MELK- EN WISSELGEBIT
Erup&e&jden melkgebit (in maanden)
Centrale ondersnijtand 6
Laterale ondersnijtand 7
Centrale bovensnijtand 71/5
Laterale bovensnijtand 9
1ste ondermelkmolaar 12
1ste bovenmelkmolaar 14
Onderhoektanden 16
Bovenhoektanden 18
2de ondermelkmolaar 20
2de bovenmelkmolaar 24-30
Gemiddelde doorbraak – defini&ef gebit (in jaar)
BOVENKAAK ONDERKAAK
1ste molaar 6-7 1ste molaar 6-7
Centrale snijtand 7-8 Centrale snijtand 6-7
Laterale snijtand 8-9 Laterale snijtand 7-8
ste
1 premolaar 10-11 Hoektand 9-10
de
2 premolaar 10-12 1ste premolaar 10-12
Hoektand 11-12 2de premolaar 11-12
2de molaar 12-13 2de molaar 12-13
3de molaar 17-22 3de molaar 17-22
Kenmerken melktanden in vergelijking met defini&eve tanden
- Smaller
- Meer duidelijkere cement-glazuurgrens
- Hardere cervicale kroon uitstulpingen
- Langere wortels
- Meer slijtage door minder mineralen
- Dunnere glazuur en den.ne lagen
- Wi[er
MELKSNIJTANDEN
Kenmerken voorste melktanden in vgl met def fronUanden
- Prominente cervicale kammen
- Prominente linguale cingulum
- Geen labiale depressies, mamelons of perikymata
(incrementele groeilijnen in glazuur als reeks lineaire
groeven)
- Wortels zijn dun mesio-distaal
- Wortels buigen af naar labiale in apicale derde
, Kenmerken snijtanden van de melktanden
- Langer incisocervicaal dan mesiodistaal
(UITZONDERING: centrale boven snijtand is breder mesiodistaal)
- Gladde oppervlakken en minimale depressies
- Wortels rela.ef veel langer dan kronen (voor resorp.e) vgl 2de snijtand
- Prominente, grote cingulum
- Marginale kammen het meest prominent op centrale bovensnijtanden
- Redelijk breed labiolinguaal in cervicaal derde (prox aanzicht)
- Cervixlijn dezelfde als bij 2de snijtand
- Alle wortels buigen gezichtwaarts in apicale derde
- Centrale boventand breder mesiodistaal dan ves.bolinguaal vgl laterale
bovensnijtand
- Ondersnijtanden mesiodistaal bijna gelijk aan ves.bolinguaal
Kenmerken 1ste en 2de BOVENsnijtanden van de melktanden
Melktanden (kroon) Centrale BOVENsnijtand Laterale
BOVENsnijtand
Snijrand Lang met scherpe hoek M en stompe hoek D
Proximaal Sterk convex, bol
Ves.bulair Convex MD Meer afgeplat,
minder breed MD
Linguaal Uitgesproken cingulum, Minder uitgesproken
marginale kammen en cingulum
linguale fossa
Kenmerken ONDERsnijtanden van de melktanden
- Kroon
o Smal, kleinste tanden
o Laterale > centrale snijtanden
o Snijrand van centrale snijtanden: rechte hoeken M en D
Snijrand van laterale snijtanden: rechte hoek M en
stompe hoek D
o Ves.bulair convex MD
o Linguaal weinig uitgesproken marginale kammen
o Convex cingulum
MELKHOEKTANDEN
Kenmerken hoektanden van de melktanden vgl met defini&ef gebit
- Outline:
o Bovenkaak: ongeveer even breed en lang
o Onderkaak: gelijk aan defini.ef ® langer incisocervicaal dan mesiodistaal
- Cervixlijn: gelijkend aan defini.ef gebit
- Wortels lopen kegelvormend naar wortelpunt (= stomper)
Erup&e&jden melkgebit (in maanden)
Centrale ondersnijtand 6
Laterale ondersnijtand 7
Centrale bovensnijtand 71/5
Laterale bovensnijtand 9
1ste ondermelkmolaar 12
1ste bovenmelkmolaar 14
Onderhoektanden 16
Bovenhoektanden 18
2de ondermelkmolaar 20
2de bovenmelkmolaar 24-30
Gemiddelde doorbraak – defini&ef gebit (in jaar)
BOVENKAAK ONDERKAAK
1ste molaar 6-7 1ste molaar 6-7
Centrale snijtand 7-8 Centrale snijtand 6-7
Laterale snijtand 8-9 Laterale snijtand 7-8
ste
1 premolaar 10-11 Hoektand 9-10
de
2 premolaar 10-12 1ste premolaar 10-12
Hoektand 11-12 2de premolaar 11-12
2de molaar 12-13 2de molaar 12-13
3de molaar 17-22 3de molaar 17-22
Kenmerken melktanden in vergelijking met defini&eve tanden
- Smaller
- Meer duidelijkere cement-glazuurgrens
- Hardere cervicale kroon uitstulpingen
- Langere wortels
- Meer slijtage door minder mineralen
- Dunnere glazuur en den.ne lagen
- Wi[er
MELKSNIJTANDEN
Kenmerken voorste melktanden in vgl met def fronUanden
- Prominente cervicale kammen
- Prominente linguale cingulum
- Geen labiale depressies, mamelons of perikymata
(incrementele groeilijnen in glazuur als reeks lineaire
groeven)
- Wortels zijn dun mesio-distaal
- Wortels buigen af naar labiale in apicale derde
, Kenmerken snijtanden van de melktanden
- Langer incisocervicaal dan mesiodistaal
(UITZONDERING: centrale boven snijtand is breder mesiodistaal)
- Gladde oppervlakken en minimale depressies
- Wortels rela.ef veel langer dan kronen (voor resorp.e) vgl 2de snijtand
- Prominente, grote cingulum
- Marginale kammen het meest prominent op centrale bovensnijtanden
- Redelijk breed labiolinguaal in cervicaal derde (prox aanzicht)
- Cervixlijn dezelfde als bij 2de snijtand
- Alle wortels buigen gezichtwaarts in apicale derde
- Centrale boventand breder mesiodistaal dan ves.bolinguaal vgl laterale
bovensnijtand
- Ondersnijtanden mesiodistaal bijna gelijk aan ves.bolinguaal
Kenmerken 1ste en 2de BOVENsnijtanden van de melktanden
Melktanden (kroon) Centrale BOVENsnijtand Laterale
BOVENsnijtand
Snijrand Lang met scherpe hoek M en stompe hoek D
Proximaal Sterk convex, bol
Ves.bulair Convex MD Meer afgeplat,
minder breed MD
Linguaal Uitgesproken cingulum, Minder uitgesproken
marginale kammen en cingulum
linguale fossa
Kenmerken ONDERsnijtanden van de melktanden
- Kroon
o Smal, kleinste tanden
o Laterale > centrale snijtanden
o Snijrand van centrale snijtanden: rechte hoeken M en D
Snijrand van laterale snijtanden: rechte hoek M en
stompe hoek D
o Ves.bulair convex MD
o Linguaal weinig uitgesproken marginale kammen
o Convex cingulum
MELKHOEKTANDEN
Kenmerken hoektanden van de melktanden vgl met defini&ef gebit
- Outline:
o Bovenkaak: ongeveer even breed en lang
o Onderkaak: gelijk aan defini.ef ® langer incisocervicaal dan mesiodistaal
- Cervixlijn: gelijkend aan defini.ef gebit
- Wortels lopen kegelvormend naar wortelpunt (= stomper)
