3.3.4 meertaligheid
Presentatie HC10:
1: meertaligheid
Alle definities van meertaligheid vormen samen een continuüm met twee uitersten.
Aan het ene einde bevindt zich de brede definitie dat iemand meertalig is wanneer hij
betekenisvolle uitdrukkingen in meer dan één taal kan vormen. (Volgens dit uitgangspunt zijn
mensen die bijvoorbeeld in het middelbaar onderwijs een tweede taal hebben geleerd en die
in staat zijn in deze taal op vakantie een gesprek te voeren, meertalig te noemen.)
Het andere extreem wordt gevormd door enge definities van meertaligheid zoals
meertalig ben je pas als je meerdere talen tot in de perfectie beheerst en dat er geen verschil
is in het niveau van vaardigheid tussen de verschillende talen. (Steunend op deze opvatting
zijn maar weinig mensen meertalig aangezien hun vaardigheid in één van de talen vaak beter
is dan in de andere taal of talen.)
-meestal taalbeheersing tussen 2 uitersten
-verschillende vaardigheden (luisteren, lezen, schrijven, ..) en taalcomponenten (fonologie,
semantiek, pragmatiek, morfologie,…) omwille van complexiteit: definitie nadruk leggen
op gebruik van verschillende talen ipv beheersingsniveau
Onze definitie: meertaligheid is het afwisselend gebruik van meer dan één taal in het dagelijks leven
geen zeldzaam fenomeen
veel landen zijn meertalig (Afrika, Europa)
minstens 50% van de wereldbevolking is meertalig
2/3 kinderen groeit meertalig op (afh van welke definitie: enge-minder of brede-
meer)
eerder regel dan uitzondering
ook in Vlaanderen neemt aantal toe
2: vormen van meertaligheid
-keuze
-tijdstip
-status
, Keuze
bewuste keuze
-naast omgevingstaal, spreken beide ouders hun moedertaal met het kind
-omdat ze de cultuur/ contact met de familie willen bewaren
-toekomstmogelijkheden van het kind vergroten
omstandigheden leiden ertoe
-migranten (grootste groep)
-dialect
Tijdstip
grens = 3;0
simultane taalverwerving
-van bij de geboorte verschillende talen tegelijkertijd
-OPOL: one parent one language
successieve taalverwerving
-eerst basis in één taal, dan pas volgende taal
-migrantengezinnen
-pas de tweede taal (T2) als ze naar school gaan
!! onderscheid tussen simultaan en successief belangrijk
taalontwikkeling verloopt anders en verwachting met betrekking tot taalbeheersing is
anders
taalaanbod: effect op taalbeheersing (simultane taalverwervers hebben meer ervaring
gehad met hun talen dan successieve meertaligen met de schooltaal waarmee ze pas jaren
later in contact zijn gekomen)
!! indeling simultaan vs successief: onnatuurlijk
combinatie van de 2 vormen kan voorkomen (bv: je kan simultaan 2 talen krijgen vanaf
geboorte maar vanaf je naar school gaat en een derde taal leert kan je dit ook een successieve
taalverwerving noemen / of als je ouders gescheiden zijn en je hebt nog een plusmama of pluspapa
die een andere taal spreekt)
veel kinderen krijgen een minder consequente taalinput (een kind waarvan de ouders
gescheiden zijn en dat de ene week de ene taal hoort en de andere week de andere taal. En het
taalaanbod van kinderen waarvan de oudere broers of zussen thuis de schooltaal gebruiken, bestaat
niet zuiver uit de thuistaal/Franstalige moeder leert kind Nederlands: niet kwaliteitvol)
!! elk meertalig kind is uniek (andere situaties)
Presentatie HC10:
1: meertaligheid
Alle definities van meertaligheid vormen samen een continuüm met twee uitersten.
Aan het ene einde bevindt zich de brede definitie dat iemand meertalig is wanneer hij
betekenisvolle uitdrukkingen in meer dan één taal kan vormen. (Volgens dit uitgangspunt zijn
mensen die bijvoorbeeld in het middelbaar onderwijs een tweede taal hebben geleerd en die
in staat zijn in deze taal op vakantie een gesprek te voeren, meertalig te noemen.)
Het andere extreem wordt gevormd door enge definities van meertaligheid zoals
meertalig ben je pas als je meerdere talen tot in de perfectie beheerst en dat er geen verschil
is in het niveau van vaardigheid tussen de verschillende talen. (Steunend op deze opvatting
zijn maar weinig mensen meertalig aangezien hun vaardigheid in één van de talen vaak beter
is dan in de andere taal of talen.)
-meestal taalbeheersing tussen 2 uitersten
-verschillende vaardigheden (luisteren, lezen, schrijven, ..) en taalcomponenten (fonologie,
semantiek, pragmatiek, morfologie,…) omwille van complexiteit: definitie nadruk leggen
op gebruik van verschillende talen ipv beheersingsniveau
Onze definitie: meertaligheid is het afwisselend gebruik van meer dan één taal in het dagelijks leven
geen zeldzaam fenomeen
veel landen zijn meertalig (Afrika, Europa)
minstens 50% van de wereldbevolking is meertalig
2/3 kinderen groeit meertalig op (afh van welke definitie: enge-minder of brede-
meer)
eerder regel dan uitzondering
ook in Vlaanderen neemt aantal toe
2: vormen van meertaligheid
-keuze
-tijdstip
-status
, Keuze
bewuste keuze
-naast omgevingstaal, spreken beide ouders hun moedertaal met het kind
-omdat ze de cultuur/ contact met de familie willen bewaren
-toekomstmogelijkheden van het kind vergroten
omstandigheden leiden ertoe
-migranten (grootste groep)
-dialect
Tijdstip
grens = 3;0
simultane taalverwerving
-van bij de geboorte verschillende talen tegelijkertijd
-OPOL: one parent one language
successieve taalverwerving
-eerst basis in één taal, dan pas volgende taal
-migrantengezinnen
-pas de tweede taal (T2) als ze naar school gaan
!! onderscheid tussen simultaan en successief belangrijk
taalontwikkeling verloopt anders en verwachting met betrekking tot taalbeheersing is
anders
taalaanbod: effect op taalbeheersing (simultane taalverwervers hebben meer ervaring
gehad met hun talen dan successieve meertaligen met de schooltaal waarmee ze pas jaren
later in contact zijn gekomen)
!! indeling simultaan vs successief: onnatuurlijk
combinatie van de 2 vormen kan voorkomen (bv: je kan simultaan 2 talen krijgen vanaf
geboorte maar vanaf je naar school gaat en een derde taal leert kan je dit ook een successieve
taalverwerving noemen / of als je ouders gescheiden zijn en je hebt nog een plusmama of pluspapa
die een andere taal spreekt)
veel kinderen krijgen een minder consequente taalinput (een kind waarvan de ouders
gescheiden zijn en dat de ene week de ene taal hoort en de andere week de andere taal. En het
taalaanbod van kinderen waarvan de oudere broers of zussen thuis de schooltaal gebruiken, bestaat
niet zuiver uit de thuistaal/Franstalige moeder leert kind Nederlands: niet kwaliteitvol)
!! elk meertalig kind is uniek (andere situaties)
