vragen
Examenvragen gerechtelijk recht en deskundigenonderzoek
Vragen over deskundigenonderzoek deel van Sam Stilten en Bjorn De
Rouck.
Vragen gerechtelijk recht van Meneer Chamon.
(40 vragen)
1. Wat valt onder publiek recht in België?
A) De regelgeving omtrent handelsovereenkomsten tussen
bedrijven.
B) De regelgeving die de verhouding tussen burgers regelt,
zoals familierecht.
C) De regels die de organisatie van de overheid en de relatie
tussen overheid en burgers bepalen.
D) De regels betreffende eigendomsrecht en testamenten.
Correct antwoord: C
2. Welke functie vervult het Grondwettelijk Hof in België en hoe
draagt dit bij aan het juridische systeem?
A) Het Grondwettelijk Hof beoordeelt de grondwettelijkheid
van wetten en decreten, waardoor het een essentiële rol
speelt in de bescherming van de grondrechten van burgers.
B) Het Grondwettelijk Hof behandelt strafzaken en zorgt voor
de handhaving van strafrechtelijke normen.
C) Het Grondwettelijk Hof geeft juridisch advies aan bedrijven
over commerciële geschillen.
D) Het Grondwettelijk Hof bemiddelt in familiezaken en
geschillen tussen individuen.
Correct antwoord: A
3. Wat is het verschil tussen publiek recht en privaat recht?
A) Publiek recht regelt de verhoudingen tussen burgers
onderling, terwijl privaat recht de relaties tussen burgers en de
overheid regelt.
, B) Publiek recht omvat regels die de organisatie van de
overheid en de relatie tussen overheid en burgers bepalen,
terwijl privaat recht de verhoudingen tussen burgers onderling
regelt.
C) Publiek recht omvat commerciële transacties, terwijl privaat
recht strafrechtelijke zaken omvat.
D) Publiek recht is niet van toepassing in het Belgische
rechtssysteem, in tegenstelling tot privaat recht.
Correct antwoord: B
Bewijsrecht
4. Welke basisprincipes gelden er in het bewijsrecht?
A) De schuldenaar draagt altijd de bewijslast voor alle claims.
B) De schuldeiser draagt de bewijslast, behalve wanneer de
schuldenaar beweert bevrijd te zijn, dan moet de schuldenaar
dit bewijzen.
C) Bewijslast ligt altijd bij de rechtbank.
D) Beide partijen hoeven geen bijdrage te leveren aan de
bewijsvoering.
Correct antwoord: B
5. Wat wordt bedoeld met "geschrift" als bewijsmiddel in het
bewijsrecht?
A) Elk document dat mondeling wordt overgebracht.
B) Een schriftelijk document dat als bewijs dient, en voor
rechtshandelingen boven 3.500 euro moet het duurzaam en
ondertekend zijn.
C) Getuigenverklaringen die mondeling worden afgelegd.
D) Elektronische berichten zonder handtekening.
Correct antwoord: B
6. Wat zijn de verschillende soorten geschriften erkend in het
bewijsrecht?
A) Niet-ondertekend geschrift, onderhands geschrift,
authentiek geschrift.