspelen
= spel met regels
= alle kinderen dezelfde opdracht behalve (soms) de hoofdrolspeler(s)
= op het einde van het spel is een soort winnaar
Onderverdeeld:
Vaardigheidsspelen
Balspelen
Stoeispelen (zie eerste jaar)
Individueel wedstrijdspel kleuters (worden in groep gespeeld, kls handelen
zelfstandig)
Vanaf 2de kleuterklas
1.2 Competitie in de kleuterklas: afremmen of
stimuleren
Met mate aan bod laten komen
Niet negeren
Winnen & verliezen is moeilijk egocentrisme
1.3 Welke opdrachten zijn verantwoord
Met een verhoogde risicofactor worden niet in wedstrijdvorm gespeeld
Worden ingeoefend, vooraleer in wedstrijdvorm te gebruiken
Vaardigheidsspel
en
= wedstrijdspel waarbij de kleuter:
Ene basisbeweging/ basishouding naar de andere moet overgaan
Achtereenvolgens verschillende opdrachten moeten uitvoeren
2.1 Soorten
Wedloopspelen (later estafette)
Reactiespelen
Verstoppertje
Hinkelspelen
pag. 1
, BEWEGING
Touwspringen
2.2 Wedloopspelen
Gelijkenissen tussen estafette & wedloop:
Opstelling
Opdrachten
Gelijkaardige organisatie
Verschillen tussen estafette & wedloop:
ESTAFETTE WEDLOOP
START Ploeg Individuen
STARTSIGNAAL Eenmaal Telkens aan de 1ste speler van
iedere rij
VERTREK Via aflossing van eigen 2de speler moet wachten op
ploeg volgende signaal (alle spelers
moeten terug zijn)
EIND Alle spelers de opdracht
hebben uitgevoerd
WINNEN & Heel de ploeg Bij iedere rij 1 kleuter
VERLIEZEN
Ploegspel Individueel wedstrijdspel
Didactische aandachtspunten:
Groep 3 – 6 kleuters
Groepjes zitten neer
Start & keerpunt moeten duidelijk zijn
Laatste maakt toch de hele opdracht af
Opdrachten zonder hoge risicofactor
Niet te lange opdrachten
Moeilijkheden volgen van de juiste richting
Iedere groep een kleur
Veel fantasie & prettig materiaal
2.3 Reactiespelen
Verschillende soorten met eigen speelkriebel (kernidee)
Voorbeelden:
Zo snel mogelijk naar een afgesproken plaats lopen, maar op signaal
onmiddellijk stoppen met bewegen
Onverwacht wegrennen & proberen niet aangetikt te worden
Op een afgesproken signaal zo vlug mogelijk naar een afgesproken plaats
lopen
Op een afgesproken signaal zo vlug mogelijk rond de kring lopen & als eerste
terug op de eigen plaats zijn
pag. 2