Begrippen
- Mineraal: natuurlijk voorkomend homogene, vaste stof met een welbepaalde chemische
samenstelling en een kristallijne structuur (goed geordende atomaire stapeling) en meestal
gevormd door anorganische processen
o Natuurlijk voorkomende kristalijne vaste stof
- Biomineralen: chemische of biologische precipitatie (bv Calciet CaCO 3, botten…)
o Precipitatie: neergeslaan (neerslag)
- Isotroop: langs alle kanten gelijk, fys/chem eigenschappen in 3 dimensies gelijk
- Anisotroop: fys/chem eigenschappen in een bepaalde richting anders
- gesteente: heterogene stof opgebouwd uit mineralen, mengsel verschillende homogene
bestanddelen door zichtbare grensvlakken gescheiden
o vast aggregaat van mineralen, met geen specifieke chemische samenstelling
- amorf: homogene vaste stoffen zonder inwendige structuur
- Mineraloïde: minerale stoffen, amorfe vaste stoffen vb. (vulkanisch) glas
- Kristal: chemisch zuivere vaste stoffen bestaand uit ionenen, atomen en moleculen, die in
een regelmatig driedimensioneel patroon georganiseerd zijn (symmetrie) bv. ijsv
- Kristallijn: inwendige structuur, bouwelementen geordend in regelmatig 3D-patroon
o Wat ontbreekt in kristallijn om kristal te zijn
- Long range order: oneindige herhaling van dezelfde gestructureerde basiscomponenten
- Metamorf gesteente – sedimentair gesteente – magmatisch gesteente
- Spoormineralen
- Sustainable mining: Plan voor duurzame ontginning van onze natuurlijke rijkdommen
- Polymorfismen: mogelijkheid van een vaste stof om in meer dan 1
kristalstructuur voor te komen
- Anisotropie: (kras)hardheid
- Danaclassificatie:
, Wat is een mineraal?
= natuurlijk voorkomend homogene, vaste stof met een welbepaalde chemische samenstelling en
een kristallijne structuur (goed geordende atomaire stapeling) en meestal gevormd door
anorganische processen
Natuur: ± 4400 mineralen gekend, 200 meest voorkomend/economisch belangrijk
Per definitie is ijs een mineraal
Homogeen: in alle punten identiek en dezelfde samenstelling & chemische/fysische eig
o Isotroop (langs alle kanten gelijk) – anisotroop (eig in een bep. richting anders)
o gesteente: heterogene stof opgebouwd uit mineralen, mengsel van ≠ homogene
bestandsdelen, door zichtbare grensvlakken gescheiden
Chemische samenstelling: zuivere stof vaste oplossing
o vaste opl: Olivijn
o Zuivere stof: Kwarts
Kristallijne structuur: geordende inwendige structuur: elementaire bouwstenen (atome,
moleculen) in een regelmatig 3D-patroon
o Geometrisch patroon
o Amorf: homogene vaste stof die geen inwendige structuur heeft minerale stoffen
o Long-range internal order: oneindige herhaling van dezelfde gestructureerde
basiscomponenten
Anorganische processen: gesteentecyclus
Kristallijn
Herhaling van ionenen/groepen v atomen op regelmatige afstand
o Microscopische herhaling macroscopische expressie
Basiscomponenten oneindig herhaald in vast patroon
o Inwendige symmetrie
Mineraal: eigen typische kristalstructuur
andere kristalstructuur: andere naam identificatiemiddel
Kristalpolyeder (kristal): gekristalliseerde mineralen begrensd door gladde, vlakke
oppervlakken (kristalvlakken) geoden, spleten
Habitus: gedaante waarin een kristal zich manifesteerd
o Natuurlijk kristal: combinatie van vormen afwijkingen van de ideale vormen
Vb. bergkristal (kwarts)
o ‘misvormingen’: kristal in bepaalde richting sterker/zwakker gegroeid
o Mineraalspecimen als aggregaten van kleinere kristallen
Euhedrisch, subhedrisch, anhedrisch
Goede vlakken (perfect), ergens tussenin, rond & geen hoeken