1. FARMACOLOGIE
Algemeen
- Open boek examen + PC
- Pdf's die op Chamilo staan: eens lezen, weten waarover het gaat
Theorie
- Anatomie: hoe is het gebouwd?
o Anatoompathologie: hoe ziet het eruit als het kapot is?
- Fysiologie: hoe werkt het?
o Fysiopathologie: hoe werkt het als het kapot is?
Farmacologie: welke werking heeft een stof van buitenaf op het lichaam
- = Welke werking heeft een chemische stof op de anatomie en fysiologie
- Farmacotherapie: welke medicatie zal het best werken in specifieke situatie
Farmacodynamiek (PD) link
Wat doet medicatie met het lichaam?
- Gaat over effect en concentratie, effect in functie van concentratie
- Bv: als een PCM neemt, dan gaat je hoofdpijn over
- Het is een verhaal van receptoren (zie tekening 1)
o Receptor: structuur op de celwand, chemische stof past daar wel/niet op en
er gebeurt iets/niets in de cel
! Als er binding is tussen chemische stof en receptor EN er is een effect = agonist
- Hier gaat het NIET over een gewenst of een ongewenst effect
o Er is een EFFECT
- Indien er twee agonisten wordt gegeven = je weet niet wat er gaat gebeuren
o Stel; je geeft agonist die hart sneller doet slaan & een agonist die het hart
trager doet slaan
= Deze agonisten kunnen elkaar tegenwerken OF er zal enkel 1 werken
- Partieel agonist: een antagonist die deels op de receptor past en in enige mate werkt
! Als er binding is tussen chemische stof en receptor MAAR geen effect: antagonist
- Indien er ook een agonist aanwezig is, kan die niet meer binden op die receptor want
deze is ingenomen door de antagonist
- Bv: M wolkje op tekening
Men onderzoekt de medicatie zodanig dat deze op de juiste receptoren passen
- EN het gewenste effect geven
- = Een fysisch drie dimensioneel verhaal
,Max-effect
Voorbeeld
(zie tekening 2)
Je geeft te veel agonisten (‘hoe meer dafalgan ik neem, hoe minder hoofdpijn ik heb’)
- = Je komt op een maximum-effect, ongeacht hoeveelheid concentratie
o De hoofdpijn gaat verdwijnen en zo is het maximum-effect bereikt
DUS: Als je de concentratie verdubbeld, gaat het effect verdubbelen
- MAAR: er is een aanloop en een maximum-effect
o Aanloop: er is een minimale hoeveelheid medicatie die je moet toedienen om
effect te verkrijgen
Voorbeeld
(zie tekening 3)
Je geeft bètablokkers
- Hartfrequentie (effect) neemt af MAAR kan niet onder 0 gaan, je kan geen HF hebben
van -1, dus ook hier zien we terug een E-max
Voorbeeld
(zie tekening 4)
EC 50% = concentratie die nodig is om 50% van max effect te behalen
- Van groene medicatie moeten we lagere dosis geven om 50% effect te bereiken
o Groene medicatie is potenter dan geel en rood
- DUS we verkiezen medicatie waarvan we de minste concentratie (dosis) moeten
geven om gewenst effect te bereiken
Waarom bestaan de rode en gele medicatie dan?
- Omdat het bij een agonist niet gaat over een gewenst effect
o Soms geven we effectief beter het rode of de gele medicatie
o Kan zijn dat een trauma patiënt niet pijnvrij is met een PCM, dan geven we
bijvoorbeeld naar tradonal bij
Therapeutisch-toxische marge
= Verschil tussen minimaal effectieve en maximaal verdraagbare concentratie van medicatie
- We moeten afweging maken tussen gewenst en ongewenst (bijwerkingen) effect
Voorbeeld
(zie tekening 5)
- X1: matig pijnstillend effect met een lage kans op bijwerking (AH-stilstand) (O1)
- X2: volledig pijnstillend effect met hoge kans op bijwerking (O2)
- Daarom moet pijn DRAGELIJK en niet volledig weg zijn
o Hoe groter de concentratie, hoe groter de kans op bijwerkingen
Groene curve = minder grote dosis om pijnstillend effect te verkrijgen
Rode curve = grotere dosis nodig om pijnstillend effect te verkrijgen
o = Spelen met de therapeutisch-toxische marge
Het is wel afhankelijk van de situatie van de patiënt hoe we omgaan
met deze marge: bv comfort therapie
,Voorbeeld
(zie tekening 6)
Drie even potente medicatie
- Deze drie bereiken 50% van gewenste effect in dezelfde tijdspanne
- MAAR: als we kijken naar de therapeutisch-toxische marge: keuze voor gele curve
o Hier hebben we een evenwichtige en dus veilige marge
o Het gaat over de steilheid van de curve
Gele curve is minst steil: situatie best inschatten en zo beter doseren
Rode: pijnstilling zal snelste effect hebben maar meer kans op risico’s
Farmacokinetiek (PK)
= Wat doet uw lichaam met medicatie?
- Als je PCM neemt dan blijft dat niet eeuwig in uw lichaam, wat gebeurt daarmee?
- Het gaat over tijd en concentratie = concentratie in functie van tijd
De weg die medicatie moet volgen PO
- Maag (zuur): enkele medicatie kunnen niet tegen zuur (gastro-intestinaal link)
- Galwegen (basisch): enkele medicatie kunnen niet tegen basen
Beperkte mogelijkheid om medicatie toe te dienen via maag-darmstelsel gezien niet veel
medicatie bestand zijn tegen de extreme Ph-waarden
Absorptie
Hoeveel van de medicatie wordt er in het systeem opgenomen
- Bij enterale toediening (first pass) of parenterale toediening (altijd 100%)
ENTERIC COATED-medicatie
= Laagje over medicatie die bescherming biedt tegen zuur of basisch milieu
- Zo kan medicatie tot aan dunne darm geraken en opgenomen worden (zie tekening 7)
o In dunne darm worden de stoffen via vena porta naar lever gebracht
De toxische stoffen worden in de lever afgebroken (= metabolisme),
gebonden aan galzouten en via gal, dunne darm, dikke darm met de
stoelgang uit lichaam geëvacueerd
Of via de urine door de nieren
o In lever: stoffen via de arteria hepatica naar het hart getransporteerd
o Vervolgens via zuurstofarm bloed naar de longen
o Met zuurstofrijk bloed komt het medicijn terug naar de aorta = circulatie
En komt zo uiteindelijk terug in venen terecht en begint deze
bovenstaande circulatie opnieuw in gang gezet
! PROBLEEM: Niet alle medicatie kan met zo’n enteric coat geproduceerd worden !
- Noodoplossing: parenteraal toedienen van medicatie
, Entero-hepatische re-circulatie
De reeds afgebroken medicatie die gebonden worden aan galzouten en geëvacueerd
worden via de dunne darm kunnen naast evacuatie via stoelgang/urine ook opgenomen
worden in de dunne darmwand
- De medicatie gaat via dunne darmwand via de vena porta terug naar de lever
- Deze medicatie wordt door de lever afgebroken tot een metaboliet = afbraakproduct
Voorbeeld
(zie tekening 8)
Spuitpomp propofol voor sedatie, concentratie blijft dezelfde: continu
- Lever kan medicatie niet afbreken als diegene continu toegediend wordt
- Stel: we willen de patiënt ontwaken, we zetten spuitpomp stop, wat gebeurt er?
o Afhankelijk hoelang we continu propofol gegeven hebben: (niet) ontwaken
Maar het kan zijn dat de patiënt nog 1-2 dagen zal gesedeerd blijven
Propofol wordt afgebroken in 4 metabolieten
o Deze 4 geven ook sedatie
o Dus, als spuitpomp stopt maar pt blijft toch slapen: wil
zeggen dat er nog actieve metabolieten zijn
Overschakelen naar kortwerkende sedativa wanneer de patiënt zal moeten ontwaken
- Bv: midazolam
- Het is belangrijk om de diepte van sedatie met RASS-score regelmatig bij te houden
o Dit doe je door enkele keren per dag de spuitpomp te pauzeren
Kijken hoe pt hierop reageert: tegenademen, op tube bijten…
Voorbeeld
- Intox met alcohol (zie tekening 9)
o Hoe langer de alcohol in het lijf blijft, hoe beter lever werkt
Dus hoe lager alcoholpercentage in het bloed
- Intox met ethyleenglycol (antivries)
o Is zwaar toxisch = acidose
o Behandeling: IV-alcohol geven of prehospitaal pt zware alcohol later drinken
De lever wordt beziggehouden met afbraak alcohol
First pass effect (FPE)
= % verlies van werking medicatie
- = Hoeveel % van de medicatie dat reeds afgebroken is door de lever tijdens de eerste
passage langs de lever
o Bv: langs de eerste passage wordt er telkens 10% van de medicatie
gemetaboliseerd; wil zeggen dat het per keer dat de stof de lever passeert
10% afgebroken wordt en dus een klein first-pass effect heeft
Na eerste passage 90% werking 81% 72% …
= Langere tijd werkzaam in het lichaam
In tegenstelling tot medicatie die bij eerste passage 80%
afgebroken wordt en zo dus een groot first pass effect heeft en
minder lang actief is in het lichaam
Algemeen
- Open boek examen + PC
- Pdf's die op Chamilo staan: eens lezen, weten waarover het gaat
Theorie
- Anatomie: hoe is het gebouwd?
o Anatoompathologie: hoe ziet het eruit als het kapot is?
- Fysiologie: hoe werkt het?
o Fysiopathologie: hoe werkt het als het kapot is?
Farmacologie: welke werking heeft een stof van buitenaf op het lichaam
- = Welke werking heeft een chemische stof op de anatomie en fysiologie
- Farmacotherapie: welke medicatie zal het best werken in specifieke situatie
Farmacodynamiek (PD) link
Wat doet medicatie met het lichaam?
- Gaat over effect en concentratie, effect in functie van concentratie
- Bv: als een PCM neemt, dan gaat je hoofdpijn over
- Het is een verhaal van receptoren (zie tekening 1)
o Receptor: structuur op de celwand, chemische stof past daar wel/niet op en
er gebeurt iets/niets in de cel
! Als er binding is tussen chemische stof en receptor EN er is een effect = agonist
- Hier gaat het NIET over een gewenst of een ongewenst effect
o Er is een EFFECT
- Indien er twee agonisten wordt gegeven = je weet niet wat er gaat gebeuren
o Stel; je geeft agonist die hart sneller doet slaan & een agonist die het hart
trager doet slaan
= Deze agonisten kunnen elkaar tegenwerken OF er zal enkel 1 werken
- Partieel agonist: een antagonist die deels op de receptor past en in enige mate werkt
! Als er binding is tussen chemische stof en receptor MAAR geen effect: antagonist
- Indien er ook een agonist aanwezig is, kan die niet meer binden op die receptor want
deze is ingenomen door de antagonist
- Bv: M wolkje op tekening
Men onderzoekt de medicatie zodanig dat deze op de juiste receptoren passen
- EN het gewenste effect geven
- = Een fysisch drie dimensioneel verhaal
,Max-effect
Voorbeeld
(zie tekening 2)
Je geeft te veel agonisten (‘hoe meer dafalgan ik neem, hoe minder hoofdpijn ik heb’)
- = Je komt op een maximum-effect, ongeacht hoeveelheid concentratie
o De hoofdpijn gaat verdwijnen en zo is het maximum-effect bereikt
DUS: Als je de concentratie verdubbeld, gaat het effect verdubbelen
- MAAR: er is een aanloop en een maximum-effect
o Aanloop: er is een minimale hoeveelheid medicatie die je moet toedienen om
effect te verkrijgen
Voorbeeld
(zie tekening 3)
Je geeft bètablokkers
- Hartfrequentie (effect) neemt af MAAR kan niet onder 0 gaan, je kan geen HF hebben
van -1, dus ook hier zien we terug een E-max
Voorbeeld
(zie tekening 4)
EC 50% = concentratie die nodig is om 50% van max effect te behalen
- Van groene medicatie moeten we lagere dosis geven om 50% effect te bereiken
o Groene medicatie is potenter dan geel en rood
- DUS we verkiezen medicatie waarvan we de minste concentratie (dosis) moeten
geven om gewenst effect te bereiken
Waarom bestaan de rode en gele medicatie dan?
- Omdat het bij een agonist niet gaat over een gewenst effect
o Soms geven we effectief beter het rode of de gele medicatie
o Kan zijn dat een trauma patiënt niet pijnvrij is met een PCM, dan geven we
bijvoorbeeld naar tradonal bij
Therapeutisch-toxische marge
= Verschil tussen minimaal effectieve en maximaal verdraagbare concentratie van medicatie
- We moeten afweging maken tussen gewenst en ongewenst (bijwerkingen) effect
Voorbeeld
(zie tekening 5)
- X1: matig pijnstillend effect met een lage kans op bijwerking (AH-stilstand) (O1)
- X2: volledig pijnstillend effect met hoge kans op bijwerking (O2)
- Daarom moet pijn DRAGELIJK en niet volledig weg zijn
o Hoe groter de concentratie, hoe groter de kans op bijwerkingen
Groene curve = minder grote dosis om pijnstillend effect te verkrijgen
Rode curve = grotere dosis nodig om pijnstillend effect te verkrijgen
o = Spelen met de therapeutisch-toxische marge
Het is wel afhankelijk van de situatie van de patiënt hoe we omgaan
met deze marge: bv comfort therapie
,Voorbeeld
(zie tekening 6)
Drie even potente medicatie
- Deze drie bereiken 50% van gewenste effect in dezelfde tijdspanne
- MAAR: als we kijken naar de therapeutisch-toxische marge: keuze voor gele curve
o Hier hebben we een evenwichtige en dus veilige marge
o Het gaat over de steilheid van de curve
Gele curve is minst steil: situatie best inschatten en zo beter doseren
Rode: pijnstilling zal snelste effect hebben maar meer kans op risico’s
Farmacokinetiek (PK)
= Wat doet uw lichaam met medicatie?
- Als je PCM neemt dan blijft dat niet eeuwig in uw lichaam, wat gebeurt daarmee?
- Het gaat over tijd en concentratie = concentratie in functie van tijd
De weg die medicatie moet volgen PO
- Maag (zuur): enkele medicatie kunnen niet tegen zuur (gastro-intestinaal link)
- Galwegen (basisch): enkele medicatie kunnen niet tegen basen
Beperkte mogelijkheid om medicatie toe te dienen via maag-darmstelsel gezien niet veel
medicatie bestand zijn tegen de extreme Ph-waarden
Absorptie
Hoeveel van de medicatie wordt er in het systeem opgenomen
- Bij enterale toediening (first pass) of parenterale toediening (altijd 100%)
ENTERIC COATED-medicatie
= Laagje over medicatie die bescherming biedt tegen zuur of basisch milieu
- Zo kan medicatie tot aan dunne darm geraken en opgenomen worden (zie tekening 7)
o In dunne darm worden de stoffen via vena porta naar lever gebracht
De toxische stoffen worden in de lever afgebroken (= metabolisme),
gebonden aan galzouten en via gal, dunne darm, dikke darm met de
stoelgang uit lichaam geëvacueerd
Of via de urine door de nieren
o In lever: stoffen via de arteria hepatica naar het hart getransporteerd
o Vervolgens via zuurstofarm bloed naar de longen
o Met zuurstofrijk bloed komt het medicijn terug naar de aorta = circulatie
En komt zo uiteindelijk terug in venen terecht en begint deze
bovenstaande circulatie opnieuw in gang gezet
! PROBLEEM: Niet alle medicatie kan met zo’n enteric coat geproduceerd worden !
- Noodoplossing: parenteraal toedienen van medicatie
, Entero-hepatische re-circulatie
De reeds afgebroken medicatie die gebonden worden aan galzouten en geëvacueerd
worden via de dunne darm kunnen naast evacuatie via stoelgang/urine ook opgenomen
worden in de dunne darmwand
- De medicatie gaat via dunne darmwand via de vena porta terug naar de lever
- Deze medicatie wordt door de lever afgebroken tot een metaboliet = afbraakproduct
Voorbeeld
(zie tekening 8)
Spuitpomp propofol voor sedatie, concentratie blijft dezelfde: continu
- Lever kan medicatie niet afbreken als diegene continu toegediend wordt
- Stel: we willen de patiënt ontwaken, we zetten spuitpomp stop, wat gebeurt er?
o Afhankelijk hoelang we continu propofol gegeven hebben: (niet) ontwaken
Maar het kan zijn dat de patiënt nog 1-2 dagen zal gesedeerd blijven
Propofol wordt afgebroken in 4 metabolieten
o Deze 4 geven ook sedatie
o Dus, als spuitpomp stopt maar pt blijft toch slapen: wil
zeggen dat er nog actieve metabolieten zijn
Overschakelen naar kortwerkende sedativa wanneer de patiënt zal moeten ontwaken
- Bv: midazolam
- Het is belangrijk om de diepte van sedatie met RASS-score regelmatig bij te houden
o Dit doe je door enkele keren per dag de spuitpomp te pauzeren
Kijken hoe pt hierop reageert: tegenademen, op tube bijten…
Voorbeeld
- Intox met alcohol (zie tekening 9)
o Hoe langer de alcohol in het lijf blijft, hoe beter lever werkt
Dus hoe lager alcoholpercentage in het bloed
- Intox met ethyleenglycol (antivries)
o Is zwaar toxisch = acidose
o Behandeling: IV-alcohol geven of prehospitaal pt zware alcohol later drinken
De lever wordt beziggehouden met afbraak alcohol
First pass effect (FPE)
= % verlies van werking medicatie
- = Hoeveel % van de medicatie dat reeds afgebroken is door de lever tijdens de eerste
passage langs de lever
o Bv: langs de eerste passage wordt er telkens 10% van de medicatie
gemetaboliseerd; wil zeggen dat het per keer dat de stof de lever passeert
10% afgebroken wordt en dus een klein first-pass effect heeft
Na eerste passage 90% werking 81% 72% …
= Langere tijd werkzaam in het lichaam
In tegenstelling tot medicatie die bij eerste passage 80%
afgebroken wordt en zo dus een groot first pass effect heeft en
minder lang actief is in het lichaam