100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting - Algemene psychologie

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
35
Geüpload op
27-12-2023
Geschreven in
2020/2021

Samenvatting Algemene psychologie - Vives Toegepaste Psychologie












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
27 december 2023
Aantal pagina's
35
Geschreven in
2020/2021
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

ALGEMENE PSYCHOLOGIE

Hoofdstuk 1 : inleiding

- ‘leer van de geest’  functieleer : studie van de menselijke functies (denken,waarnemen,
geheugen, motivatie, emoties, fantaseren etc) + bestuderen algemene processen
- Ouvert gedrag = uiterlijk gedrag (waarneembaar)  couvert gedrag = innerlijk
- Definitie psychologie : De wetenschappelijke studie van het gedrag en de mentale
activiteiten van een individu
 Invalshoek bestudeert op niveau individu : factoren binnen persoon of rond zijn
omgeving centraal  onderscheid van biologie (fysiologische verklaringen) en
sociologie (maatschappelijk gebeuren)

1.3 geschiedenis van de psychologie

- Psychologie = zo oud als de mens zelf
- Verre voorgeschiedenis :
 Oudheid : filosofie hield zich bezig met psychologische kwesties
 Middeleeuwen : weinig filosofie Aan filosofie doen mocht alleen als het over God
ging en het bevestigen van zijn bestaan door het machtsvacuüm van de Kerk. Door
aan filosofie te doen betwijfel je de gronden de beslissingen van God. “Waarom
leven wij?”, omdat God dat zo wil. Als je daar verder over vraagt d.m.v. filosofie
betwijfel je zij bestaan.
Bv : Als God zo algoed en almachtig is, waarom is er dan armoede, ziekte etc.?
 belediging voor God
- Verdere ontwikkelingen in de filosofie in de meer directe voorgeschiedenis :

1e aanloop naar de filsofie

- RATIONALISME (René Descartes)
 je kan enkel via denken tot kennis komen
 Methodische twijfel : twijfel aan alles: is alles wat je nu meemaakt geen
droom? Besta ik wel?...  “je pense donc je suis” = het feit dat ik kan
denken bewijst dat ik besta
 ! Maar wrm dan een mens en geen dier? Het verstand maakt de mens een
mens want de mens is gemaakt naar het beeld van God
 Res extensa = lichamelijk deel (enkel dieren)
 Res cogitans = denkend deel (alleen mens) Cartesiaans dualisme

- EMPIRISME (John Locke/Francis Bacon/John Stuart Mill)
 Tegenhanger rationalisme : kennis = macht
 Van het moment dat je denkt over je waarnemingen word je waarneming
subjectief  enige dat zeker is, is wat je kan waarnemen
 de mens = tabula rasa : een onbeschreven blad : geen persoonlijkheid, geen
intelligentie,… niets => allemaal door ervaring, opvoeding, leerprocessen etc
word je wie je bent en wat je bent. HEEFT NUET MET GENETICA TE MAKEN

, 2e aanloop filosofie

 Psychofysica bestaat niet meer : was een wetenschap die het menselijk gedrag wou
weergeven via exacte wetenschappen = gedrag in formules gieten, perfecte
berekeningen hoe mensen reageren op bepaalde situaties die voor iedereen
hetzelfde zal zijn  kan natuurlijk niet!!
Uitzonderingen : bv. wet van Weber: vb: hoeveel gewicht moet er bijkomen voor je
een verschil merkt. (zie H3)

- Psychologie als zelfstandige wetenschap :
 1879 – Wilhelm Wundt : 1e labo voor wetenschappelijke psychologie  studie
waarneming (Bv : 100x prikje linkerhand en met rechterhand op knop drukken 
reactiesnelheid)
 STRUCTURALISME (Edward Titchener – leerling Wundt)
 Structuur van bewustzijn onderzoeken
 Scheikunde van de geest
 Introspectie : kijk krijgen in mentale processen (verstoort het denkproces,
bv: door het meten zelf ga je de meting veranderen = door te denken) en
experimenten
 FUNCTIONALISME (VS)
 Functie bewustzijn
 Extrospectie (van buitenaf observeren) en dierenproeven

 Functionalist wil met auto rijden, structuralist wil hem uit elkaar halen  geen zin om
de geest te structuren in bouwstenen, wel relevant te weten hoe de geest werkt & de
functie ervan  Hoe sterk deze stromingen t.o.v. elkaar staan hebben ze 1 iets
gemeenschappelijk: “het bewustzijn” => bewustzijnspsychologie ( Deze stromingen
bestaan niet meer !!)

 BEHAVIORISME (VS, John Broadus Watson)
 Empirisme : je kan alleen zeker zijn van wat je ziet  Het enige wat je kan
zien van de menselijke psyché is het gedrag (≠ bewustzijnspsychologie)
 Louter beschrijven S-R connecties (zie H5)
 bv : je pakt ballon af/ smeert wafel in gezicht  verdriet kan je niet zien dus
je kan dus nooit zeker weten als het kind verdrietig is  behaviouristen
zullen nooit over emoties praten
 Denken vertroebelt alleen maar de waarnemingen

- Nieuwe klemtonen in Europa :
 GESTALTPSYCHOLOGIE (Wolfgang Köhler, Kurt Lewin)
 ‘het geheel is meer dan de som van de delen’
 Waarnemen = geen apart registreren van afzonderlijke indrukken, wel een
onmiddellijk vatten van de ‘Gestalt’

,  DIEPTEPSYCHOLOGIE ( Sigmund Freud)
 Ontstaan uit psychoanalyse/therapie : Freud creëerde vanuit zijn therapie
zijn theorie van het dieptepsychologie (Anders dan anders want normaal
vanuit theorie ontstaan therapie)
 Drie lagen :




 1 van de eerste uitvinders van het het ‘onbewuste’
o Symptoomstoornis : bv man die verlamd was (stoornis) kwam uit het
onderbewuste want hij was niet uit de kast gekomen  moment dat
hij uitkomt is hij niet meer verlamd
o Kunst = onderbewuste verlangens  verwerkingsproces
o Hypnose = geen goeie methode om in psychotherapie te gaan :
 bewustzijnsvernauwing : je geest is nog maar met 1 iets
bezig namelijk de stem van de hypnotiseur
 gebaseerd op suggestie : wat de hypnotiseur suggereert zal
jij geloven bv: naald=vinger, vinger=naald
 Freud was ook eerste die client op sofa legt en achter de client zit  kijken
elkaar niet aan = minder confrontatie en zo kan client zich meer focussen op
zichzelf zodat hij kan vrij associëren  zo kan onderbewuste info naar
boven komen

- Amerika en de herontdekking van het innerlijke :
 NEOBEHAVIORISME (Clark Hull, Edward Tolman)
 Afscheuring behaviorisme : S-O-R schema i.p.v. S-R (S= stimulus, R= reactie,
O= organisme  black box = kijken naar binnenkomende prikkel)

 HUMANISTISCHE PSYCHOLOGIE (Abraham Maslow, Carl Rogers)
 Tegenreactie
 behaviorisme : mens onder controle omgeving, mens = laborat
 dieptepsychologie : mens onder controle onbewuste, abnormaal
neurotisch gedrag

 mens en mogelijkheden moeten centraal staan! (creativiteit, zelfontplooiing,
verantwoordelijkheid…)

, 3




dimensies : tijdsdimensie, geografische dimensie (lichtpaars = Europa, donkerpaars =Amerika),
verklarend/begrijpend

Rond 1950 sprak men over patiënten  toen kwam Maslow met de humanistische psychologie met
de theorie dat de mens niet ziek is zoals in het ziekenhuis dus client)

- hedendaagse stromingen :
 COGNITIEVE PSYCHOLOGIE
 Mens = informatieverwerker met output en input
 Wijze informatieverwerking bepaalt gedrag (slechte verwerking = psychische
stoornissen)
Bv : anorexia nervosa : niets mis met input, wel met output : ze zien dat ze
vel over been zijn maar toch is er iets mis met haar gedrag : haar ogen zien
36kg staan maar de verwerking van de input is foutief waardoor ze 18kg wil
wegen  output verkeerd
 psychoanalyse moet de verwerkingsprocessen realistisch maken
 Verschil neobehaviorisme en cognitieve psychologie : n.b. kijkt naar
binnenkomende prikkel (black box), c.p. kijkt naar hoe die prikkel verwerkt
wordt (white box)
 BIOLOGISCHE PSYCHOLOGIE
 POSITIEVE PSYCHOLOGIE (Martin Seligman)
 Gegroeid uit humanistische psychologie maar meer empirisch-
wetenschappelijk
 Minder focus op wat fout loopt, wel op wat client nog kan/goed in is 
leven client kwalitatief mogelijk maken d.m.v. bevorderen positieve
gevoelens en gedachten
 Veel onderzoek naar geluk : onderscheid maken tussen geluk en
tevredenheid  Gelukkig zijn niet nastreven, dat kan niet, tevreden zijn kan
wel bereikt worden

Bijlage 1.3

- Vroegere stromingen = voedingsbodem hedendaagse :
 Impact gestaltpsychologie , via neobehaviorisme, op ontstaan cognitieve psychologie
 Humanistische psychologie rechtstreeks verbonden met positieve psychologie
 Ook invloed in klinische psychologie, vooral de 3 psychotherapeutische scholen :
 Psychoanalytische therapie (o.i.v. freudiaanse dieptepsychologie)
 Cliëntgerichte therapie (o.i.v. humanistische psychologie)
 Gedragstherapie (o.i.v. (neo)behaviorisme)
€5,99
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
jenssenpelgrims

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
jenssenpelgrims Katholieke Hogeschool VIVES
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
4 jaar
Aantal volgers
2
Documenten
12
Laatst verkocht
1 jaar geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen