Samenvatting stem
Logopedie en audiologie
Fase 1
Academiejaar 2023-2024
H1 en 2: Feminologie
,1: Stem
Functie:
1. 1. Aandrijfkracht
2. 2. Trillingsbron
3. 3. Resonantieruimte (lucht vanuit longen – trilling – versterkt in klankkast
Stemplooitrilling: toonhoogte stijgt => stemplooien langer
Stemstoornis= wanneer stemkwaliteit, toonhoogte, en/of luidheid afwijken van wat
beschouwd wordt als normale stem MAAR ook factoren zoals pijn (niet alleen hoorbare,
ook ervaring)
OF gevolg v organisch letsel
Wanneer ‘stemprobleem’: spreken over cliëntgerichte visie
‘Probleem’: wat cliënt zelf ervaart MAAR stoornis heeft meer medische connotatie
heeft
Normale stem?: cultureel bepaald bv: in Portugal => luide mensen wel geaccepteerd
Hoe: • Afgaand op je gezond verstand, buikgevoel, ...?
• Afgetoetst aan voorgaande definities?
1. Stoornis
3 factoren van ICF: kijken naar
2. Activiteiten
3. Participatie
Verhaal Marijke + Lien (pp):
• Marijke: niet hees – sociale act vermijden door onzekerheid
• Lien: hees – niet onzeker
• Volgens definitie: Marijke geen stemstoornis – Lien wel
Hoe: def houdt geen rekening met persoonlijke ervaring stem
Probleem: mens ervaart iets – door stem activiteit belemmerd - probleem ookal
is er niks te zien! => client komt met probleem omdat ze deze ervaart
Oplossing: ICF => houdt niet alleen rekening met wat hoorbaar en zichtbaar is
2: Symptomen
- Voorkomen: afhv ziektebeeld + cliënt
- Gevolg van behandeling: probleemverschuiving + symptoomverdwijning
Auditief
Dysfonie= slecht stemgeluid, geen stoornis opzich maar een symptoom van een stoornis
- Stemklank en -kwaliteit:
• Ruwheid of schorheid
•
Wilde lucht, ruizigheid= hoorbare luchtontsnappingen + ruis in
stemklank
• Gespannen stemkwaliteit
• Krachteloosheid= zwakke stem, weinig draagkracht
• Stembreuken= wegvallen van stem
• Instabiliteit= variabele stemkwaliteit, toonhoogte en luidheid
• Vocal fry= pulsatiestem, krakerig
• Afonie= er is geen klank
- •
Toonhoogte en luidheid: Abnormale toonhoogte
• Abnormale luidheid
• Beperkt toonhoogtebereik
• Beperkt dynamisch of intensiteitsbereik
• Tremor= ritmische toonhoogte
- Adem: hoorbare inademing – inadequate adempauzes
- Resonantie (=versterken; zegt iets over nasaliteit) articulatie, prosodie
(=spreektempo,…)
- Andere bv: keelschrapen, hoesten, vocale tics, …
• Hypernasaliteit= obstructie in keelholte als je bv verkouden bent
• Monotone spraak= eentonig
• Kelige resonantie= er ziet precies iets in de weg, amandelen zijn te groot
(hoofd naar achter: normaal klinken)
• Cul de sac resonantie
Sensorisch
- Storende ‘keelsensaties’:
• Pijn, irritatie, droog,
branderig
• Globusgevoel, spanning
• Prikkelgevoeligheid
• Slijm in keel
, - Verminderde vocale belastbaarheid:
• Spreken/zingen = vermoeiend
• Beperkte vocale uithouding
• Snel buiten adem zijn
Visueel (PP)
Onderzoek: laryngoscopisch door NKO-arts
- Stemgedrag:• Ademtype
•
Spreekhouding
•
Zichtbare spanning
•
Articulatie
- •
Stemplooien en stemplooisluiting: Stemplooinoduli= verdikkingen op rand van stemplooi doordat ze elkaar
te hard raken
• Laryngitis= rode dikke stemplooien, slijmvlies
Langer dan 6 weken: chronische laryngitis
• Stemplooipoliep= sessiel (breed) of gesteeld (bolvorming gezwel)
• Reinkes oedeem= doorzichtige/ bleke zwelling bij ruimte van Reinke
- Stemplooien: • Verminderde/ afwezige bewegelijkheid v stemplooien: afwezigheid v
amplitude
• Verstoring regelmatigheid v golfbeweging
• Verstoring symmetrie v golfbeweging
3: Prevalentie (hoe vaak komt het voor?)
- Lifetime prevalentie= aantal personen dat op zeker moment lijden aan bep stoornis
- Afhv: 1. Geslacht: meer voorkomend bij vrouwen
2. Leeftijd: meer voorkomend bij ouderen
3. Beroep: meer voorkomend bij zanger of leerkracht
- 3 elementen:1. Prevalentie= aanral gevallen bestaan op dit moment
2. Levensprevalentie= aantal gevallen in relatie tot levensduur
3. Incidentie= aantal nieuwe gevallen in bepaalde periode
- Impact: op beroepsuitoefening/ ziekteverzuim
4: Etiologie
Beïnvloedende factoren
1. Medisch:
• Bovenste luchtweginfecties
o Verkoudheid: ontsteking slijmvlies
o Chronisch longlijden bv astma
o Medicatie bv: inhalatoren
• Medicatie
• Allergie
o Ontsteking slijmvlies => kwetsbaarder
o Veradnering secreties => hoesten/ kuchen
o Medicatie => uitdrogen of slijmverdikkend
• Chirurgie
• Trauma
• Degeneratieve neurologische aandoeningen bv: parkinson
• Stemmisbruik= herhaaldelijk zeer krachtige SP-adductie ➛ mucosale veranderingen bv:
gillen
• Verkeerd stemgebruik => verhoogde spanning bij larynx => verandering stemklank
• Houding + spierspanning: rol ontstaan stand houden v stemprobleem
o Hogere stemeisen => belang houding = groter
o Relatie houding – spierspanning - stem
2. Omgeving:• Blootstelling aan irritantia (mucosa)
o Chemische stoffen
o Passief roken 40% impact van actief roken!
• Uitdrogend effect van
o Airco
3. Psychisch: • o Stoffige/slecht verluchte
Persoonlijkheidskenmerken ruimtes
: angst/nervositeit ➛ groter risico op MTD
•• Akoestische omstandigheden
Mentale spanning ➛ fysieke reactie bv: MTD, afonie
oo Slechte akoestiek
Chronische stress bv: jobgerelateerd, relationeel
oo Omgevingslawaai
Acute stress bv: psychisch trauma
o Verdrongen trauma, frustraties, schuldgevoel
Logopedie en audiologie
Fase 1
Academiejaar 2023-2024
H1 en 2: Feminologie
,1: Stem
Functie:
1. 1. Aandrijfkracht
2. 2. Trillingsbron
3. 3. Resonantieruimte (lucht vanuit longen – trilling – versterkt in klankkast
Stemplooitrilling: toonhoogte stijgt => stemplooien langer
Stemstoornis= wanneer stemkwaliteit, toonhoogte, en/of luidheid afwijken van wat
beschouwd wordt als normale stem MAAR ook factoren zoals pijn (niet alleen hoorbare,
ook ervaring)
OF gevolg v organisch letsel
Wanneer ‘stemprobleem’: spreken over cliëntgerichte visie
‘Probleem’: wat cliënt zelf ervaart MAAR stoornis heeft meer medische connotatie
heeft
Normale stem?: cultureel bepaald bv: in Portugal => luide mensen wel geaccepteerd
Hoe: • Afgaand op je gezond verstand, buikgevoel, ...?
• Afgetoetst aan voorgaande definities?
1. Stoornis
3 factoren van ICF: kijken naar
2. Activiteiten
3. Participatie
Verhaal Marijke + Lien (pp):
• Marijke: niet hees – sociale act vermijden door onzekerheid
• Lien: hees – niet onzeker
• Volgens definitie: Marijke geen stemstoornis – Lien wel
Hoe: def houdt geen rekening met persoonlijke ervaring stem
Probleem: mens ervaart iets – door stem activiteit belemmerd - probleem ookal
is er niks te zien! => client komt met probleem omdat ze deze ervaart
Oplossing: ICF => houdt niet alleen rekening met wat hoorbaar en zichtbaar is
2: Symptomen
- Voorkomen: afhv ziektebeeld + cliënt
- Gevolg van behandeling: probleemverschuiving + symptoomverdwijning
Auditief
Dysfonie= slecht stemgeluid, geen stoornis opzich maar een symptoom van een stoornis
- Stemklank en -kwaliteit:
• Ruwheid of schorheid
•
Wilde lucht, ruizigheid= hoorbare luchtontsnappingen + ruis in
stemklank
• Gespannen stemkwaliteit
• Krachteloosheid= zwakke stem, weinig draagkracht
• Stembreuken= wegvallen van stem
• Instabiliteit= variabele stemkwaliteit, toonhoogte en luidheid
• Vocal fry= pulsatiestem, krakerig
• Afonie= er is geen klank
- •
Toonhoogte en luidheid: Abnormale toonhoogte
• Abnormale luidheid
• Beperkt toonhoogtebereik
• Beperkt dynamisch of intensiteitsbereik
• Tremor= ritmische toonhoogte
- Adem: hoorbare inademing – inadequate adempauzes
- Resonantie (=versterken; zegt iets over nasaliteit) articulatie, prosodie
(=spreektempo,…)
- Andere bv: keelschrapen, hoesten, vocale tics, …
• Hypernasaliteit= obstructie in keelholte als je bv verkouden bent
• Monotone spraak= eentonig
• Kelige resonantie= er ziet precies iets in de weg, amandelen zijn te groot
(hoofd naar achter: normaal klinken)
• Cul de sac resonantie
Sensorisch
- Storende ‘keelsensaties’:
• Pijn, irritatie, droog,
branderig
• Globusgevoel, spanning
• Prikkelgevoeligheid
• Slijm in keel
, - Verminderde vocale belastbaarheid:
• Spreken/zingen = vermoeiend
• Beperkte vocale uithouding
• Snel buiten adem zijn
Visueel (PP)
Onderzoek: laryngoscopisch door NKO-arts
- Stemgedrag:• Ademtype
•
Spreekhouding
•
Zichtbare spanning
•
Articulatie
- •
Stemplooien en stemplooisluiting: Stemplooinoduli= verdikkingen op rand van stemplooi doordat ze elkaar
te hard raken
• Laryngitis= rode dikke stemplooien, slijmvlies
Langer dan 6 weken: chronische laryngitis
• Stemplooipoliep= sessiel (breed) of gesteeld (bolvorming gezwel)
• Reinkes oedeem= doorzichtige/ bleke zwelling bij ruimte van Reinke
- Stemplooien: • Verminderde/ afwezige bewegelijkheid v stemplooien: afwezigheid v
amplitude
• Verstoring regelmatigheid v golfbeweging
• Verstoring symmetrie v golfbeweging
3: Prevalentie (hoe vaak komt het voor?)
- Lifetime prevalentie= aantal personen dat op zeker moment lijden aan bep stoornis
- Afhv: 1. Geslacht: meer voorkomend bij vrouwen
2. Leeftijd: meer voorkomend bij ouderen
3. Beroep: meer voorkomend bij zanger of leerkracht
- 3 elementen:1. Prevalentie= aanral gevallen bestaan op dit moment
2. Levensprevalentie= aantal gevallen in relatie tot levensduur
3. Incidentie= aantal nieuwe gevallen in bepaalde periode
- Impact: op beroepsuitoefening/ ziekteverzuim
4: Etiologie
Beïnvloedende factoren
1. Medisch:
• Bovenste luchtweginfecties
o Verkoudheid: ontsteking slijmvlies
o Chronisch longlijden bv astma
o Medicatie bv: inhalatoren
• Medicatie
• Allergie
o Ontsteking slijmvlies => kwetsbaarder
o Veradnering secreties => hoesten/ kuchen
o Medicatie => uitdrogen of slijmverdikkend
• Chirurgie
• Trauma
• Degeneratieve neurologische aandoeningen bv: parkinson
• Stemmisbruik= herhaaldelijk zeer krachtige SP-adductie ➛ mucosale veranderingen bv:
gillen
• Verkeerd stemgebruik => verhoogde spanning bij larynx => verandering stemklank
• Houding + spierspanning: rol ontstaan stand houden v stemprobleem
o Hogere stemeisen => belang houding = groter
o Relatie houding – spierspanning - stem
2. Omgeving:• Blootstelling aan irritantia (mucosa)
o Chemische stoffen
o Passief roken 40% impact van actief roken!
• Uitdrogend effect van
o Airco
3. Psychisch: • o Stoffige/slecht verluchte
Persoonlijkheidskenmerken ruimtes
: angst/nervositeit ➛ groter risico op MTD
•• Akoestische omstandigheden
Mentale spanning ➛ fysieke reactie bv: MTD, afonie
oo Slechte akoestiek
Chronische stress bv: jobgerelateerd, relationeel
oo Omgevingslawaai
Acute stress bv: psychisch trauma
o Verdrongen trauma, frustraties, schuldgevoel