FUNCTIE ONDERZOEK:
SPIERTESTING &
SPIERBEHANDELING
,Tekstboek spiertesting & behandeling
Module Onderzoek en Behandeling II:
Extremiteiten
2de bachelor REVAKI
Vrije Universiteit Brussel
Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie
Vakgroep Kine
VUB- Faculteit LK-Vakgroep KINE 2e Bach pag.2
,Tekstboek spiertesting & behandeling
Deel I: Theoretische achtergronden
1. Waar is spiertesting en spierstretching gesitueerd in het
methodisch handelen van de
kinesitherapeut?
Het onderdeel met betrekking tot
de spiertesting en spierstretching
zijn zowel in het luik
kinesitherapeutisch onderzoek als
in het luik therapiemiddelen
gesitueerd. Hierbij is het van
belang tijdens het klinisch
kinesitherapeutisch onderzoek de
spieren te onderzoeken op kracht
en lengte. De spierstretching
maakt dan weer een onderdeel uit
van de interventie.
Verschillende stappen in
het onderzoek van de spier
Voor het onderzoek staan ons
verscheidene mogelijkheden ten
dienste om de spierfunctie te onderzoeken, zoals:
1. het observeren van de contouren van een spier
2. het palpatie-onderzoek van een spier
3. het meten van de kracht van een spier
4. het meten van de lengte van een spier
5. het meten van de vermoeidheid van een spier
6. het observeren van de bewegingscoördinatie
7. het bepalen van de prikkelbaarheid van een spier
8. het bepalen van de elektomyografische activiteit van een spier
9. het testen van een spier op pijnprovocatie
De spier maakt in zijn functionele situatie deel uit van de drie-eenheid, het neuro-
musculaire-arthrogene mechanisme.Voor een optimaal onderzoek van de spierfunctie
moeten de beide andere componenten van deze drie-eenheid in tact zijn. Indien dit
niet het geval is dan kan de uitslag van de bovengenoemde negen onderzoekspunten
niet zonder meer gekwalificeerd of gekwantificeerd worden.
VUB- Faculteit LK-Vakgroep KINE 2e Bach pag.3
, Tekstboek spiertesting & behandeling
Tonische en Fasische musculatuur
Voor een goede spierfunctie rond een gewrichtsketen is een zeker evenwicht
noodzakelijk tussen de tonus en de lengte van de spieren. In dit evenwicht kan een
storing optreden. Dit kan het geval zijn bij orgaanlijden, radiculaire of pseudo-
radiculaire klachten, bij pijn, een gestoorde gewrichtsfunctie, houdingafwijkingen of
een perifeer of centraal neurologisch lijden. Bij al deze afwijkingen is er grote kans dat
het musculaire evenwicht verloren is geraakt, waardoor gecoördineerd harmonieus
bewegen niet mogelijk is.
Op het niveau van de spierfunctie kan het evenwicht in de musculaire verhoudingen
gezocht worden in de spier zelf, in de synergetische relatie van de spieren of in de
antagonistische verhouding van de spieren.
Bij een dysbalans heeft men te maken met een of meer van de drie bovengenoemde
gevallen.
Iedere spier in ons lichaam bestaat uit zowel snelle (Fast twitch) als trage (Slow twitch)
vezels. Spieren die snel reageren bestaan uit overwegend snelle vezels en veel minder
uit trage vezels. Dit worden ook fasische vezels genoemd. Deze zijn wit van kleur
omdat ze weinig bloedvoorziening en myoglobines bezitten.
Aan de andere kant, spieren die traag reageren met een lange contractie. Deze bestaan
vooral uit trage vezels; de tonische vezels. Deze zijn rood gekleurd, vanwege hun
grote hoeveelheid myoglobines en zijn goed van bloed voorzien.
Men kan dus stellen dat fasische spieren instaan voor korte, snelle contracties (vb.
springen of korte afstanden) en de tonische spieren staan in voor het bewaren van de
houding en voor lange statische inspanningen.
Hieronder een overzicht van tonische en fasische spieren.
Tonisch Fasisch
m. ext. hallucis longus m. tibialis anterior
m. tibialis posterior
m. soleus
mm. gastrocnemii m. vastus medialis
m. rectus femoris m. vastus lateralis
m.iliopsoas mm. hamstrings m. gluteus maximus
m. adductor magnus m. gluteus minimus
m. adductor longus
m. adductor brevis
m. tensor fascia lata
m. piriformis
m. erector trunci lumbalis mm. abdominales
m. quadratus lumborum
m. pectoralis major m. erector trunci thorac. m.trapezius pars
m. pectoralis minor transv.
m. levator scapulae m. trapezius pars ascend. mm.
m. trapezius pars descendens rhomboidei
m. sterno-cleido-mastoideus m. serratus anterior
m. erector trunci cervicalis korte nekflexoren
Na letsels of langdurige immobilisatie van het bewegingsapparaat zien we bijna altijd
dat de tonische spieren zullen verkorten en in spanning verhogen, terwijl de fasische
spieren zullen verzwakken en in spanning verlagen. Deze tonische-fasische dysbalans
zal in de therapie aangepakt worden door de verkorte tonische spieren te rekken en
de verzwakte fasische spieren te versterken.
VUB- Faculteit LK-Vakgroep KINE 2e Bach pag.4
SPIERTESTING &
SPIERBEHANDELING
,Tekstboek spiertesting & behandeling
Module Onderzoek en Behandeling II:
Extremiteiten
2de bachelor REVAKI
Vrije Universiteit Brussel
Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie
Vakgroep Kine
VUB- Faculteit LK-Vakgroep KINE 2e Bach pag.2
,Tekstboek spiertesting & behandeling
Deel I: Theoretische achtergronden
1. Waar is spiertesting en spierstretching gesitueerd in het
methodisch handelen van de
kinesitherapeut?
Het onderdeel met betrekking tot
de spiertesting en spierstretching
zijn zowel in het luik
kinesitherapeutisch onderzoek als
in het luik therapiemiddelen
gesitueerd. Hierbij is het van
belang tijdens het klinisch
kinesitherapeutisch onderzoek de
spieren te onderzoeken op kracht
en lengte. De spierstretching
maakt dan weer een onderdeel uit
van de interventie.
Verschillende stappen in
het onderzoek van de spier
Voor het onderzoek staan ons
verscheidene mogelijkheden ten
dienste om de spierfunctie te onderzoeken, zoals:
1. het observeren van de contouren van een spier
2. het palpatie-onderzoek van een spier
3. het meten van de kracht van een spier
4. het meten van de lengte van een spier
5. het meten van de vermoeidheid van een spier
6. het observeren van de bewegingscoördinatie
7. het bepalen van de prikkelbaarheid van een spier
8. het bepalen van de elektomyografische activiteit van een spier
9. het testen van een spier op pijnprovocatie
De spier maakt in zijn functionele situatie deel uit van de drie-eenheid, het neuro-
musculaire-arthrogene mechanisme.Voor een optimaal onderzoek van de spierfunctie
moeten de beide andere componenten van deze drie-eenheid in tact zijn. Indien dit
niet het geval is dan kan de uitslag van de bovengenoemde negen onderzoekspunten
niet zonder meer gekwalificeerd of gekwantificeerd worden.
VUB- Faculteit LK-Vakgroep KINE 2e Bach pag.3
, Tekstboek spiertesting & behandeling
Tonische en Fasische musculatuur
Voor een goede spierfunctie rond een gewrichtsketen is een zeker evenwicht
noodzakelijk tussen de tonus en de lengte van de spieren. In dit evenwicht kan een
storing optreden. Dit kan het geval zijn bij orgaanlijden, radiculaire of pseudo-
radiculaire klachten, bij pijn, een gestoorde gewrichtsfunctie, houdingafwijkingen of
een perifeer of centraal neurologisch lijden. Bij al deze afwijkingen is er grote kans dat
het musculaire evenwicht verloren is geraakt, waardoor gecoördineerd harmonieus
bewegen niet mogelijk is.
Op het niveau van de spierfunctie kan het evenwicht in de musculaire verhoudingen
gezocht worden in de spier zelf, in de synergetische relatie van de spieren of in de
antagonistische verhouding van de spieren.
Bij een dysbalans heeft men te maken met een of meer van de drie bovengenoemde
gevallen.
Iedere spier in ons lichaam bestaat uit zowel snelle (Fast twitch) als trage (Slow twitch)
vezels. Spieren die snel reageren bestaan uit overwegend snelle vezels en veel minder
uit trage vezels. Dit worden ook fasische vezels genoemd. Deze zijn wit van kleur
omdat ze weinig bloedvoorziening en myoglobines bezitten.
Aan de andere kant, spieren die traag reageren met een lange contractie. Deze bestaan
vooral uit trage vezels; de tonische vezels. Deze zijn rood gekleurd, vanwege hun
grote hoeveelheid myoglobines en zijn goed van bloed voorzien.
Men kan dus stellen dat fasische spieren instaan voor korte, snelle contracties (vb.
springen of korte afstanden) en de tonische spieren staan in voor het bewaren van de
houding en voor lange statische inspanningen.
Hieronder een overzicht van tonische en fasische spieren.
Tonisch Fasisch
m. ext. hallucis longus m. tibialis anterior
m. tibialis posterior
m. soleus
mm. gastrocnemii m. vastus medialis
m. rectus femoris m. vastus lateralis
m.iliopsoas mm. hamstrings m. gluteus maximus
m. adductor magnus m. gluteus minimus
m. adductor longus
m. adductor brevis
m. tensor fascia lata
m. piriformis
m. erector trunci lumbalis mm. abdominales
m. quadratus lumborum
m. pectoralis major m. erector trunci thorac. m.trapezius pars
m. pectoralis minor transv.
m. levator scapulae m. trapezius pars ascend. mm.
m. trapezius pars descendens rhomboidei
m. sterno-cleido-mastoideus m. serratus anterior
m. erector trunci cervicalis korte nekflexoren
Na letsels of langdurige immobilisatie van het bewegingsapparaat zien we bijna altijd
dat de tonische spieren zullen verkorten en in spanning verhogen, terwijl de fasische
spieren zullen verzwakken en in spanning verlagen. Deze tonische-fasische dysbalans
zal in de therapie aangepakt worden door de verkorte tonische spieren te rekken en
de verzwakte fasische spieren te versterken.
VUB- Faculteit LK-Vakgroep KINE 2e Bach pag.4