Samenva ng Psychologie en Voeding
Boek: Inleiding in de psychologie, Alblas (tweede druk)
H1. Wat is psychologie
H2. De biologische basis van gedrag
H3. Leren en geheugen
H4. Persoonskenmerken
H5. Ontwikkelings- en levenslooppsychologie
H6. Sociale psychologie
H7. Psychopathologie
Extra aantekeningen
, H1. Wat is psychologie
Verklaringen die mensen geven voor het gedrag van anderen -> common sense (gezond
verstand)
- Klinische psychologie
diagnos ceren en behandelen van mensen met mentale- en gedragsproblemen
(rela eproblemen, angststoornissen, psychosen, depressie)
- Ontwikkelings- en levenslooppsychologie
lichamelijke en geestelijke ontwikkeling vanaf geboorte t/m ouderdom.
Ontwikkelingspatronen in motorische-, taal-, denk- intellectuele-, en morele
ontwikkeling. Afwijkingen t.o.v. ‘normale patroon’
- Sociale psychologie
sociale omgeving die van invloed is op het denken, voelen en handelen. Diffusie van
verantwoordelijkheid: in een groep omstanders voelen mensen zich minder
verantwoordelijk voor wat er gebeurt
- Arbeids- en organisa epsychologie
gedrag van mensen in organisa es + beïnvloeding door kenmerken van het werk en
de werksitua e
- Func eleerpsychologie
psychologische kenmerken en vermogens van mensen op het gebied van hun denken,
voelen, bewegen, waarnemen, leren, geheugen en aandacht. Vaststellen precieze
werken en aard func es + omstandigheden die op werking van invloed zijn
- Gezondheidspsychologie
rela e tussen geestelijke en lichamelijke gezondheid + omstandigheden en
gedragingen die daarop van invloed zijn. Ziekmakende en gezond-houdende factoren.
Kennis: gezondheidsprogramma’s en adviezen ontwikkelen
Doelen van onderzoek:
* Beschrijven en classificeren: aard van de gedragingen (soort, hoeveelheid, intensiteit) +
beschrijven van het karakter -> plaatsen in een categorie: classifica e
* Verklaren: ‘waardoor’. Achterhalen oorzaken van gedrag
* Voorspellen: hypothese: veronderstelling over samenhang tussen bepaalde verschijnselen
* Effecten bepalen
Meetmethoden:
(Triangula e = gebruikmaken van verschillende methoden om een geval te onderzoeken)
- Observeren: beeld krijgen van gedragingen die mensen vertonen in uiteenlopende situa es.
(systema sch: observa eschema) (one-way screen: ivm natuurlijk gedrag)
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid = als verschillende beoordelaars die kijken
naar dezelfde situa e tot dezelfde scores komen. Vergroten -> gedragingen zo
concreet mogelijk omschrijven en trainen om overeenstemming te bereiken
over welk gedrag in welke categorie hoort.
- Interviewen: mensen worden ondervraagd d.m.v. open-/gesloten vragen.
meten van gedrag, achterhalen wensen, opva ngen, voorkeuren, houdingen,
gevoelens. Selec eve waarneming en beoordeling van de gegeven antwoorden
, --> samenva en voor check juiste weergave
- Vragenlijsten: gesloten vragen, b.v. opiniepeilingen. Hoe groter de steekproef van mensen,
hoe meer die steekproef representa ef is.
Betrouwbaarheid ondermijnen: - gebrek aan zel ennis / zelfoverscha ng
- betere zelfpresenta e dan werkelijkheid
- sociaal wenselijke antwoorden
- Tests: eigenschappen van mensen worden vastgesteld
- Fysiologische me ngen: ac viteiten delen hersenen, reac e huid op emo es, overdracht
signalen tussen zenuwen, produc e hormonen
- Documentenstudie: geschreven bronnen over een persoon of situa e (bestaand dossier)
Vormen van onderzoek
* Gevalsstudie = diepgaande bestudering van een persoon, groep of organisa e
* Survey-onderzoek= grote aantallen ondervragen met vragenlijsten -> nagaan samenhang
tussen bepaalde factoren.
Sterkte samenhang = correla e (R)+1.00 <-> -1.00
Posi eve correla e (b.v. R= 0.65): als ene factor toeneemt, neemt
andere factor ook toe
Nega eve correla e (b.v. R= - 0,35): als ene factor toeneemt, neemt
andere factor af
Hoe hoger correla e getal, hoe sterker samenhang factoren
R = 1.00 : perfecte samenhang. R = 0.00 : geen samenhang
Kan ekening: - significant -> of gevonden samenhang niet op toeval berust
- causale rela e -> oorzakelijk verband (kan niet worden
vastgesteld met correla eonderzoek)
* Experiment = mensen in verschillende situa es plaatsten of situa es van invloed zijn op
gedragingen of opva ngen causale rela e vaststellen
Kenmerken goed experiment: - voor- en name ng
- gelijke verdeling toewijzing (randomisering)
Begin jd psychologie verschillende benaderingen:
- Structuralisme: hoe prikkels uit buitenwereld door de geest worden ontvangen en verwerkt
- Gestaltbenadering: onderzoek naar de manier waarop mensen prikkels uit buitenwereld
bewerken en tot gehelen(gestalt) maken
- Func onalisme: welke func es mentale processen hebben voor gedrag van mensen en voor
vermogen aan te passen aan veranderende omstandigheden
- Gedragsbenadering: beschrijving, verklaring en voorspelling van menselijk gedrag. Manier
waarop mensen leren door ervaringen
- Psychoanalyse: onderzoek naar de menselijke drijfveren en structuur van de
persoonlijkheid. Vrije associa e = methode om verdrongen trauma sche
ervaringen toch te achterhalen
Hedendaagse psychologie: aspecten van het menselijk gedrag en mogelijke oorzaken
daarvan
Boek: Inleiding in de psychologie, Alblas (tweede druk)
H1. Wat is psychologie
H2. De biologische basis van gedrag
H3. Leren en geheugen
H4. Persoonskenmerken
H5. Ontwikkelings- en levenslooppsychologie
H6. Sociale psychologie
H7. Psychopathologie
Extra aantekeningen
, H1. Wat is psychologie
Verklaringen die mensen geven voor het gedrag van anderen -> common sense (gezond
verstand)
- Klinische psychologie
diagnos ceren en behandelen van mensen met mentale- en gedragsproblemen
(rela eproblemen, angststoornissen, psychosen, depressie)
- Ontwikkelings- en levenslooppsychologie
lichamelijke en geestelijke ontwikkeling vanaf geboorte t/m ouderdom.
Ontwikkelingspatronen in motorische-, taal-, denk- intellectuele-, en morele
ontwikkeling. Afwijkingen t.o.v. ‘normale patroon’
- Sociale psychologie
sociale omgeving die van invloed is op het denken, voelen en handelen. Diffusie van
verantwoordelijkheid: in een groep omstanders voelen mensen zich minder
verantwoordelijk voor wat er gebeurt
- Arbeids- en organisa epsychologie
gedrag van mensen in organisa es + beïnvloeding door kenmerken van het werk en
de werksitua e
- Func eleerpsychologie
psychologische kenmerken en vermogens van mensen op het gebied van hun denken,
voelen, bewegen, waarnemen, leren, geheugen en aandacht. Vaststellen precieze
werken en aard func es + omstandigheden die op werking van invloed zijn
- Gezondheidspsychologie
rela e tussen geestelijke en lichamelijke gezondheid + omstandigheden en
gedragingen die daarop van invloed zijn. Ziekmakende en gezond-houdende factoren.
Kennis: gezondheidsprogramma’s en adviezen ontwikkelen
Doelen van onderzoek:
* Beschrijven en classificeren: aard van de gedragingen (soort, hoeveelheid, intensiteit) +
beschrijven van het karakter -> plaatsen in een categorie: classifica e
* Verklaren: ‘waardoor’. Achterhalen oorzaken van gedrag
* Voorspellen: hypothese: veronderstelling over samenhang tussen bepaalde verschijnselen
* Effecten bepalen
Meetmethoden:
(Triangula e = gebruikmaken van verschillende methoden om een geval te onderzoeken)
- Observeren: beeld krijgen van gedragingen die mensen vertonen in uiteenlopende situa es.
(systema sch: observa eschema) (one-way screen: ivm natuurlijk gedrag)
Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid = als verschillende beoordelaars die kijken
naar dezelfde situa e tot dezelfde scores komen. Vergroten -> gedragingen zo
concreet mogelijk omschrijven en trainen om overeenstemming te bereiken
over welk gedrag in welke categorie hoort.
- Interviewen: mensen worden ondervraagd d.m.v. open-/gesloten vragen.
meten van gedrag, achterhalen wensen, opva ngen, voorkeuren, houdingen,
gevoelens. Selec eve waarneming en beoordeling van de gegeven antwoorden
, --> samenva en voor check juiste weergave
- Vragenlijsten: gesloten vragen, b.v. opiniepeilingen. Hoe groter de steekproef van mensen,
hoe meer die steekproef representa ef is.
Betrouwbaarheid ondermijnen: - gebrek aan zel ennis / zelfoverscha ng
- betere zelfpresenta e dan werkelijkheid
- sociaal wenselijke antwoorden
- Tests: eigenschappen van mensen worden vastgesteld
- Fysiologische me ngen: ac viteiten delen hersenen, reac e huid op emo es, overdracht
signalen tussen zenuwen, produc e hormonen
- Documentenstudie: geschreven bronnen over een persoon of situa e (bestaand dossier)
Vormen van onderzoek
* Gevalsstudie = diepgaande bestudering van een persoon, groep of organisa e
* Survey-onderzoek= grote aantallen ondervragen met vragenlijsten -> nagaan samenhang
tussen bepaalde factoren.
Sterkte samenhang = correla e (R)+1.00 <-> -1.00
Posi eve correla e (b.v. R= 0.65): als ene factor toeneemt, neemt
andere factor ook toe
Nega eve correla e (b.v. R= - 0,35): als ene factor toeneemt, neemt
andere factor af
Hoe hoger correla e getal, hoe sterker samenhang factoren
R = 1.00 : perfecte samenhang. R = 0.00 : geen samenhang
Kan ekening: - significant -> of gevonden samenhang niet op toeval berust
- causale rela e -> oorzakelijk verband (kan niet worden
vastgesteld met correla eonderzoek)
* Experiment = mensen in verschillende situa es plaatsten of situa es van invloed zijn op
gedragingen of opva ngen causale rela e vaststellen
Kenmerken goed experiment: - voor- en name ng
- gelijke verdeling toewijzing (randomisering)
Begin jd psychologie verschillende benaderingen:
- Structuralisme: hoe prikkels uit buitenwereld door de geest worden ontvangen en verwerkt
- Gestaltbenadering: onderzoek naar de manier waarop mensen prikkels uit buitenwereld
bewerken en tot gehelen(gestalt) maken
- Func onalisme: welke func es mentale processen hebben voor gedrag van mensen en voor
vermogen aan te passen aan veranderende omstandigheden
- Gedragsbenadering: beschrijving, verklaring en voorspelling van menselijk gedrag. Manier
waarop mensen leren door ervaringen
- Psychoanalyse: onderzoek naar de menselijke drijfveren en structuur van de
persoonlijkheid. Vrije associa e = methode om verdrongen trauma sche
ervaringen toch te achterhalen
Hedendaagse psychologie: aspecten van het menselijk gedrag en mogelijke oorzaken
daarvan
