Vergelijking Oud en Nieuw BW met betrekking op Goederenrecht

Innes Parmentier 2020-21


Nieuw BW Oud BW

Eigendom Art. 3.50 BW Art. 544 oud BW
Rechtstreeks gebruiks-, genots- en Volstrekte wijze
beschikkingsrecht absolute bevoegdheid
Residuaire bevoegdheid Enkel wetten en verordeningen
Rechten van derden kunnen het vormen beperking
eigendom beperken
Appartementsmede- eigendom Art. 3.84 BW Art. 577 oud BW

Natrekking Art. 3.64 BW Art. 553 oud BW
Onderscheid burgerlijke, nijverheid
en natuurlijke vruchten
Bezit Art. 3.18 BW Art. 2228 oud BW
Art. 3.21 BW: Art. 2229 oud BW: verkrijgende
Verkrijgende verjaring vereist verjaring vereist deugdelijk bezit
slechts ongestoord, openbaar bezit
Bezitsvordering enkel indien
deugdelijk bezit, geen deugdelijk
bezit dan enkel reïntegranda
waarbij geweld noodzakelijk was
Art. 3.26 en 27 BW Art. 2265 oud BW
Woonplaats ware eigenaar binnen
rechtsgebied van het hof van
beroep waarin het onroerend goed
gelegen is dan 10 jaar
verjaringstermijn
Art. 3.28 BW Art. 2280 oud BW
uitzondering op bezitsvordering
indien men verkocht had op
openbare verkoop of markt dan
moest de ware eigenaar de prijs
betalen die de bezitter had betaald
om het goed te revindiceren
Erfdienstbaarheid Art. 3.114 BW Art. 637 oud BW
Art. 688: criterium voortdurend
karakter
zonder menselijk handelen worden
uitgeoefend
Art. 3.118 BW Art. 690 - 691 oud BW
Voortdurend EN zichtbaar
geen verkorte verjaring van 10 jaar
niet mogelijk stelde uitdrukkelijk
30j
Art. 3.119 BW Art. 692-694 oud BW
heropleving na vereniging in 1
hand mogelijk
Art. 3.133 BW Art. 35 Veldwetboek
Geen objectief hoogtecriterium
maar a.d.h.v. hoogstammige of
laagstammige bomen + belang van