HOOFDSTUK 9: GEHEUGEN, AANDACHT EN BEWUSTZIJN
1. Een overzicht van het informatieverwerkingsmodel
Memory stores: Hypothetische constructies die worden opgevat als plaatsen waar informatie in de geest wordt vastgehouden.
1.1. Zintuigelijk geheugen: de kortstondige verlenging van de zintuiglijke ervaring
- Spelt aandacht geen rol
- Wordt gevoed door de zintuigelijke input
- Houdt voor een zeer korte periode alles vast dat onze zintuigen beïnvloedt
- Alle prikkels in het zintuiglijk geheugen waar wij onze aandacht op richten, worden doorgegeven aan het korte-termijn-
of werkgeheugen.
1.2. Korte-termijn- of werkgeheugen: Bewuste waarneming en gedachte
- Eenmaal aangekomen in het korte-termijn- of werkgeheugen wordt informatie bewerkt, maar niet opgeslagen.
- Ook hier is aandacht van belang.
- Informatie moet namelijk voortdurend herhaald worden om behouden te blijven en vastgelegd te worden in het
langetermijngeheugen
- Waar de informatie zich bevindt waarvan we ons bewust zijn , kan ongeveer 5 tot 9 brokjes informatie vasthouden op
enig moment, aandacht speelt hier ook een grote rol.
1.3. Lange-termijn geheugen: De bibliotheek van informatie van de geest
- Informatie wordt uiteindelijk vastgelegd in het langetermijngeheugen.
- Hierbij speelt aandacht geen rol meer.
- De informatie is buiten ons bewustzijn in het langetermijngeheugen aanwezig en verschijnt pas weer in ons bewustzijn
als deze teruggehaald naar het korte-termijn- of werkgeheugen voor actieve verwerking.
1.4. Controleprocessen: de informatietransportsystemen van de geest
Control processes: De mentale processen die werken op informatie in het geheugen slaat informatie op en verplaatsen informatie
van de ene opslag naar de andere.
Aandacht brengt informatie van het zintuigelijk geheugen naar het korte-termijn geheugen.
- Encoding brengt informatie van het korte-termijn geheugen naar het lange termijn geheugen.
- Retrieval brengt informatie uit het langetermijngeheugen naar de korte-termijnopslag.
- Cognitieve processen kunnen op een continuüm worden geplaatst van inspannend tot automatisch.
1.5. Fast and slow thinking: dual processing theories of cognition
Dual processing:
- Fast thinking/ snel denken is onbewust en intuïtief.
- Slow thinking/ traag denken is bewust en opzettelijk.
- Different types of thinking: implicit.explicit, heuristic/analytic, associative/rule-based, verbatim/gist,
automatic/controlled, or system 1/system 2 (Evans & Stanovich 2013, Stanovich & West 2000)
- In many cases when represented by a problem you can’t shut off the ‘fast’ thinking system, even if it may interfere with
your arriving at the correct solution to a problem via the ‘slow’ system stroop interference effect J. Ridley Stroop 1935
denk aan de kleuren van de woorden in kleur.
2. Aandacht: het portaal naar bewustzijn
Cocktailpartyfenomeen: het vermogen om een belangrijke informatie op te vangen terwijl we ons concentreren op andere
informatie. Simultaan afspelen van 2 gesproken berichten (Haykin & Chane 2005). Heeft vooral te maken met het zintuigelijke
geheugen en de manier waarop informatie van daaruit naar het korte-termijn of werkgeheugen wordt verstuurd. Aandacht speelt
hier dus een zeer belangrijke rol.
2.1. Het vermogen om de aandacht te richten en het irrelevante te negeren
- Onderzoek heeft aangetoond dat we gefocust aandachtig kunnen zijn door irrelevante stimuli te negeren.
2.2. Het vermogen om de aandacht te verleggen naar significante stimuli
Shifting Attention: We volgen onbewust onbeheerde stimuli in het sensorische geheugen, zodat we onze aandacht kunnen
verleggen als er iets belangrijks gebeurt. Een dergelijke controle omvat een pre-attente verwerking.
2.3. Onbewuste, automatische verwerking van stimulusinput
Preattentive processing: De analyse, op onbewust niveau, waarbij de geest bepaalt welke prikkels de moeite waard zijn om in het
werkgeheugen door te geven.
- Onbeheerde sensorische stimuli kunnen bewuste gedachten en gedrag beïnvloeden.
- Is automatisch en af en toe verplicht bv stroop interference effect.
- Priming: Het impliciete geheugenproces waarbij een stimulus een of meer herinneringen activeert die al in iemands
geest bestaan.
2.4. Hersenmechanismen van pre-aandachtsverwerking en aandacht