van
DNA
tijdens
celdelingen
1.
Verschillende
soorten
celdelingen
Ons
lichaam,
dat
in
zijn
volwassen
vorm
opgebouwd
is
uit
biljoenen
cellen,
is
door
talloze
celdelingen
ontstaan
uit
één
enkele
cel
à
de
bevruchte
eicel
of
zygote.
Ä Ook
als
het
lichaam
volgroeid
is,
komen
er
nog
celdelingen
voor.
• Er
vindt
celdeling
plaats
om
voortdurend:
– afgestorven
cellen
te
vervangen
– beschadigde
weefsels
te
herstellen
• Er
is
celdeling
nodig
om
vanaf
de
puberteit
tot
aan
het
einde
van
de
vruchtbare
leeftijd
in
de
voortplantingsorganen
voortplantingscellen
of
gameten
aan
te
maken.
⇒ Voor
het
realiseren
van
die
twee
delingsactiviteiten
in
ons
lichaam
bestaan
er
twee
soorten
delingen:
mitose
en
meiose.
Mitose
ø zorgt
voor
de
vorming
van
nieuwe
lichaamscellen
of
somatische
cellen
(=
moedercellen
die
zich
gaan
delen)
ø daardoor
worden
groei
en
herstel
van
weefsels
mogelijk
De
twee
nieuwgevormde
cellen
of
dochtercellen
bezitten
evenveel
en
hetzelfde
erfelijk
materiaal
als
de
diploïde
moedercel
(2n)
of
Ä m.a.w.
de
cel
waaruit
de
dochtercellen
door
deling
zijn
ontstaan.
Ä Daardoor
zijn
de
diploïde
dochtercellen
(2n)
ook
genetisch
identiek
aan
elkaar.
Meiose
ø zorgt
voor
de
vorming
van
gameten
in
de
voortplantingsorganen.
Uit
een
diploïde
moedercel
(2n)
ontstaan
door
halvering
van
het
aantal
chromosomen
haploïde
dochtercellen
(n)
Ä die
genetisch
niet-‐identiek
zijn
aan
elkaar
en
aan
de
moedercel.