Samenvatting Verkleinwoorden Nederlands

Nederlands – spijker je spelling bij

H11 – Verkleinvormen

1.1. SUBSTANTIEVEN DIE EINDIGEN OP -A, -O OF-U  KLINKER VERDUBBELT & BIJ
SUBSTANTIEVEN OP -É VALT ACCENT WEG

Opa opaatje
Foto fotootje

1.2. SUBSTANTIEVEN DIE OP -I EINDIGEN KRIJGEN -IE

Okapi okapietje
Taxi taxietje

1.3. SUBSTANTIEVEN DIE EINDIGEN OP -EE EN -IE KRIJGEN -TJE

Kopie kopietje
Slee sleetje

1.4. SUBSTANTIEVEN DIE EINDIGEN OP -Y

- Krijgen apostrof + tje als de -y voorafgaan wordt door medeklinker:
Floppy floppy’tje
Lady lady’tje

- Krijgen -tje als de -y voorafgegaan wordt door klinker:
Display displaytje
Medley medleytje

1.5. SUBSTANTIEVEN DIE EINDIGEN OP -ING

- Hebben meestal verkleinwoord op -etje:
Ding dingetje

- Krijgen -kje als klemtoon op lettergreep onmiddellijk voor -ing valt:
Haring harinkje

- Persoonsnamen die op -ling eindigen, krijgen -etje:
Leerling leerlingetje

1.6. LETTER- EN CIJFERWOORDEN KRIJGEN EEN APOSTROF

Cd’tje
A3’tje