Simson
Blik 1: helden
A. Helden m/v/x
- helden: - enorme moed
- volk redden van rampspoed op gevaar eigen leven
- bijna goddelijke status
- zwakke plek (bv. Achilles en zijn hiel)
B. Een joodse held
- kruiswoordraadsel:
1. naam van het land waar de joden in 1000 v.C. leefden: Kanaan
2. Elke stam had toen dezelfde: godsdienst
3. Joodse superheld: Simson
4. Hij liet de joden hun God kennen: Abraham
5. Hij leidde de joden naar het Beloofde Land: Mozes
6. Belangrijkste leefregel voor de joden: Tien Geboden
7. Zij werden aangesteld om toe te zien op het geloof: Rechters
8. Zij wilden het land van de joden veroveren: Filistijnen
9. Naam van de God van de joden Jahweh
- daden Simson: - vechten tegen de Filistijnen
- de stadspoort inbeuken
- vernietigen van de tempel terwijl hij geketend is
- de leeuw verscheuren
- Waarom was God ontevreden? - hij gebruikte zijn kracht voor zichzelf eigen oorlog
wraak Filistijnen
vrouwen
- had zijn kracht moeten gebruiken: - voor zijn volk
(tegen de Filistijnen)
- om God te dienen
- Simson smeekt om eenmaal zijn kracht terug te krijgen
wil daarmee aantonen dat: - hij spijt heeft
- hij zich wil opofferen
- hij terug een man van God is
Jahweh toont daarmee aan: - dat hij Simson vergeeft
- dat hij het volk nog steeds helpt in hun strijd
- Terugblik: - Simson had enorme fysieke kracht
gebruikte die niet om zijn volk te verdedigen
- Jahweh helpt zijn volk zonder dat ze het beseffen
is de echte held
1
, Blik 2: My superhero
A. Jezus: een andere held
- gebeurtenissen:
A. In de Hof van Olijven: gevangenneming van Jezus (wil van God)
B. Gevangengenomen: leerling verdedigd hem met zwaard; Jezus zei: ‘Laat het erbij’
C. Bij Pilatus: bespotten en slaan van Jezus
D. Bij Herodes: vroeg wonder te verrichten; Jezus zweeg
E. Kruisiging: Jezus slaan aan het kruis; Jezus vraagt God hen te vergeven
F. In de handen van zijn Vader: Jezus roept: ‘Vader, in Uw handen beveel ik Mijn geest!’
- verschil Simson en Jezus:
Simson: - wraakzuchtig
- kies voor zichzelf
- fysiek sterk
Jezus: - vergevingsgezind
- blijft God trouw
- ondergaat wat komen moet
- al van bij de geboorte iemand van God
- gelijkenissen Simson en Jezus: - mannen van God
- smeekt om God
- vernederd
- Lucas 6,19: mensen komen naar Jezus komen hem aanraken
er gaat een innerlijke kracht uit van hem
Jezus: woorden en gedachten sterk Simson: fysiek sterk
- Terugblik, Jezus: - enorme innerlijke kracht
- God is aan het werk in hem
- aanvaardt zijn lot/blijft God trouw
- moet lijden en sterven om het hogere doel te bereiken
B. Jezus droomt
- zijn droom: - mensen laten samenleven
- boodschap: zie mensen graag, ook die mensen die jou niet graag zien
- zaligsprekingen:
1. hou van mensen, ook als zij niet van jou houden
2. Als iemand iets van je vraagt, geef het dan en verwacht niets terug
3. Oordeel niet over wat anderen zeggen en doen
4. Als iemand je iets misdoet, laat hem dan doen
5. Behandel anderen zoals je ook zelf behandeld wilt worden
6. Handel goed voor alle mensen
7. Vergeef anderen hun fouten (dan zullen ook de jouwe vergeven worden)
2