Wat is een cel?
• Cel theorie zegt het volgende over cellen:
› Cellen zijn de kleinste zelfstandig werkende bouwstenen en
stofwisselingseenheden.
› Alles wat leeft bestaat uit één of meerdere cellen. Dus niet alleen het
menselijk lichaam, maar ook dieren, planten, schimmels en zelfs bacteriën
bestaan uit cellen. Er wordt geschat dat het menselijk lichaam uit 10 13 tot
1014 cellen bestaat.
› Elke cel ontstaat uit een deling (mitose of meiose) van een eerder bestaande
cel.
Bouw van een cel
=elke mesnelijke cel bestaat uit:
o Celmembraan of plasmamembraan
o Cytoplasma
-Cytosol
-Organellen
o Celkern
1
`
, PLASMAMEMBRAAN
CELKERN
DE CEL
RIBOSOMEN
CYTOSOL
ENDOPLASMATISCH
CYTOPLASMA
RETICULUM
CELORGANELLEN GOLGI-APPARAAT
LYSOSOMEN
MITOCHONDRIËN
FIGUUR 2.1.
De opbouw van een menselijke cel
Plasmamembraan
o Jasje van de cel
o Afscheiding tussen intracellulair en extracellulaire mileu
o = (wordt celmmembraan genoemd -> reguleert de passage van stoffen en
zorgt voor de intergriteit van de cel)
o Fosfolipiden = (Een klasse van lipiden die een belangrijke rol spelen bij
opbouw van de celmembranen.
>Polaire kop ( deel van het molecull dat interactie aangaat met
watermoleculen omdat het hydrofiel ( wateraantrekkend ) is.
>Apolaire staart =( is het gedeelte van het molecuul dat niet goed oplost in
water.
o Semipermaebel = ( of selectief doorlaatbare membraan laat selectief
bepaalde stoffen door , terwijl andere worden tegenhouden.
Transporteiwitten:
o Ingebed in plasmamembraan
o Verplaatsen specifieke moleculen
o Sommige verbruiken ATP, anderen niet
o Bekendste voorbeeld:
> natrium-kaliumpomp (actiepotentialen, …)
> SGLT-2
Receptoren:
o Ingebed in plasmamembraan
o Specifieke structuur
o Binden met liganden (vb. hormonen)
o Receptor-ligand-complex activeert een waterval van reacties de cel reageert
2
`
, o Vb. insuline deurtje voor glucose open glucose naar binnen glucose spiegel
daalt
Celkern:
o Nucleus
o Nucleoplasma
o Erfelijk materiaal
Chromatinedraden (niet te zien
onder de microscoop
Gecondenseerd =
chromosomen ( wel te zien
onder de microscoop)
Cytoplasma
chemische soep” met zeer vele enzymen, voedingsstoffen en
ionen (vooral K)
Intracellulaire vocht (water)
Endoplasmatisch Reticulum
Netwerk van membranen
Rond de celkern
3
`
• Cel theorie zegt het volgende over cellen:
› Cellen zijn de kleinste zelfstandig werkende bouwstenen en
stofwisselingseenheden.
› Alles wat leeft bestaat uit één of meerdere cellen. Dus niet alleen het
menselijk lichaam, maar ook dieren, planten, schimmels en zelfs bacteriën
bestaan uit cellen. Er wordt geschat dat het menselijk lichaam uit 10 13 tot
1014 cellen bestaat.
› Elke cel ontstaat uit een deling (mitose of meiose) van een eerder bestaande
cel.
Bouw van een cel
=elke mesnelijke cel bestaat uit:
o Celmembraan of plasmamembraan
o Cytoplasma
-Cytosol
-Organellen
o Celkern
1
`
, PLASMAMEMBRAAN
CELKERN
DE CEL
RIBOSOMEN
CYTOSOL
ENDOPLASMATISCH
CYTOPLASMA
RETICULUM
CELORGANELLEN GOLGI-APPARAAT
LYSOSOMEN
MITOCHONDRIËN
FIGUUR 2.1.
De opbouw van een menselijke cel
Plasmamembraan
o Jasje van de cel
o Afscheiding tussen intracellulair en extracellulaire mileu
o = (wordt celmmembraan genoemd -> reguleert de passage van stoffen en
zorgt voor de intergriteit van de cel)
o Fosfolipiden = (Een klasse van lipiden die een belangrijke rol spelen bij
opbouw van de celmembranen.
>Polaire kop ( deel van het molecull dat interactie aangaat met
watermoleculen omdat het hydrofiel ( wateraantrekkend ) is.
>Apolaire staart =( is het gedeelte van het molecuul dat niet goed oplost in
water.
o Semipermaebel = ( of selectief doorlaatbare membraan laat selectief
bepaalde stoffen door , terwijl andere worden tegenhouden.
Transporteiwitten:
o Ingebed in plasmamembraan
o Verplaatsen specifieke moleculen
o Sommige verbruiken ATP, anderen niet
o Bekendste voorbeeld:
> natrium-kaliumpomp (actiepotentialen, …)
> SGLT-2
Receptoren:
o Ingebed in plasmamembraan
o Specifieke structuur
o Binden met liganden (vb. hormonen)
o Receptor-ligand-complex activeert een waterval van reacties de cel reageert
2
`
, o Vb. insuline deurtje voor glucose open glucose naar binnen glucose spiegel
daalt
Celkern:
o Nucleus
o Nucleoplasma
o Erfelijk materiaal
Chromatinedraden (niet te zien
onder de microscoop
Gecondenseerd =
chromosomen ( wel te zien
onder de microscoop)
Cytoplasma
chemische soep” met zeer vele enzymen, voedingsstoffen en
ionen (vooral K)
Intracellulaire vocht (water)
Endoplasmatisch Reticulum
Netwerk van membranen
Rond de celkern
3
`