Fysilogie
HOOFDSTUK 4: HET SPIERSTELSEL
Actieve bewegingsapparaat = skeletspieren en pezen waarmee ze op beenderen verankerd zijn.
Skeletspierweefsel: we controleren de contracties ervan volledig bewust.
4.1 FUNCTIES VAN SKELETSPIEREN
• Bewegen of stabiliseren van beenderen
o Skeletspieren moeten spierspanningen constant aanpassen zodat wij een rechte,
o stabiele houding kunnen aanhouden en om zwaartekracht tegen te werken.
• Stabilisatie van gewrichten
o Ze voorkomen overdreven buigingen of strekkingen van gewrichten
• Externe barrière voor bescherming van weke delen
o Bv. buikorganen worden ondersteund door rechte en schuine buikspieren
• Openen en sluiten van in- en uitgangen
Kringspieren kunnen opening afsluiten wanneer ze samentrekken
• Lichaamstemperatuur behouden
Bij koude -> sommige skeletspieren gaan automatisch ritmisch beginnen
contraheren -> ATP verbruiken (genereert warmte en doet lichaamstemperatuur
stijgen)
• Bij sporten -> veel ATP -> zweten om hitte af te staan
4.2 SKELETSPIERWEEFSEL
• Van binnen naar buiten zien we 3 laagjes bindweefsel die voor bescherming van spierweefsel zorgen:
1) Elke spiervezel wordt individueel beschermd door Één endomysium
2) Tientallen spiervezels worden samengebundeld in een spierbundel; elke
o spierbundel wordt beschermd door perimysium
3) Verschillende spierbundels zitten samen aan één spier die in geheel worden
beschermd door epimysium
• Rond elke spier bevindt zich de spierfascia of spiervlies. Dit voorkomt de wrijving
tussen spieren omliggende organen.
1
, Fysilogie
skeletspier
4.2.1. BOUW VAN DE SPIERVEZEL
• Plasmamebraan van spiervezel = wordt individueel door laagje bindweefsel omringd = endomysium
• In het (cytoplasma ) = Sacroplasma van de spiervezels liggen myofibrillen
o Myofibrillen zijn grote draadvormige elementen die opgebouwd zijn uit 2 soorten
▪ Myosine
▪ acitine
Spiervezel
2
HOOFDSTUK 4: HET SPIERSTELSEL
Actieve bewegingsapparaat = skeletspieren en pezen waarmee ze op beenderen verankerd zijn.
Skeletspierweefsel: we controleren de contracties ervan volledig bewust.
4.1 FUNCTIES VAN SKELETSPIEREN
• Bewegen of stabiliseren van beenderen
o Skeletspieren moeten spierspanningen constant aanpassen zodat wij een rechte,
o stabiele houding kunnen aanhouden en om zwaartekracht tegen te werken.
• Stabilisatie van gewrichten
o Ze voorkomen overdreven buigingen of strekkingen van gewrichten
• Externe barrière voor bescherming van weke delen
o Bv. buikorganen worden ondersteund door rechte en schuine buikspieren
• Openen en sluiten van in- en uitgangen
Kringspieren kunnen opening afsluiten wanneer ze samentrekken
• Lichaamstemperatuur behouden
Bij koude -> sommige skeletspieren gaan automatisch ritmisch beginnen
contraheren -> ATP verbruiken (genereert warmte en doet lichaamstemperatuur
stijgen)
• Bij sporten -> veel ATP -> zweten om hitte af te staan
4.2 SKELETSPIERWEEFSEL
• Van binnen naar buiten zien we 3 laagjes bindweefsel die voor bescherming van spierweefsel zorgen:
1) Elke spiervezel wordt individueel beschermd door Één endomysium
2) Tientallen spiervezels worden samengebundeld in een spierbundel; elke
o spierbundel wordt beschermd door perimysium
3) Verschillende spierbundels zitten samen aan één spier die in geheel worden
beschermd door epimysium
• Rond elke spier bevindt zich de spierfascia of spiervlies. Dit voorkomt de wrijving
tussen spieren omliggende organen.
1
, Fysilogie
skeletspier
4.2.1. BOUW VAN DE SPIERVEZEL
• Plasmamebraan van spiervezel = wordt individueel door laagje bindweefsel omringd = endomysium
• In het (cytoplasma ) = Sacroplasma van de spiervezels liggen myofibrillen
o Myofibrillen zijn grote draadvormige elementen die opgebouwd zijn uit 2 soorten
▪ Myosine
▪ acitine
Spiervezel
2