Uitdagingen voor Sociaal Werk Hoofdstuk 5: Polarisatie
5. Polarisatie
5.1 Definitie
Polarisatie: Proces waarbij meningen uit elkaar groeien en mensen steeds meer aan hun
eigen ideeën vasthouden. / Het versterken van tegenstellingen tussen partijen of
bevolkingsgroepen.
Ideologische polarisatie: Polarisatie als tegenstelling tussen opvattingen of conflicterende
wereldbeelden.
Affectieve polarisatie: Kloof die ontstaat door hoe we over elkaar denken of
identiteitsissues.
5.1.1 Conflict
Conflicten binnen polarisatie:
- Betrokkenen gemakkelijk herkenbaar
- Duidelijke probleemgevaren
- Gedwongen of gekozen
Bart Brandsma: “Hebben we conflicten omdat we verschillen of omdat we hetzelfde
willen?”
5.1.2 Voedingsbodem voor polarisatie
Soorten democratie:
- Consensusdemocratie
Met proportionele kiesstelsels
Bv. België, Nederland, Oostenrijk, …
- Meerderheidsdemocratie
Met meerderheidsstelsel
Bv. VS, UK, Frankrijk, …
Vertrouwen in:
- Instellingen
- (Nieuws)media als katalysator
- Publieke debat en de sociale media
5.2 3 Wetmatigheden bij polarisatie
3 Wetmatigheden:
Wetmatigheid 1 – Gedachtenconstructie
Wetmatigheid 2 – Brandstof
Wetmatigheid 3 – Gevoelsdynamiek
5.2.1 5 Rollen
5 Rollen
1. Pusher
= Levert brandstof voor het wij-zij denken, verhoogt de polarisatiedruk.
(= Extreem)
2. Joiner
= Kiest partij binnen spanningsveld. (= Minder extreem)
3. Silent
= Groep mensen die geen kant kiezen, geen stem, zijn neutraal. (Weerstand aan
polaristatiedruk)
4. Bruggenbouwer
= Boven de partijen, biedt een tegennaratief. Wil polarisatie tegengaan.
5. Polarisatie
5.1 Definitie
Polarisatie: Proces waarbij meningen uit elkaar groeien en mensen steeds meer aan hun
eigen ideeën vasthouden. / Het versterken van tegenstellingen tussen partijen of
bevolkingsgroepen.
Ideologische polarisatie: Polarisatie als tegenstelling tussen opvattingen of conflicterende
wereldbeelden.
Affectieve polarisatie: Kloof die ontstaat door hoe we over elkaar denken of
identiteitsissues.
5.1.1 Conflict
Conflicten binnen polarisatie:
- Betrokkenen gemakkelijk herkenbaar
- Duidelijke probleemgevaren
- Gedwongen of gekozen
Bart Brandsma: “Hebben we conflicten omdat we verschillen of omdat we hetzelfde
willen?”
5.1.2 Voedingsbodem voor polarisatie
Soorten democratie:
- Consensusdemocratie
Met proportionele kiesstelsels
Bv. België, Nederland, Oostenrijk, …
- Meerderheidsdemocratie
Met meerderheidsstelsel
Bv. VS, UK, Frankrijk, …
Vertrouwen in:
- Instellingen
- (Nieuws)media als katalysator
- Publieke debat en de sociale media
5.2 3 Wetmatigheden bij polarisatie
3 Wetmatigheden:
Wetmatigheid 1 – Gedachtenconstructie
Wetmatigheid 2 – Brandstof
Wetmatigheid 3 – Gevoelsdynamiek
5.2.1 5 Rollen
5 Rollen
1. Pusher
= Levert brandstof voor het wij-zij denken, verhoogt de polarisatiedruk.
(= Extreem)
2. Joiner
= Kiest partij binnen spanningsveld. (= Minder extreem)
3. Silent
= Groep mensen die geen kant kiezen, geen stem, zijn neutraal. (Weerstand aan
polaristatiedruk)
4. Bruggenbouwer
= Boven de partijen, biedt een tegennaratief. Wil polarisatie tegengaan.